Antropologische thema\'s uit de hedendaagse wijsbegeerte
Summary
Samenvatting Antropologische thema's uit de hedendaagse wijsbegeerte
17 views 0 purchase
Course
Antropologische thema\'s uit de hedendaagse wijsbegeerte
Institution
Katholieke Hogeschool Leuven (UCLL)
Book
Denken over lichamen
Dit document zijn hoofdzakelijk notities, die geplaatst zijn in een samenvatting. Deze zijn aangevuld met het boek, dus dit document bevat alle details van in het boek en de lessen.
Antropologische thema's uit de hedendaagse wijsbegeerte
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
zGNK
Reviews received
Content preview
Wijsbegeerte (filosofie)
Hoofdstuk 1: Wat is filosofie?
- Definitie: ‘defenire = afbakenen’
- Verzameling van kenmerken die we vinden bij ALLE filosofie en ALLEEN bij filosofie
(afgebakend)
- Geen wetenschap
- Geen religie
- ‘filosofie’ = liefde voor de wijsheid of een verlangen om te weten
o Aristoteles: alle mensen verlangen van nature naar wijsheid, dus niet alleen filosofen,
maar ook wetenschappers en gelovige mensen
Op grond waarvan noemen we iets filosofie?
- Obv een attitude:
o Socrates
▪ Grote filosoof owv zijn houding, attitude, corruperen van de jeugd
(aansporen om vragen te blijven stellen,…)
o Alfred North
▪ Verwondering (begin en einde van de filosofie)
o Louis C.K. (comedian)
▪ Kinderen blijven doorvragen ‘waarom?’
o Descartes
▪ Kritisch denken/reflectie
▪ Ons gezichtsvermogen bedriegt ons vaak (optische illusies) → Müller-Lyer
illusie
• Best mogelijk dat onze zintuigen ons vaker bedriegen dan we denken
• Onze kennis is dan ook onbetrouwbaar
▪ Twijfel! → autoriteiten betwijfelen, zintuigen betwijfelen (mensen achteraan
lijken kleiner dan die vooraan), dromen/denken betwijfelen
▪ Wiskundige → zelfs hierover twijfelen
▪ Niet uitgesloten dat een soort ‘malin génie’ zo ingrijpt in ons denken zodanig
dat dit in een verkeerde conclusie wordt gestoken bv. denken altijd 2+2=4,
maar kan eig 6 zijn
▪ Kritisch denken is NIET UNIEK voor filosofie, ook bij kinderen, wiskundigen…
▪ Filosofen proberen ook meer dan kritisch te zijn → een
zekerheid/fundament vinden waarop een filosofisch systeem zal worden
opgebouwd
o Filosofie is een kritische reflectie op waarden van de werkelijkheid → dit is geen
bevredigende definitie voor filosofie (want niet uniek voor filosofie)
1
,- Methode:
o Intuïtie
▪ 17e en 18e eeuw: verwijzen naar kennis die op een onmiddellijke manier
wordt verkregen
• Descartes
o Heldere en welonderscheiden ideeën (des idées claires et
distinctes)
o Ideeën die geen redelijk mens zou durven betwijfelen
o ‘je pense donc je suis’
▪ 20 eeuw: verwijzen naar de spontane overtuigingen die we in onze eigen
e
geest aantreffen wanneer we over een bepaald onderwerp beginnen te
denken
• ‘common sense’ (gezond verstand)
• Negatieve betekenis
▪ ‘fauteuilfilosofen’
• Maken gebruik van intuïties
• Worden uitgelachen
▪ Blijft wel een belangrijk onderdeel van het filosoferen
▪ Geen unieke filosofische methode → worden bevestigd of weerlegd door
experimenteel onderzoek
o Conceptuele analyse (‘wat is… schoonheid, ziekte, tijd, leven…’) om dit concept
(leven…) te analyseren
▪ = ontrafelen en verbeteren van concepten die we in het dagelijks leven
misschien soms te achteloos gebruiken
▪ Doel: bepalen waarover we precies spreken (tijd, liefde,…)
• Bv ziekte-oordeel
o Oordeel over de schadelijkheid van de toestand waarin
iemand zich bevindt; de toestand brengt op een of andere
manier schade toe aan de persoon en diens omgeving
▪ Belangrijke en noodzakelijke voorwaarde, maar niet
uitsluitend voor ziekte (geen voldoende voorwaarde)
o Er is sprake van een afwijking, hetzij in het lichaam, hetzij in
de geest
▪ ‘wat is een afwijking?’
▪ Bv. kennis is waardige gerechtvaardigde overtuiging (justified true belief)
▪ Wordt ook in bv biologie gesteld (‘wat is een biologische soort?’) → deze
methoden dus niet uniek voor filosofie
• Zit in de kern van alle wetenschappen
▪ Veel conceptuele analyse aanwezig, maar niet uitsluitend in de filosofie
gebruikt en niet door alle filosofen
o Gedachte-experiment:
▪ = instrument van de verbeelding dat gebruikt wordt om nieuwe informatie
over een thema te verkrijgen zonder gebruik te maken van nieuwe
empirische data
▪ Speelt zich af in laboratorium van de menselijke geest
• Verhelderen een probleem door het te visualiseren
2
, ▪ Brain in a vat
• Experiment dat een sceptische positie over kennis ondersteunt
• Ons inbeelden dat onze hersenen zich eigenlijk op een andere
planeet bevinden waar een of andere dolgedraaide wetenschapper
ons brein allerlei signalen geeft
• Onze hersenen (wij) krijgen door die signalen het idee dat we bv
rondlopen op de Oude Markt of een paragraaf aan het lezen zijn…
• Hersenen beschikken niet over een manier om na te gaan of hun
gedachten en indrukken echt zijn → wij kunnen niet zeker weten of
we al dan niet brain in a vat zijn
▪ Bv ‘kwaadaardige geest’ (malin génie)
▪ Helpen een bepaalde conclusie te maken bv we kunnen niet helemaal zeker
zijn, zelfs van wiskundige schijnbare zekerheden
▪ Dagdromen: ‘wat zou er gebeuren als ik dit doe?’ → ook aanwezig bij
gewone mensen, niet enkel bij de filosofie
▪ Niet altijd in de praktijk kunnen uitvoeren bv van Einstein
▪ Veel gedachte-experimenten aanwezig, maar niet uitsluitend voor de
filosofie en niet door alle filosofen
• Ook in fysica, economie en geschiedenis
• Draagt wel bij aan de eigenschappen van filosofie, nl dat filosofen
zich bezighouden met kwesties die zo fundamenteel zijn dat ze
moeilijk op de meer klassiek-wetenschappelijke manier kunnen
worden bestudeerd
▪ Toont aan dat filosofie geen louter empirische activiteit is en ook geen louter
fauteuilwerk
▪ °experimentele filosofie
• Empirisch-wetenschappelijke methoden kunnen bijdragen aan een
oplossing voor traditionele filosofische problemen
o Beide worden ook buiten de filosofie gebruikt! Wel ander soort analyse
o Beide worden gebruikt, maar er worden ook andere gebruikt in de filosofie
- Attitude
o De eigenheid van filosofie heeft niet zozeer te maken met de attitude van de
filosofen of met hun methodologie, maar wel met de aard van de vragen en
problemen waarmee ze zich bezighouden
o Vragen zijn abstract en eigenaardig
o Vragen die we in het dagelijks leven niet hoeven te stellen
- Filosofie wordt eerder vergeleken met kunst
o Niet cumulatief te werk, maar kunststromingen volgen elkaar in ijltempo op
▪ Elk van deze stromingen wordt voorafgegaan door een soort revolutie in de
kunst
▪ Elke stroming is een nieuw begin en een breuk met het verleden
o Filosofie ook geen vooruitgang
▪ Enkel nieuwe manieren om oude, onoplosbare problemen te beschrijven of
te begrijpen
3
, o Afkeer van wetenschappers
▪ Vooruitgang is ook binnen de wetenschap geen evidentie (Kuhn)
• Paradigma’s volgen elkaar op zonder echt op elkaar verder te
bouwen
• Binnen een paradigma kan er wel sprake zijn van een vooruitgang,
maar tussen paradigma’s is dat minder vanzelfsprekend
• Paradigma’s zijn incommensurabel
▪ Er is wel sprake van vooruitgang binnen de filosofie
• Sommige filosofische vragen werden in de loop van de tijd wel
beantwoord
• Boekt op nagenoeg alle domeinen ‘negatieve’ vooruitgang
o We weten almaar beter wat de verkeerde antwoorden zijn
of wat de problemen zijn met de populaire antwoorden
- Domein:
o Chemie bestudeert chemische dingen
o Biologie bestudeert het domein van het leven
o Filosofie houdt zicht bezig met beantwoorden van onbeantwoordbare en
fundamentele problemen
o Ook in andere ‘vakken’ zijn er niet-beantwoordbare vragen aanwezig
▪ Maar meestal zien wetenschappers deze vragen wel als futiel, verwarrend en
bedreigend
▪ Vragen eerst beantwoord en na veel denken wordt deze vraag
onbeantwoord
▪ Vragen eerst onbeantwoord en kunnen misschien later beantwoord worden
▪ Sommige vragen niet beantwoordbaar, maar helemaal niet filosofisch
bv. ‘wat is liefde?’ is onbeantwoordbaar en filosofisch
bv. ‘hoe lang zal ik leven?’ is onbeantwoordbaar, maar niet filosofisch
▪ Veel filosofen denken wel het antwoord te hebben gevonden op bepaalde
onbeantwoordbare vragen
- Deeldomeinen:
o Filosofie houdt zich bezig met het zoeken naar antwoorden op bepaalde vragen en
een bepaling van het domein van de subdisciplines
▪ Logica
▪ Metafysica
▪ Epistemologie
▪ Moraalfilosofie
o 2 nieuwe problemen
▪ Obv waarvan is bv ‘logica’ een filosofische discipline en geen wiskundige
discipline?
Het onderscheid tss ‘moraalfilosofie’ en ‘moraalpsychologie’ is heel dun
▪ Hoe moet je dan die domeinen definiëren? → wat is metafysica? : geen
bevredigend en volledig antwoord op deze vraag, maar geeft wel een idee
over wat dit inhoudt
▪ Zelfde met filosofie (hierboven): bv gaat over vragen, maar dit is geen
eenduidige definitie voor het begrip filosofie, maar we weten wel dat hier
vooral wordt opzoek gegaan naar antwoorden op bepaalde vragen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zGNK. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.72. You're not tied to anything after your purchase.