collectieve goederen zijn goederen wat je niet kan afnemen, ze zijn niet splitsbaar in
individuele eenheden en je kunt er geen prijs voor vaststellen. Dat is bijvoorbeeld de politie
of de dijkbewaking. Goederen die wel splitsbaar zijn en die door bedrijfsleven wordt geleverd
heten individuele goederen. Individuele goederen zijn leverbaar via markt.
overheid levert goederen wat je wel kan afnemen, die wel splitsbaar zijn en die dus ook door
bedrijfsleven kunnen worden geleverd. Deze door overheid geleverde individuele goederen
heten quasi-collectieve goederen. zo financiert de overheid onderwijs, gezondheidszorg
zodat deze toegankelijk wordt voor mensen met lage inkomens.
Externe effecten zijn effecten die optreden bij huishoudens die niet bij productie of
consumptie zijn betrokken.
Bij negatieve externe effecten is er sprake van schade of kosten, zoals uitstoot van industrie
die jouw gezondheid aantasten. Veroorzakers van vervuiling draaien niet op voor jouw
gezondheidsklachten en rekenen ze niet door in verkoopprijs. Je zou kunnen zeggen dat
evenwichtsprijs op markt niet goede prijs is. Er is sprake van extern effect als bijkomende
effect niet tot uitdrukking in prijs. Dit effect is negatief omdat leidt tot verlaging van welvaart in
ruime zin.
Als er voetbalwedstrijd is dan is het afval in het stadion voor de schoonmaakploegen wat wel
wordt doorgerekend in prijs. Maar alles wat ze achterlaten buiten het stadion zijn extra
uitgaven voor overheid die van belastingen worden betaald (gemeentewerkers). Kosten van
vervuiling, uitputting en andere negatieve externe effecten die niet in verkoopprijs worden
doorberekend behoren tot maatschappelijke kosten.
Maatschappelijke kosten zijn kosten van negatieve externe effecten van consumptie en
productie die worden afgewenteld op de hele samenleving.
Positieve externe effecten is er sprake van extra voordelen, die niet in prijs tot uitdrukking
komen. Bijv historisch gebouw opknappen, waardoor er meer toeristen komen. Hier hebben
hotels voordeel van. Positieve externe effecten leiden tot stijging van welvaart. Daardoor zijn
er ook maatschappelijke opbrengsten van productie en consumptie.
Maatschappelijke opbrengsten van productie en consumptie komen niet alleen de
onderneming of consument maar hele samenleving ten goede.
Als er sprake is van belangentegenstellingen of ongewenste inkomensverdeling gaat politiek
zich ermee bemoeien.
Als er geen concurrenten zijn hoeft bedrijf niet bang te zijn dat klanten weglopen. Daar kan
onderneming misbruik maken van economische macht.
Als vrije spel van vraag en aanbod leidt tot ongewenste verdeling van inkomens, ongewenste
externe effecten of ongewenste economische macht, grijpt overheid in door regulering en
collectivisatie. Als overheid vindt dat productie meer aan markt kan worden overgelaten,
wordt ingegrepen door deregulering en privatisering.
Veel mensen vonden dat overheid te veel invloed had daarom had overheid de
overheidsbedrijven verkocht en in particuliere handen genomen. Dat heet privatisering.
, Als particulier bedrijf wordt opgekocht door rijksoverheid heet dat nationalisering.
Bij collectivisatie worden taken van particuliere sector overgenomen door collectieve sector.
Overheid kan met accijnzen proberen productie en consumptie van goederen af te remmen
zoals sigaretten, alcohol. Accijnzen zijn extra belastingen op volgens overheid ongezonde of
schadelijke producten. Als overheid extra wetten of regels opstelt, heet dat regulering.
Andere voorbeelden van regulering zijn maximumprijzen, minimumlonen,
veligheidsvoorschriften, productieverboden en uitgebreid stelsel van vergunningen. In jaren
negentig zijn veel wetten en regels afgeschaft of versoepeld. Dat heet deregulering.
§6.2
Als overheid niet zou ingrijpen kan prijs op bepaalde markten onaanvaardbaar hoog worden.
Manier om daar iets aan te doen, is instellen van maximumprijs. Effect van maximumprijs is
mede afhankelijk van marktvorm.
Overheid heeft maximum gesteld aan hoogte van huur van sociale huurwoningen. Invoering
van maximumhuren heeft invloed op consumenten en productensurplus op markt van sociale
huurwoningen. Bekijk blz 191 voor grafiek.
Door maximumprijs ontstaat tekort aan huurwoningen omdat gevraagde hoeveelheid bij
maximumprijs groter is dan aangeboden hoeveelheid. Door instellen van maximumprijs is er
geen sprake meer van optimale allocatie, aanbod is niet afgestemd op vraag. Gemeenten
hebben taak om beschikbare huurwoningen op verantwoorde manier te verdelen. Overheid
doet daarom aan distributie waarbij mensen afhankelijk van hun inschrijvingstijd of urgentie
een huurwoning krijgen toegewezen. Sommige mensen hebben geen zin om te wachten en
zijn bereid meer te betalen dan maximumprijs.
Treinvervoer is monopolist. Als monopolist op vrije markt maximale winst wil behalen, stelt hij
prijs vast op MO=MK. Overheid wil treinvervoer voor iedereen betaalbaar houden en kan
monopolist maximumprijs opleggen.
paragraaf 6.3
Als overheid niet zou ingrijpen kan prijs op bepaalde markten onaanvaardbaar laag worden.
Soms is prijs zo laag dat aantal aanbieders hun kosten niet meer kan dekken. Voor die
aanbieders blijft er niets anders over dan bedrijf sluiten. Manier om daar iets aan te doen is
minimumprijs instellen.
In EU bestond bescherming van landbouwers minimumprijzen voor melk, suiker. In meest
ontwikkelde landen bestaan door overheid voorgeschreven minimumlonen, die werknemers
minimaal inkomen garanderen. Maar ook op particuliere markten zoals groenteveilingen
komen door aanbieders ingestelde minimumprijzen voor. Minimumprijs is er om aanbieders
te beschermen tegen te lage prijzen. Bekijk blz 199
Als er door minimumprijs aanbodoverschot ontstaat moet overheid aanbodoverschot
opkopen tegen minimumprijs.
Doordraai is dat een partij goederen uit verkoop wordt gehaald als prijs beneden
bodemgrens daalt. Deze bodemprijs of ophoudprijs of doordraaiprijs wordt bepaald door
veilingbestuur. Bij doordraai vindt bewuste aanbodbeperking plaats. Door hogere prijzen kan
totale winst toch toenemen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AnnexD. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.