Biologie voor jou handboek 2
Thema 2: Voeding
§1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Alles wat je eet en drinkt wordt een voedingsmiddel genoemd. Deze voedingsmiddelen bevatten
allerlei voedingsstoffen en voedingsvezels. Voedingsvezels worden niet door het verteringsstelsel
van de mens verteerd. Dit noem je ook wel ballaststoffen. Voedingsvezels zorgen ondanks toch voor
een goede stoelgang en de darmbewegingen.
De belangrijkste voedingsstoffen kunnen we opdelen in zes groepen:
1. Eiwitten (proteïnen)
2. Koolhydraten
3. Lipiden
4. Water
5. Mineralen (zouten)
6. Vitamines
Deze voedingsstoffen vervullen verschillende functies:
1. Bouwstoffen
a. Wordt gebruikt bij de vorming van cellen en weefsels
2. Brandstoffen
a. Levert energie voor groei, herstel en ontwikkeling en regelt het op peil houden van
de lichaamstemperatuur
Eiwitten
Eiwitten zijn polymeren van aminozuren. Eiwitten in je voedsel worden in het verteringsstelsel
gesplitst in afzonderlijke aminozuren. In de organen worden de aminozuren weer aan elkaar
gekoppeld in een specifieke volgorde eiwitten (eiwitsynthese). Er komen in het menselijk lichaam
twintig verschillende aminozuren voor. Acht van deze aminozuren worden onvoldoende in het
volwassen lichaam gevormd. Deze aminozuren moeten in je voedsel voorkomen. Dit zijn de
essentiële aminozuren. De andere niet essentiële aminozuren hoeven niet in het voedsel voor te
komen. In de lever worden de niet-essentiële aminozuren gevormd door andere aminozuren. Dit
proces heet transaminering.
Eiwitten zijn belangrijke bouwstoffen. Veel eiwitten zijn bestanddelen van cytoplasma, kernplasma,
tussencelstof en van chromosomen (structuureiwitten). Sommige eiwitten versnellen reacties in
cellen (enzymen) of regelen andere processen in het lichaam (hormonen). Transporteiwitten
hebben een functie bij het vervoer van stoffen. Eiwitten en aminozuren worden niet in je lichaam
opgeslagen. De aminozuren worden eerst omgezet in ammoniak. Dit wordt weer omgezet in ureum
en dat wordt met de urine uitgescheiden.
Koolhydraten
Koolhydraten worden ingedeeld in monosachariden, disachariden en polysachariden. Koolhydraten
zijn belangrijke brandstoffen. Bij een de grote hoeveelheid koolhydraten wordt de resterende
hoeveelheid opgeslagen in je lichaam. Een klein deel wordt omgezet in glycogeen en gaat naar de
lever en de spieren. De rest wordt omgezet in vet.
, Lipiden
Lipiden zijn vetten en oliën. Veel voedingsvetten en oliën zijn glycerolesters van verzadigde en
onverzadigde vetzuren. Dit worden triglyceriden genoemd. Vooral plantaardige oliën bevatten veel
meervoudig onverzadigde vetzuren. Dierlijke vetten zijn vooral verzadigde vetten en ook cholesterol.
Dit is een vetachtige stof in je bloed. Een te grote hoeveelheid hiervan (hypercholesterolemie) geeft
risico op hart- en vaatziekten. Het cholesterol plakt als het ware vast aan de vaatwanden en zo wordt
het bloedvat steeds nauwer. Het kan uiteindelijk leiden tot een volledige afsluiting en daarmee
zorgen voor bijvoorbeeld een hartinfarct. Verzadigde vetzuren leiden tot een verhoging van
hypercholesterolemie en onverzadigde vetten tot een verlanging.
De meeste vetzuren worden gevormd uit andere organische stoffen. Hierdoor hoeft je voedsel niet
veel vet te bevatten. Alleen de essentiële vetzuren zijn van belang. Denk hierbij aan bijvoorbeeld
linolzuur.
Vetten dienen vooral als brandstoffen. Een te grote hoeveelheid aan vetten wordt opgeslagen als
reserve-energie en wordt opgeslagen onder de huid. Verder kunnen vetten ook dienen als
bouwstoffen. Bij fosfolipiden is het vetzuur vervangen door fosforzuur. De fosfolipiden zijn een
bestandsdeel voor het vormen van membranen.
Water
Voor het grootste deel bestaan onze organen uit water. Het is daarmee ook een belangrijke
bouwstof voor je lichaam. Het is bijvoorbeeld een oplosmiddel voor verschillende stoffen en werkt
het als een transportmiddel. Ook speelt het een belangrijke rol bij het onderhouden van de
lichaamstemperatuur (door zweten daalt de temperatuur).
Mineralen (zouten)
Je hebt allerlei verschillende mineralen nodig als bouwstoffen. Je hebt hier maar een kleine
hoeveelheid van nodig per dag. Zo heb je bijvoorbeeld calcium, keukenzout (NaCL) en kalium nodig.
Sporenelementen heb je in een hele kleine hoeveelheid nodig. Dit zijn bijvoorbeeld fluor, jood, ijzer
en zink. Deze bevatten vaak sporen van enzymen en hormonen.
Vitamines
Vitamines zorgen ervoor dat je gezond blijft. Veel vitamines dienen als co-enzym. Sommige vitamines
worden niet door je lichaam gemaakt en moet je dus zelf innemen. De vitamines die wel door je
lichaam worden gemaakt noem je provitamines. Deze vitamines moeten dan in je voedsel zitten. Bij
gebrek aan vitamines ontstaan gebrekziekten (avitaminosen). Vitamines worden aangegeven door
letters. Je hebt bijvoorbeeld vitamine A,B,C,D en K. Vitamine B is een verzameling van verschillende
stoffen (het vitamine B-complex). Dit wordt dan met cijfers aangegeven; vitamine B 1 t/m B12.
Vitamine B en C zijn oplosbaar in water en vitamine A,D en k zijn oplosbaar in vet. (Waas, Smits, &
Bos, 2006)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FleurKoppen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.