Navorsingsmethodes En Statistiek In De Revalidatiewetenschappen
All documents for this subject (18)
Seller
Follow
phebewilmots
Reviews received
Content preview
Oefeningen les 4: One way Anova
1. Men vergelijkt jongeren die verschillende soorten training hebben gekregen.
De jongeren van club 1 en 2 kregen trainingsprogramma A, de jongeren van
club 3 trainingsprogramma B en deze uit club 4 en 5 kregen
trainingsprogramma C. Op het einde van het seizoen, werd er een conditietest
(score op 20) en een technische proef afgenomen (score op 10), steeds hoe
hoger hoe beter. Scoren de drie soorten trainingen verschillend wat betreft
conditie? Is het zo dat trainingsprogramma C beter scoort op techniek in
vergelijking met de 2 andere trainingsprogramma’s?
Maak 3 variabelen: Club (1,2,3,4 of 5) , Conditiescore en techniekscore.
Hercodeer de variabele club naar het soort training of je maakt deze direct
handmatig. Voor het eerste deel van de vraag doen we een one way ANOVA
tussen Trainingsprogramma (factor met 3niveaus) en conditie (dependent list).
Duw op post hoc (want er is geen hypothese). Selecteer tukey + specifieer het
significantie level en druk op continue. Duw nog op options en selecteer
‘homogeneity of variance test’ = levene’s test (omdat het een between design is) ,
duidt ook ‘descriptives’ aan. Lev. F = 0.071 en p=0.932
> 0.01 dus voldoende.
, Kleiner dan 0.05. Dus significant. H0
verwerpen en Ha aanvaarden. We weten nog niet waar het verschil zit.
< 0.05. Er is een verschil tussen
trainingsprogramma B en C. Kijk naar de descriptives tabel naar de gemiddelden.
B is hoger. Trainingsprogramma B scoort beter dan trainingsprogramma C.
Voor het tweede deel van de vraag. Ook een one way anova met techniek
(dependent list) en training(factor), we gebruiken een contrast omdat het een
verwachting/hypothese is. (Je kan de post hoc uitklikken want je hebt deze niet
nodig).
Coëfficiënten invoeren: 1 1 -2 (volgorde is belangrijk!! Het ging over C), het totaal
moet 0 zijn. De groepen die samenhoren moeten hetzelfde getal hebben.
Options blijven hetzelfde.
Dit moet je noteren op examen.
Bij de tabel van homogeneity is p=0.001, dit is kleiner dan 0.01. Geen significant
verschil op vlak van Levene’s test. We moeten aanvaarden dat de varianties niet
voldoende gelijk zijn tussen de groepen (A,B ten opzichte van C).
We gaan kijken naar de contrast test.(ANOVA tabel mogen we niet interpreteren!!)
P waarde is kleiner dan 0.05, H0 verwerpen en Ha aanvaarden. Bij descriptives tabel
zie je dan dat C beter scoort dan B en A. Dus antwoord = ja.
Je moet eigl p nog delen door 2, al heeft het hier geen invloed op de conclusie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller phebewilmots. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.