volledige samenvatting voor de examens
uitgebreide samenvatting 6vwo over hoofdstuk 5 (HERHALING Aarde), hoofdstuk 6 (HERHALING Gebieden Zuid-Amerika) en hoofdstuk 7 (HERHALING Leefomgeving) met plaatjes en alle dikgedrukte begrippen
5.1 Circulatiesystemen
Stralingsbalans
Hoeveelheid straling dat aarde bereikt afhankelijk van:
1. Dichtheid wolkendek
2. Breedteligging op aarde
3. Lengte van de dag en de zonnestand gedurende de dag.
Atmosferische circulatie (luchtstromen en H L drukgebieden) kenmerken:
1. Wind van hogedrukgebied lagedrukgebied. Noordelijk halfrond afwijking
naar rechts, zuidelijk naar links= wet van Buys Ballot. Afwijking gevolg van
draaiing bolvorm aarde= corioliseffect.
2. Passaat= stevige wind van subtropisch hogedruk naar evenaar
3. Schuine stand aarde: zonnestand verschuift van kreeftskeerkring naar
steenbokkeerkring en terug. ITCZ beweegt mee met zonnestand. Vooral
boven land.
4. Moesson= halfjaarlijkse wisselende wind, door verschuiving ITCZ. Noordelijk
halfrond sterkst door veel landmassa warmt sneller op dan oceaan. Tussen
april-september zuidoostpassaat over evenaar naar noord, daar afwijking naar
rechts uit zuidwesten. Zeewind= natte moesson. Landwind= droog
5. Onze breedte: warme lucht uit subtropen stijgt tegenover koude lucht van
polen hier lagedrukgebied
Oceanische circulatie (alle waterstromen dmv wind en temp/zout) kenmerken
1. Koude (van hogere breedte) en warme (van lagere breedte) zeestromen
2. Thermohaliene circulatie door verschil in temp (thermo) en zoutgehalte
(halien). Diepwaterpomp in Atlantische Oceaan grote rol hierin.
Atmosferische en oceanische voor warmte-uitwisseling tussen koud warm gebied.
Netto transport warm naar polen.
5.2 Klimaten
Grenzen trekken: classificeren. Köppen-systeem door samenhang klimaat en
natuurlijk plantengroei. Klimaatgebieden hebben ongeveer zelfde klimaat, komt
vaak overeen met landschapszones door zelfde vegetatie.
Klimaatfactoren
1. Geografische breedteligging. Hoe verder van de evenaar, hoe schuiner de
zonnestralen invallen. Richting polen kouder en minder regen. Woestijn
uitzondering hogedrukgebieden, dalende lucht hier weinig neerslag.
Bepaald overheersende windrichting, zee/land.
2. Gebergten en hoogte. Hoe hoger hoe kouder. Lijzijde droog omdat vochtige
wind tegen berg klapt omhoog=koud=condenseert=regen, als wind weer
daalt is het niet meer vochtig, weinig neerslag nog.
3. Type oppervlak. Opwarming/afkoeling water moeilijker dan land, kleiner temp
verschil zomer winter. ITCZ zomers boven India verder noord dan bij Zuid
Amerika meer land. Aan zee=meer neerslag. Warme zeestroom versterkt
effecten, koude stroom verzwakt koelt lucht erboven af, koele zeewind,
minder vocht= droger klimaat
Bijzondere klimaten
1. Woestijnklimaat westen VS; gebergten kust houden vochtige lucht tegen ook
koude zeestroom.
2. Landklimaat Japan eiland: overheersende westenwind uit Siberië ondanks de
zee en breedteligging.
3. Gematigd klimaat in Afrika door hoogteligging; bergen zorgen voor regen, veel
lagedrukgebieden
5.3 Landschapszones
Tropische zone tropisch regenwoud rond evenaar met savanne.
Warm en vochtig; snelle plantengroei/afbraak voor voedingsstof, bodemdeeltjes die
stof vasthouden snel kapot onvruchtbaar. Rondom regenwoud droge winter.
Steeds minder dicht oerwoud door overgebruik.
Aride zone savanne droger/boompjes=steppe, geen vegetatie= woestijn= aride.
Weinig leven, voedingsstoffen+ irrigatiewater best ok, merendeel woestijn=rots:slecht
Subtropische zone relatief warm gematigd klimaat
Droge hete zomers+ milde regenachtige winters; hogedruk van woestijn hier zomers.
Ook vochtige zomers+ droge winters bijna savanne maar door ligging te koud voor
tropische zone geleidelijke landschapsovergang. Droge zomer sterk aangepast
droge winter niet ivm koudheid al aangepast.
Gematigde zone niet bijzonder warm/kou/nat/droog, nederland, veel loofbossen.
Droger gebied; grassteppen, zeer vruchtbaar door humus door droogte niet
afgebroken, nu graanbouw. Geschikt voor bewoning en landbouw.
Boreale zone lijkt op gematigd maar kouder in winter, naaldbossen.
Plantenresten mega slecht afgebroken: zure bodems niet vruchtbaar, naaldbomen
grondstof productie papier.
Polaire zone koud.
Richting noordpool en hooggebergte: naaldbos mos/gras=toendra. Ijskappen,
mensen leven van jacht rendier/vis. Geringe draagcapaciteit. Nomadisch bestaan.
5.4 Endogene processen
Platentektoniek https://www.youtube.com/watch?v=dI4bpTDT9LI
Actualiteitsbeginsel: processen verleden vergelijkbaar nu. Geologische tijdschaal
tot stand (geschiedenis in tijdvakken). Aardkorst uit oceanische korst (basalt,zwaar)
en continentale (graniet). Vloeibare deel mantel: athenosfeer. Vaste gesteente
mantel en korst: lithosfeer. Aardplaatbewegingen:
1. Divergerende plaatgrenzen, uit elkaar. Midoceanische rug gevolg,
oceanische korst groeit hier omhoog door magma.
2. Convergerende plaatgrenzen, naar elkaar. Subductie: oceanisch onder
continentaal mantel in diepzeetrogvorming. Wegduikend smelt: magma met
lagere dichtheid dan mantelstijgt voeding vulkaan. 2 continentale maken
plooiingsgebergte.
3. Transforme plaatgrenzen: langs elkaar
Bewegingen veroorzaakt door mechanismen:
https://www.youtube.com/watch?v=-xWo1VsgRW8
1. Slab pull: wegzakkende oceanische korst trekt rest aardplaat mee
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marloesepp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.