Een erg uitgebreide samenvatting voor Basistextiel 2 Breien van HS. 1, 2 en 3 uit reader 'Breien en Eigenschappen 1107'. Met duidelijke plaatjes en voorbeeld breischema's.
Basistextiel 1.2 | Breien en
eigenschappen
Hoofdstuk 1
1e slide: linksboven is hartslagader (gebreid); banaan ding=hartklep, omhulsel is gebreid, wordt
ingekapseld en overgroeid met eigen weefsel
Gemiddelde auto +- 30 kg textiel
Tuften: zie je bij tapijten (niet uitgebreid behandeld in lessen)
Doekconstructies
Weven: 2 (of meer) draadsystemen die loodrecht kruisen. Wijze van kruisen = bindingsleer.
Kernmerken: stabiel, stevig, stug.
Breien: 1 draadsysteem, lussen houden elkaar vast. Kenmerken: rekbaar en stabiel, volumineus,
isolerend.
Vlechten (veters, riemen): 1 draadsysteem, draden kruisen diagonaal, waarbij een plat of buisvormig
vlechtsel ontstaat.
Non-woven: géén draadsysteem, vezels kriskras door elkaar > vormen een vlies. Kan verstevigd
worden door vernaaien of lijmen.
Breien = in lussen leggen van 1 of meer draden die elkaar onderling tot steken verbinden.
Kuleren = in lussen leggen van de draden.
Draad in breedterichting aangevoerd en verwerkt.
Inslag = breedterichting.
Kubleerbreien = Inslagbreien
Handbreimachine
2 dakvormig geplaatste naaldenbedden (hoek van 90
graden).
Voorbed (VB) is aan zijde waar machine wordt
bediend), achterbed (AB) andere zijde.
Stalen platen met groeven waar de breinaalden in
lopen. Naaldgroeven op vaste afstand van elkaar >
bepaalde fijnheid (deling) kan zo worden verkregen.
Deling van het naaldenbed
(Hoe hoger de deling, hoe fijner de naalden; hoe lager de deling, hoe grover de naalden.)
Engelse deling “E”, de Gauge is het aantal naalden per inch (2,54cm).
Zwitserse deling, de Jouge is de afstand tussen 2 naalden in tienden van mm.
Opdracht slide 14: E.d. > 10 naalden op 1 inch (E10/10’er deling) => 82/2,54=32,28. 10*32,28=322
naalden. Hiervan de z.d. > naaldafstand 2,5mm = 25’er deling.
Breinaalden
Bekendste: tongnaald en schuifnaald.
Tongnaalden: kleine koppen, grote koppen,
computergestuurde breimachine naalden etc.
, Lus over tong, via holte voor ruimte, draad in kop, lus over kop > nieuwe lus gemaakt.
Lepel zit aan uiteinde tong, beetje hol, sluit mooi
over kop aan > draad makkelijk overheen glijden.
Hoe langer de schacht is, hoe beter deze in de groef
zal glijden.
Nok zorgt voor besturing van de naald.
Het slot
Aantal driehoekige platen die over naaldenbed heen en weer
worden bewogen > stoten tegen nok naald aan (die
geselecteerd zijn) > gedwongen door de naaldgroef te
bewegen (4) > naalden bewegen omhoog en omlaag.
1 = oploopkam > beweging omhoog.
2 = steekregelkam > beweging omlaag.
3 = slotplaat, kammen die slot vormen hierop bevestigd.
4 = slotbaan, ruimte tussen de kammen.
Slotplaat over naaldenbed = 1 slag.
Heen en weer over naaldenbed = toer (2 slagen).
Machine 2 slotplaten met brug gekoppeld > geheel = slede (2
naaldenbedden gelijktijdig bedienen).
Steekvorming
Lus om naald en nieuwe draad in haak (2) > naald
naar beneden > tong gesloten (3) > naald door lus
getrokken (4) > naald omhoog (5) > tong naar
beneden (6) > lus over tong (1) > repeat.
Rechtse kant: V’tjes (legs)/X (face),
Linkse kant: boogjes (crowns)/O (back).
Boogje: kop, pootjes, voetjes. Onderdelen die bij
een lus gevormd worden.
Stekenrij (horizontaal, inslagrichting, aantal bepaald lengte) en stekenstaaf
(verticaal, kettingrichting, aantal bepaald breedte) maken het breisel.
Naald die actief is, is rechts en geeft rechtse steek.
Enkelbeds breimachine altijd aan naaldzijde rechtse steken en andere zijde linkse (RL)
Draadspanner(veer) en schotelrem, draadgeleiders
Garen van cone moet onder juiste garenspanning verwerkt
worden. Ideale spanning = 0, echter niet te realiseren.
Garenspanning in sterke mate bepaald door de schotel-rem
> bestaat uit 2 schotels die door veertje tegen elkaar
worden gedrukt, met gat tussenin waar garen doorheen
gevoerd wordt. Veer/draadhefboom = regelbaar door
draaiknop > draad op spanning houden zodat een strakke zelfkant ontstaat zonder lussen.
Op het slot zitten draadgeleiders-neusjes > garen tussen de naalden
leggen om te breien. Achterste neusje (enkel neusje) = enkele garens
breien, voorste neusje (plateerneusje voor 2 garens) = meerdere
garens breien. Plateerneusje: gaatje (2.1) voor garen zichtbaar R,
neusje/gleuf (2.2) voor garen zichtbaar L.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JuulVermorken. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.06. You're not tied to anything after your purchase.