Examenvorm
• Mondeling
• Met schriftelijke voorbereiding
• 2 casussen (1 fysische, 1 reuma)
• Samen met fysische en revalidatie
Leerstof
• Lessen
• Blokwijzer
Overzicht lessen:
• 4 theorie lessen
• 4 kliniek lessen
• 1 klinisch redeneren les
Inhoud
1. Diagnostische strategie
2. Reumatoïde artritis
3. Spondyloartritis
4. Systeemziekten
5. Infectieuze, reactieve en infectiegerelateerde artritis
6. Kristalartritis
7. Osteoartrose
8. Osteoporose
9. Arteriitis temporalis en polymyalgia reumatica
10. Met op het einde: korte overzichten per ziekte.
Tip: bekijk voor de eerste keer deze samenvatting samen met de figuren uit de cursus.
Over het examen:
• Het examen en de leerstof zijn niet heel moeilijk maar je moet je wel goed kunnen situeren
in de leerstof: belangrijkste is een DD maken en uitleggen waarom
• Leer de aandoeningen die we gezien hebben en schrijf deze op, begin dan te schrappen
welke zeker niet kunnen (en leg ook uit waarom) zo hou je de beste DD over!
Achteraan vind je een overzicht (van zo goed als heel de cursus) dat je kan helpen in de DD te maken.
1
,H1 Diagnostische strategie
Inleiding:
Tweestapsbenadering in de diagnose
1. Patroon definiëren
2. Differentiaal diagnose maken
Pijnpatronen
1. Regionale pijn
2. Gegeneraliseerde pijn
3. Axiale pijn
4. Botpijn
5. Musculaire pijn
1 Regionale pijn
Er zijn 4 soorten regionale pijn
1. Peri-articulaire pijn
2. Articulaire pijn
3. Neurogene pijn
4. Gerefereerde pijn
Peri-articulaire pijn Articulaire pijn
= structuren die buiten gewrichtskapsel liggen = structuren in gewrichtskapsel
• Pezen en -inserties
• Slijmbeurs (bursa)
Uitgelokt door bepaalde bewegingen Uitgelokt door alle bewegingen
Beweging tegen weerstand kan pijnlijk zijn Beweging tegen weerstand niet pijnlijk want
gewricht geïmmobiliseerd
Mechanisch pijnpatroon
• Toename bij beweging
• Afname bij rust
+ nachtelijke pijn (als je op structuur ligt)
Actieve beweging pijnlijker dan passieve Actieve = passieve want in beide w gewricht
bewogen.
Palpatie thv structuur (weg van Palpatie in gewrichtsspleet doet pijn
gewrichtsspleet) doen pijn
Soms zwelling, roodheid, warmte bij Crepitaties
inflammatie thv huid of bursitis. Zwelling
Deformaties
Actief beperkte rang-of-motion, passief Meest uitgesproken pijn wanneer gewricht in
bewaarde. einde van range-of-motion zit.
Neurogene pijn
Door compressie, irritatie, inflammatie zenuw(wortel).
Gevoelsstoornissen:
• Tinteling
• Brandend
• Elektrisch
2
, • Op watten lopen
• Verminderd of doof gevoel
• Volgens dermatoom
Pijn uitlokken door
• Valsalva (blazen op hand)
• Wervelzuil mobiliseren thv betrokken deel
Gerefereerde pijn
= oorzaak van pijn ligt op afstand van de pijn.
• Pathologie thv interne organen
o Vaak vaag patroon
o Gerichte musculoskeletale onderzoek is normaal
• Pathologie thv axiale skelet of grote proximale gewirchten
o Wervelzuil, sacro-iliacaal gewricht
o Schouders heupen
Myocard Linkerschouder
Galblaas Rechterscapula
C1 Mediale superior rand rechter scapula
C5 Scapulapunt rechts
Pancreas, aorta-aneurysma Middorsaal
Nier Paravertebraal laagdorsaal
L2 Thv bil
Heup Voorzijde bovenbeen tot aan mediale zijde knie: brede, niet scherp
omlijnde zone
Beter als je er over wrijft
Knie bewegen zonder heup = pijnvrij.
2 Gegeneraliseerd pijnsyndroom
= chronic widespread pain syndrome OF multiple regional pain syndrome
Eigenschappen:
• Overal pijn hebben
• Diffuse en weinig specifieke manier
• Oorzaak: meestal fibromyalgie
• Pijnklachten kunnen zeer uitgesproken zijn zonder dat de arts er een duidelijk somatisch
correlaat aan kan koppelen (bv geen gezwollen gewrichten,…)
Fenomenen in context van langdurige pijn: (ook chronische inflammatoire aandoeningen)
• Perifere sensitisatie = hogere respons en verlaagd drempelniveau van perifere nociceptieve
neuronen op prikkels.
• Centrale sensitisatie = normale of zelfs onder drempelwaarde afferente input in een
toegenomen respons.
R/ kine, psycho, TCA,…
3 Axiale pijnklachten
Rug- en nekpijn → heel frequent, meestal <6w.
Indien >6w = chronisch → verder nazicht (cave rode vlaggen)
3
, 4 Botpijnen
Diepe, diffuse, continue pijn
• Niet gerelateerd aan beweging
• Vaak niet gelokaliseerd thv gewricht
• Uitlokken door kloppen op specifieke botzone
• ’s nachts meer uitgesproken
Oorzaken: bottumoren, metabole botaandoeningen, avasculaire necrose, periostitis
Botmeta’s: vaak thv wervelzuil, bekken, proximale humerus of femur.
5 Musculaire pijn = myalgie
= frequent bij virale syndromen en systeemziekten (bv systeemlupus)
Let op: DD
• Spierzwakte: myopathie
• Myositis, inflammatie
• Degeneratieve aandoeningen van de spier
• Clonus of fasciculaties kan helpen bij DD maken
Klachten thv gewrichten
➔ We hebben het hier enkel over articulaire pijn
Dan gaan we verder onderscheid maken:
1. Inflammatoir vs mechanisch
2. Tijdsverloop
3. Patroon van aantasting
4. Artralgie vs artritis
5. Profiel van pt
6. Extra-articulaire of systemische klachten
1 Inflammatoire vs mechanische pijnpatroon
Moet obv annamnese!
Mechanisch Inflammatoir
Verbetert in rust Verbetert in beweging
Startstijfheid: kortdurende stijfheid na lang Startstijfheid: verlengd >30min.
zitten. Na enkele minuten stappen weg.
Onafh van tijdstip tijdens dag
Belastingsgebonden pijn: pijn neemt toe bij Ochtendlijk dominant aspect: verbetert als de
gebruik van gewricht: meer op einde van dag dag vordert, geen relatie met belasting
Ochtendstijfheid: <30min Ochtendstijfheid: altijd en >30min
Nachtelijke pijn: enkel houdingsgebonden. Gaat Nachtelijke pijn: in 2e deel van nacht. Pt moet
weg als je wisselt uit bed en rondwandelen.
Bij langdurige ziekte: beide patronen aanwezig en in elkaar overvloeien → niet zwart-wit denken!
4