100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Business Research Methods, ISBN: 9780077157487 Kwantitatieve Onderzoeksmethoden (EBB051A05) $8.59
Add to cart

Summary

Samenvatting Business Research Methods, ISBN: 9780077157487 Kwantitatieve Onderzoeksmethoden (EBB051A05)

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Boeksamenvatting voor het vak Kwantitatieve Onderzoeksmethoden van de Bachelor Bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen

Preview 3 out of 23  pages

  • Yes
  • January 27, 2022
  • 23
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Week 1: Business en management onderzoek en dataverzameling
1.1 BUSINESS EN MANAGEMENT ONDERZOEK

Concept: Algemeen geaccepteerde verzameling van betekenissen of kenmerken die geassocieerd worden met
gebeurtenissen en situaties.

Construct: Een abstract concept (bv: ‘persoonlijkheid’), kan ook uit combinatie van verschillende concepten bestaan.

Conceptuele definitie: De definitie van wat er onder ieder concept in het conceptuele model verstaat wordt en waar het begrip precies
betrekking op heeft (theoretische literatuur).

Operationele definitie: Een definitie verwoord in specifieke test- of meetcriteria. De definitie moet meetbaar zijn en kenmerken bevatten
die geobserveerd kunnen worden en uit de praktijk komen.



Variabele = een symbool waar een bepaalde rangorde of waarde aan toegewezen wordt

Er zijn verschillende soorten variabelen:
1. Dichotome variabelen: kan twee waarden aannemen, het gaat hierbij om de aan- of afwezigheid van een eigenschap (geslacht)
2. Discrete variabelen: geeft een bepaalde categorie aan (religie)
3. Continue variabelen: hebben waarden binnen een bepaalde interval, altijd getal als waarde (leeftijd)


Onafhankelijke variabele: voorspellers, beïnvloedt afhankelijke variabele,
staat in een conceptueel model aan de linkerkant
Afhankelijke variabele: staat in een conceptueel model aan de rechterkant

Hypothese: de pijlen die van links naar rechts lopen, geven aan hoe de
onafhankelijke variabele invloed hebben op de
afhankelijke variabelen


Modererende variabele: Een tweede afhankelijke variabele die een significant effect heeft op de relatie tussen de originele afhankelijke
variabele en de onafhankelijke variabele.




Mediërende variabele: Een concept dat verklaart waarom de onafhankelijke variabele invloed heeft op de afhankelijke variabele.




Controlevariabelen: Variabelen die mogelijk van invloed zijn op de onafhankelijke variabele, maar niet worden meegenomen in het
onderzoek (in figuur aangegeven met onderbroken lijn, vb: geslacht).

 Het is van belang om uit te sluiten dat de variabele geslacht dan geen invloed heeft op de concepten in het onderzoek.
Als blijkt dat geslacht toch van invloed is, noemen we dat een verstorende variabele.


Wanneer operationele defnities zijn opgesteld moeten deze worden omgezet in indicatoren.

Indicatoren: Beschrijven het totaal van het concept. Indicatoren breken de operationele definitie op en meten verschillende onderdelen
ervan. De indicatoren worden vervolgens omgezet in vragen voor de vragenlijst.


Propositie: Een uitspraak over een concept. Deze uitspraak kan waar of onwaar beoordeeld worden a.d.h.v. observerende criteria.
(Als een propositie geformuleerd is om empirisch getoetst te worden, wordt het ook wel een hypothese genoemd).

Hypothese: Heeft de vorm van een stelling, maar is nog van voorlopige aard. Het bevat een uitspraak waarin variabelen aan zaken
worden toegewezen. Een zaak is dan een entiteit of een ding dat de hypothese benoemt.

,Er zijn twee soorten hypothesen:
1. Beschrijvende hypothese: Beschrijft het formaat, het type of de verdeling van een bepaalde variabele. Een beschrijvende
hypothese doet een veronderstelling over het bestaan van een factor.
2. Relationele hypothese: Doet een uitspraak over de relatie tussen twee variabelen t.o.v. een bepaalde zaak.
Twee soorten:
 Correlationele hypothese (verklaart dat de variabelen zich samen voordoen op een bepaalde manier zonder dat de een
de ander veroorzaakt)
 Verklarende/causale hypothese (verklaart dat het bestaan of de verandering van de ene variabele leidt tot een verandering in
de andere variabele)

Een hypothese heeft de volgende functies
o Het geeft richting aan het onderzoek
o Het identificeert feiten die wel en niet relevant zijn voor het onderzoek
o Het suggereert welk onderzoeksdesign het meest gepast is
o Het voorziet in een duidelijke opzet voor de conclusies



Een goede hypothese voldoet aan drie voorwaarden
A. Het is toetsbaar
- er zijn geen technieke nodig die niet beschikbaar zijn
- er is geen verklaring nodig die wetten uitdaagt
- er zijn geen consequenties
B. Het is geschikt voor zijn doel
C. Het is beter dan zijn rivalen
- de hypothese heeft een groter bereik
- de hypothese geeft meer uitleg
- de hypothese legt meer andere feiten uit



Theorie: Een groep systematisch samenhangende concepten, definities en beweringen. Een theorie heeft als doel feiten te
voorspellen en te doorzien.

Een theorie is van waarde, want:
 Beperkt het aantal feiten dat we moeten bestuderen
 Suggereert welke onderzoeksbenaderingen de grootste betekenis zullen hebben
 Suggereert een systeem voor de onderzoeker om gegevens op de meest zinvolle manier te classificeren
 Vat samen wat bekend is over een object en vermeldt de eenheden die buiten onmiddelijke waarneming liggen
 Kan worden gebruikt om toekomstige feiten te voorspellen


Model: Weergave van systeem met als doel het systeem te kunnen onderzoeken (hulpmiddel om theorie overzichtelijk te maken).

Er zijn drie soorten modellen
1. Beschrijvend model: beschrijft het gedrag van elementen in het systeem op de plekken waar de theorie ontoereikend is of
niet bestaat
2. Verhelderend model: breidt de toepassing van al ontwikkelde theorieën uit of verbetert het begrip van hun concepten
3. Simulatiemodel: verduidelijkt de structurele relaties tussen concepten


Een model kan statisch of dynamisch zijn

 Statisch model: geeft het systeem weer op een specifiek moment in de tijd
 Dynamisch model: geeft de ontwikkeling van het systeem door de tijd heen en weer

, 1.2 D ATAVERZAMELING

Er zijn drie dimensies die de dataverzamelingsmethode bepalen
1. Communicatie: de onderzoeker neemt het gedrag van de respondenten op en aanschouwt hun reacties
Observatie: de onderzoeker observeert responten zonder dat er direct contact is
2. Kwalitatief: informatie wordt verzameld aan de hand van individuele interviews of observatie van respondenten
Kwantitatief: informatie wordt verzameld aan de hand van gestructureerde interviews of gestructureerde observaties
3. Primair: informatie wordt door de onderzoeker zelf gegenereerd
Secundair: er wordt gebruik gemaakt van al bestaande informatie



Communicatieonderzoek: Het gedrag van mensen wordt opgenomen en de onderzoeker aanschouwt de reacties van deze mensen

Voordelen van communicatieonderzoek:
 Het is een veelzijdige methode
 Abstracte informatie kan verder geconcretiseerd worden door verder te vragen
 De onderzoeker kan dieper ingaan op de overtuigingen van respondenten
 Het kan toegepast worden wanneer er sprake is van onbewuste informatie

Nadelen van communicatieonderzoek:
 Het kan zich voordoen dat de respondent niet over de juiste informatie beschikt
 Het kan zich voordoen dat de respondent geen mening heeft over een onderwerp
 Het kan zich voordoen dat de respondent vragen verkeerd interpreteerd
 Het succes van het onderzoek is afhankelijk van in hoeverre de respondent meewerkt



Een succesvol communicatieonderzoek voldoet aan drie voorwaarden:
I. De respondent beschikt over de informatie waar naar gevraagd wordt
II. De respondent begrijpt zijn rol (=nauwkeurige informatie leveren)
III. De respondent is voldoende gemotiveerd om mee te werken


Om er zeker van te zijn dat de respondent voldoende gemotiveerd is, moet de onderzoeker het volgende zeker stellen:
 De respondent ziet het nuut van het onderzoek in
 De respondent moet zich volledig vrij voelen
 Het onderzoek bevat een goede instructie
 De band met de respondent is goed gedurende het onderzoek



Non-resons error: Als de reacties van respondenten op een systematische manier verschillen van de reacties van niet respondenten.

Er zijn twee soorten non-respons
1. Toevallige non-respons: de respondenten en de non-respondenten verschillen niet op belangrijke variabelen,
waardoor de resultaten van het onderzoek niet een ander beeld zullen geven
2. Systematische non-respons: de respondenten en de non-respondenten verschillen wel op belangrijke variabelen wat
resulteert in een vertekend beeld van de werkelijkheid


Een non-response error ontstaat wanneer:
 de onderzoeker de respondent niet kan lokaliseren
 de onderzoeker de respondent niet over kan halen tot deelneming
 de respondent in een deel van het onderzoek niet reageert

Hierdoor wordt de uitslag van het onderzoek beïnvloed n het resultaat minder geloofwaardig


Non-response errors kunnen op drie manieren geminimaliseerd worden
1. Call-back procedures: de respondent herinneren mee te doen aan het onderzoek (brief, e-mail, telefoongesprek)
2. Nieuwe subpopulatie: de onderzoeker behandelt niet alle niet-respondenten als een nieuwe subpopulatie, kan leiden tot bias
3. Vervangen: de niet-respondent wordt vervangen door een andere respondent

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller leoniekoelma. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.59. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.59
  • (0)
Add to cart
Added