100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Examenvragen dier biodiversiteit en functie $11.26   Add to cart

Exam (elaborations)

Examenvragen dier biodiversiteit en functie

 37 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Dit zijn examenvragen van verschillende jaren van het deel dier met de antwoorden erbij

Preview 2 out of 15  pages

  • January 27, 2022
  • 15
  • 2021/2022
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers
avatar-seller
EXAMENVRAGEN DIERKUNDE

1) SVS dunne darm en maag
Maag:
Initiele vertering en opslag bij vertebraten, bij andere diersoorten is dit anders (vb vermalen)
Maagklieren: eiwitafbraak en produceren pepsinogeen (enzyme: pepsine). 
zelfversterkend proces  pepsinogeen activeren tot nog meer pepsine. Activatie hiervan
wordt ondersteund door Hcl. De secretie is continu. Ook is er mucus: een soort van slijmlaag
met een film over de maagwand bedoelt als bescherming
Dunne darm:
Finale vertering en absorptie. Het heeft oppervlaktevergroting, darmvili en microvilli
(uitstulpingen van het darmweefsel met bloedvaten die stoffen meenemen). Cellen worden
voortdurend vervangen want zijn onderhevig aan veel schade.
Duodenum (twaalfvingerige darm):
- Chymus: voeding + maagzuur + enzymen
- Pancreassap
- Gal  stijging pH
- HCO3  neutraliseert pH
Gal:
- Productie in de lever
- Opslag in galblaas
- Vrijstelling duodenum gestimuleerd door vettige voeding: galzouten zijn belangrijk
voor de vertering van vetten.
De verteringsenzymen in de maag en dunne darm:
- Maag: PROTEÏNEN die door pepsine worden omgezet tot polypeptides. DUNNE
DARM: Deze worden door proteasen omgezet tot kleine peptiden en later door
peptidase tot AMINOZUREN
- MOND: KOOLHYDRATEN worden door amylase omgezet tot polysachariden in
DUNNA DARM door amylase tot disachariden en door dissacharidase tot
MONOSACHARIDES
- NUCLEÏNEZUREN: worden door nuclease omgezet tot nucleotides en verder door
nucleotidase en fosfotase tot BASES, SUIKERS EN FOSFATEN
- VETTEN triglyceriden worden door lipase omgezet tot glyceriden en monoglyceriden

Absorptie is beperkt in de maag want weinig opp. Absorptie gebeurt vooral in de dunne
darm (zie hierboven)

2) Zenuwactiepotentiaal

, - Neuron in rust: -70 mV, er komt een stimilus binnen en membraan stijgt al een
beetje. Prikkel moet sterk genoeg zijn voor actiepotentiaal wordt gestart  bij -55
mV openen de kanalen en zal natrium naar binnen stromen (passief proces want er is
meer Na buiten dan binnen)  er is een concentratiegradiënt
- Intracelullair milieu wordt positief, depolarisatie maximum wordt bereikt (30 mV) en
de Na kanalen sluiten.
- Als snel geneog prikkels krijgt is de drempel overschreden  Na+ sluiten en K+
kanalen openen
- Positieve ionen verlaten het neuron  repolarisatie (= herstellen)  K stroomt uit de
cel  meer K buiten dan binnen (passief proces want er is een concentratiegradiënt).
Intracelullair milieu wordt terug negatief geladen
- K+ kanalen blijven iets te lang open = hyperpolarisatie tot -90mV
- Rustmembraanpotentiaal wordt bereikt = refractaire periode = rustperiode
o Onmiddellijk na actiepotentiaal
o Prikkel kan nooit teruglopen in een actie  loopt van axonheuvel tot
axonuiteinde, nooit tegengesteld.
o Absolute refractaire periode
 Geen ontwikkeling van nieuwe actiepotentiaal door inactieve Na+
kanalen
 Wanneer repolarisatie bezig is kan geen depolarisatie optredden
o Relatieve refractaire periode
 Verlaagde gevoeligheid door hyperpolarisatie
 Er kan een nieuwe zenuwactiepotentiaal gestart worden indien de
drempelwaarde bereikt wordt omdat we al aan -90 mV zitten

3) Nierfunctie en structuur bij vertebraten, hoe wordt hyperosmotische urine
gevormd?




Miljoenen nefronen die leiden tot urineproductie. Één nefron: is de functionele eenheid van
de nier. Nefron zorgt voor filtratie -> bloed komt binnen via afferente arteriolen. Bleod
wordt gefilterd in het capillair kluwen = nierlichaampjes = glomerulus.
 Bloed wordt gefilterd over wand capillairen en komt terecht in het kapsel van Bouwman
 Wat er overblijft is vooruine.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentUA123. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.26  1x  sold
  • (0)
  Add to cart