In dit document worden antwoorden en beredeneringen van verschillende filosofen gegeven op de belangrijkste punten uit hun tekst. De kernpunten worden toegelicht en alle tentamenstof wordt samenvattend behandeld.
● Je moet begrijpen wat enhancement is en waarom het geven van een definitie hiervan
een complex probleem is.
Enhancement: ‘improving form and function beyond what is necessary to sustain good
health’ (het verbeteren van vorm en functie, bovenop de behandeling/dat wat nodig is om
goede gezondheid te garanderen). Bij enhancement gaat het dus om ingrepen die het
herstellen van gezondheid of normaal functioneren overstijgen. Het probleem met deze
definitie is dat deze leunt op concepten die an sich al te betwisten zijn, omdat ze een
waardeoordeel bevatten en daarmee niet objectief zijn. Wat is ‘good health’ precies, wat is
‘normaal functioneren’? Wanneer is goede gezondheid goed genoeg? En, daar tegenover,
wanneer is ziekte ‘ziekte’? Uitspraken als ‘jij bent ziek’ zijn niet simpelweg descriptief, maar
ook prescriptief (ze schrijven voor wat ziekte is), en zijn dus niet moreel neutraal. Daarnaast
is het doel van artsen en behandelingen te betwisten: in hoeverre is enhancement hierbij een
doel? Wanneer verwordt ‘beter maken’ tot enhancement?
● Je moet begrijpen wat de verschillende welzijnstheorieën inhouden die Schermer
schetst en wat de voor- en nadelen hiervan zijn (voor zover besproken).
○ Objectieve theorieën: sommige dingen zijn nou eenmaal goed voor mensen, of ze daar
nou gelukkig van worden of niet.
○ Voorkeurstheorieën (preference theories): iemands welzijn hangt af van zijn of haar
eigen subjectieve voorkeuren en wensen. Deze theorie erkent echter dat niet alles wat
mensen verlangen ook daadwerkelijk goed voor hen is en lost dit probleem op door te
stellen dat een voorkeur alleen telt als deze niet verstoord wordt door externe factoren,
bijvoorbeeld wanneer iemand slecht geïnformeerd is.
Beide theorieën houden rekening met de staat van de wereld eromheen, en dat die
iemands welzijn kan beïnvloeden. Dit in tegenstelling tot:
○ Mentale staat-theorieën (mental state theories): alleen de mentale staat van het
individu is belangrijk voor iemands welzijn, dus de eigen ervaring à hedonisme. Het
zou dus niet belangrijk zijn of een ervaring wel ‘echt’ is in de wereld; zo lang deze
echt is (voelt) voor het individu, is het goed. Kritiek (Nozick): mensen willen niet
alleen ervaren, maar ook echt zijn en doen (gedachtenexperiment
ervaringsmachine). Geluk is alleen echt/betekenisvol als dit een reactie is op
iemands omstandigheden in de echte wereld.
○ Sumner’s Authentic Happiness Account: welzijn bestaat uit authentiek
geluk – het individuele oordeel dat je je leven al met al als positief
ervaart, en dat het niet alleen goed gaat, maar dat je er ook echt
tevreden mee bent en het als waardevol ziet. ‘Geluk’ moet hierbij in de
breedste zin van het woord worden begrepen. De authenticiteit zit hem
in het feit dat je op de hoogte bent van de ware staat van je leven, en
dat je je eigen waarden en doelen erop nahoudt. → Deze theorie, die
voorkeurstheorie en hedonisme combineert, ziet Schermer zelf als de
meest nuttige en overtuigende. Een enkel objectieve theorie laat volgens
haar te weinig ruimte voor de mening van het individu.
, Mill
● Je moet de volgende kritieken op het utilisme en Mills reactie hierop kunnen
uitleggen:
○ Utilisme is oppervlakkig in zijn doelen (genot is geen waardig doel voor een mens).
Utilisme zou een doctrine zijn, worthy alleen voor zwijnen. Je kan met een hele luie
houding al pleasure of zelfs happiness behalen.
Reactie Mill: De ene vorm van genot is wenselijker dan de andere vorm van genot.
Bovendien hebben mensen hele andere standaarden voor het behalen van genot in
vergelijking met varkens. Er zijn hoge en lage typen van genot. Je kunt beter een
beetje van dat hoge dan heel veel van het lage genot hebben. Vormen van hoog genot
zijn filosofie, kunst of poëzie.
○ Volgens utilisme moeten mensen constant handelen vanuit een plicht ten opzichte van
het grootste geluk.
Het is te veeleisend. Je levert jouw genot in voor het grotere geheel.
Reactie Mill: Het is niet mogelijk voor één persoon om geluk te bereiken. Je moet het
samen doen. Kleine acties zorgen in totaal voor het grootste geluk. Jouw genot moet in
harmonie zijn met het genot van iedereen. Het is hierbij zo dat zelfopoffering op
zichzelf niet altijd goed is, maar het is enkel goed als deze zelfopoffering het geluk van
het grotere geheel bevordert. Indien dit niet het geval is, dan is zelfopoffering volgens
Mill niet goed.
○ Geluk is geen rationeel doel voor een menselijk leven, want 1. het kan niet bereikt
worden; 2. niemand heeft er recht op.
Ook: er zijn mensen geweest die ongelukkig waren maar wel een heel nobel leven
hebben geleid.
Reactie Mill: 1. Continue roes van geluk is inderdaad niet haalbaar (p.18). Maar je
moet niet meer van geluk verwachten dan haalbaar is (actief geluk boven passief
geluk; rust boven prikkeling). Continu op zoek naar prikkels is een ziekte, geluk zit hem
juist in tevreden zijn met de r ust. (p. 19). 2. Geluk van het individu in harmonie met
het geluk van het geheel. Educatie en opinie dienen het individu in het gedachtegoed
van het maximale geluk te onderwijzen.
○ Er is geen tijd om steeds helemaal uit te gaan rekenen wat de beste handeling is.
Reactie Mill: Dit argument kun je overal op toepassen. Een Christen kijkt bijvoorbeeld
ook niet elke keer opnieuw in de bijbel om te bepalen wat hij of zij moet doen. Hij
beweert dat we de hele geschiedenis van het menselijk bestaan hebben gehad om de
neigingen van acties te leren om tot bepaalde resultaten te leiden. Er is veel consensus
over wat nuttig is en we hebben de capaciteit om deze kennis ook aan kinderen over te
dragen. Dit wil niet zeggen dat de ontvangen ethiek altijd correct is, en er valt nog veel
te leren over de effecten van acties op algemeen geluk. Mensen hoeven echter niet
elke keer dat ze een handeling uitvoeren de eerste principes opnieuw toe te passen.
Alle rationele mensen gaan door het leven met hun gedachten op bepaalde
fundamentele vragen van goed en kwaad.
● Je moet kunnen uitleggen hoe Mill denkt over hogere en lagere vormen van genot,
hoe hij denkt dat we een hiërarchie tussen de verschillende vormen kunnen
vaststellen, welke complicatie / schijnbaar tegenvoorbeeld tegen zijn voorstel hij
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rafibeuz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.