100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Summary Basisboekhouden, ISBN: 9789400007123 Boekhouden $8.05   Add to cart

Summary

Summary Basisboekhouden, ISBN: 9789400007123 Boekhouden

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Volledige samenvatting hoofdstuk 1-3

Preview 4 out of 33  pages

  • No
  • 1-3
  • January 27, 2022
  • 33
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
SAMENVATTING BOEKHOUDEN
semester 1

1 Balans

Hoe rijk ben ik op een bepaalde dag?

Wat zijn mijn bezittingen (= activa)? Wat heb ik?
vb. woning, auto, geld… (= concreet)

Hoe heb ik mijn bezittingen betaald, gefinancierd, verworven?
-> met eigen geld = mijn rijkdom
-> met geleend geld = schulden

Bezittingen – schulden = rijkdom
Rijkdom + schulden = passiva

ACTIVA = PASSIVA

Activa

 Vast (lange termijn)
o Immateriële vaste activa (niet tastbaar of zichtbaar vb. octrooien, patenten)
o Materiële vaste activa (tastbaar vb. gebouwen, rollend materieel)
o Financiële vaste activa (vb. aandelen)
 Vlottend (korte termijn)
o Vorderingen op meer dan 1 jaar
o Voorraden en bestellingen in uitvoering
 Voorraden (productie of handel)
 Bestellingen in uitvoering (productie)
o Vorderingen op minder dan 1 jaar
 Handelsvorderingen
 Overige vorderingen
o Geldbeleggingen
o Liquide middelen (kas, zicht- en spaarrekening)
o Overlopende rekeningen

-> Volgorde van vast en vlottend hangt af van liquiditeit.

Passiva

 Eigen vermogen (eigen inbreng van de eigenaars of aandeelhouders of oprichters)
o Kapitaal
= de waarde van de bezittingen die de eigenaar aan de onderneming heeft gegeven
o Reserves (wettelijk)
o Overgedragen winst/verlies
 Vreemd vermogen
o Voorzieningen

, o Financiële schulden op meer dan 1 jaar (leningen)
o Financiële schulden op minder dan 1 jaar (kaskrediet)
o Handelsschulden (vb. in verband met aankopen = schuld aan leverancier)
o Schulden bezoldiging, belastingen, resultaatverwerking
o Overlopende rekeningen

-> Volgorde van eigen en vreemd hangt af van opeisbaarheid (hoe snel je iets moet betalen).

Balans is een momentopname.

Verschil tussen vordering en schuld:

 Iets gegeven aan… en later terugkrijgen van…, tegoed = vordering
o Goederen/diensten gegeven aan de klant, geld nog te krijgen van de klant
 Iets gekregen van… en later te betalen aan… = schuld
o Goederen/diensten gekregen van de leverancier, nog geld betalen aan leverancier

Verschil tussen kas en kapitaal:

 Om geld te betalen of te innen = vlottend actief (liquide middelen: kas of bank)
 Wat eigenaars gegeven hebben aan een bedrijf = eigen vermogen (kapitaal = rijkdom)

2 Resultaatrekening

Hoe rijker ben ik geworden over een bepaalde periode?

Hoe wijzigt deze rijkdom en dit vermogen?
Na een periode van activiteiten:
 Waarvoor ik offers, input, kosten maak
o Grondstoffen, afschrijvingen, huur, reclame, personeel…
 Waardoor er meerwaarden, output, opbrengsten zijn
o Verkopen, beleggingen, dividenden, rente…

-> Als je deze in rekening brengt, krijg je het resultaat = resultatenrekening

Soorten opbrengsten

 Bedrijfsopbrengsten
 Financiële opbrengsten
 Niet-recurrente opbrengsten (uitzonderlijk)


Soorten kosten

 Bedrijfskosten
 Financiële kosten
 Niet-recurrente kosten (uitzonderlijk)

Opbrengsten groter dan kosten = winst (rijker worden als bedrijf)
Kosten groter dan opbrengsten = verlies (armer worden als bedrijf)

,Opbrengsten – kosten = resultaat
3 Resultaatverwerking

Ik weet hoe rijk ik ben bij de start van een boekjaar, door mijn activa en passiva in kaart te brengen
= beginbalans

Dit vermogen wijzigt door de kosten en opbrengsten in de loop van het boekjaar, in rekening te
brengen, waaruit een resultaat komt = resultatenrekening

Op het einde van het boekjaar bestemmen we dit resultaat = resultaatverwerking = eindbalans

Nieuwe balans maken na een bepaalde periode (deze zal niet in evenwicht zijn). We moeten iets
doen om het toch in evenwicht te brengen. Activa moet gelijk zijn aan passiva.

Evenwicht in de balans -> A = P -> P zal stijgen in geval van winst, maar A zal dalen in geval van verlies
Evenwicht in de resultatenrekening -> K = O -> K gaan stijgen in geval van winst = rijker geworden, O
zal stijgen in geval van verlies

Waarom boekhouding?

Om aan de informatiebehoefte van de stakeholders te voldoen.
Stakeholders

 Intern vb. werknemers, bestuurders, managers… = management accounting
 Extern vb. leveranciers, klanten, banken, aandeelhouders… = financial accounting

Jaarrekening = boekhoudkundige registratie van de verrichtingen, conform wetgeving

 Balans
 Resultatenrekening en verwerking
 Toelichting
 Sociale balans
 Jaarverslag
 Verslag commissaris

REGISTRATIE

1 Registratie: grootboekmethode

Boekhoudregels

A+D A–C
P+C P–D
K+D K–C
O+C O–D

Aankoopfactuur = aankoopdagboek

, K+D Aankoop HG (60 400)
A+D Aftrekbare btw (41 100)
P+C Leveranciers (44 000)

Betalen van de aankoopfactuur = financieel dagboek

A–C Liquide middelen: Kas (57 000) of Bank (55 000)
P–D Leveranciers (44 000)

Verkoopfactuur = verkoopdagboek

O+C Verkopen HG (70 000)
P+C Verschuldigde btw (45 100)
A+D Handelsdebiteuren (40 000)

Betalen van de verkoopfactuur = financieel dagboek

A+D Liquide middelen: Kas (57 000) of Bank (55 000)
A–C Handelsdebiteuren (40 000)

2 Registratie: rekeningstelsel

1 = P: eigen vermogen + schulden op meer dan 1 jaar
2 = A: vaste activa + vorderingen op meer dan 1 jaar
3 = A: voorraden en bestellingen
4 = A: vorderingen op minder dan een jaar (40-41)
P: schulden op minder dan een jaar (42-48)
5 = A: geldbeleggingen en liquide middelen
6 = K: kosten
7 = O: opbrengsten

3 Registratie: journaal

Soorten dagboeken of journalen

Aankoopdagboek = AK

 Alle aankopen (aankoopfactuur: AF) + correcties (creditnota: ICN)

Verkoopdagboek = VK

 Alle verkopen (verkoopfactuur: VF) + correcties (creditnota: UCN)

Financieel dagboek = FK

 Alle financiële verrichtingen (bankdocument: B) + (kasdocument: K)

Divers dagboek = DIV

 Alle andere verrichtingen (divers document: DIV)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DeL15. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72841 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.05
  • (0)
  Add to cart