Vastgoed management 2
Legenda:
ONDERWERP
Samenvatting colleges
Samenvatting boek
College 1
Opkomst volkshuisvesting -> TOT 1945
DE GLORIETIJD VAN DE SOCIALE WONINGBOUW -> 1970-1995
VAN HUREN NAAR KOPEN -> VANAF 1995
OPKOMST VAN VOLKSHUISVESTING
Periode 1850-1945
Het begon met de industrialisatie, mensen trokken van het platteland naar de stad.
Nederland was destijds een nachtwakersstaat, de overheid moest zich zo min mogelijk met de
burgers bemoeien. Huisvesting viel niet onder de taken van de overheid.
Er waren te weinig goedkope woningen, hierdoor stegen de huurprijzen.
Gevolg hiervan was de revolutiebouw -> er werd in hoog tempo gebouwd. De woningen waren
van slechte kwaliteit door niet goed opgeleide bouwvakkers.
De welvarende burgerij en fabrikanten grepen in, zij starte in 1852 de eerste coöperatieve
bouwvereniging op.
Motieven waren:
- sociale bewogenheid van deel van gegoede burgerij
- Eigen belang van fabrikanten
- Politieke verschrijvingen
- Angst voor revolutie
- Risico’s volksgezondheid
Hoe het begon:
- industrialisatie
- Nachtwakersstaat
- Te weinig goedkope woningen
WONINGWET
De woningwet regelde allereerst aan welke eisen woningen moesten voldoen en hoe dat
gecontroleerd zou worden.. Een badkamer stond niet in deze regels. Bijna alle buurten hadden
badhuizen.
Gemeentes mochten bewoners dwingen om iets aan onderhoud te doen. In een bouwverordening
moest elke gemeente de eisen aan woningen vastleggen. Particulieren moesten voor de bouw een
vergunning aanvragen. Voor het controleren werd er per gemeente een Dienst Bouw- en
woontoezicht opgericht. Ook werd onteigening mogelijk in het belang van volkshuisvesting.
-> 1901
Doel -> de kwaliteit van de woningen verbeteren en slechte woningen tegengaan.
Hoe? -> door in de wet de volgende dingen te regelen
- opstellen bouwvoorschriften
- Invoeren van een bouwvergunning
- Gemeenten moesten bestemmingsplannen gaan opstellen voor de stad
- Financiële steun voor sociale woningbouw
Er was een trage invoering van de woningwet.
in 1904 waren de eerste toegelaten instellingen ingeschreven
in 1906 werden pas de eerste woningen gebouwd
,
BELANGRIJKE GEBEURTENISSEN
Uitbreiding sociale wetten:
- 1916 huurbevriezing
- 1918 intrede huurbescherming
- Na 1918 huurregulering ipv huurbevriezing
Na de tweede wereld oorlog kochten steeds meer mensen een eigen huis. Huren bij een
particulier werd steeds minder gedaan.
Nederland werd een verzorgingsstaat en huisvesting werd centraal geleid en ge nancierd door de
overheid.
Overheidstaken werden:
- Bouwen
- Verdelen -> woningwet
- Financieren
NA DE TWEEDE WERELD OORLOG
Voor de tweede wereldoorlog was de huisvesting vooral een zaak van particuliere verhuurders.
Verhuren was aantrekkelijk doordat de huur regelmatig binnen komt en de waarde van het
vastgoed zich doorgaans in een stijgende lijn. Na de tweede wereld oorlog was er een groot
woning te kort. Door de vele uitgestelde bruiloften en gezinsstichting was er veel vraag naar
woningen. Na het einde van de kolonisatie van Nederland-Indie kwamen veel mensen naar
Nederland dit zorgde voor nog meer druk op de huizenmarkt.
- verregaande overheidsbemoeienis om voldoende nieuwbouwwoningen te realiseren met een
lage huur
- Middelen daar voor waren een gemengd stelsel van object en subject subsidies
Object subsidies -> subsidiëring van vastgoed
Subject subsidies -> subsidising van personen
De koop sector werd gestimuleerd:
- vanaf jaren 70 is er de hypotheekrenteaftrek
- Doorstroming bevorderen, maar dit is niet gelukt het uit eindelijke resultaat leiden tot
scheefwonen.
WONINGMARKT IN 21STE EEUW
Volkshuisvesting os de afgelopen 150 jaar een continu spanningsveld geweest tussen
overheidsbemoeienis en de vrije markt
Vraagstuk:
hoe kan er meer marktwerking worden toegepast in de volkshuisvesting, maar wel
huisvesting worden gegarandeerd voor lagere inkomens?
Van huren naar koop situatieschets:
- starters worden geconfronteerd met lange wachttijden voor een sociale huurwoning
- Voor starters is kopen vaak niet haalbaar vanwege te hoge koopprijzen en beperkte
nancierbaarheid
- Zittende huurders kunnen vaker doorstromen naar andere huurwoning, maar doen dit niet altijd.
Hierdoor ontstaan lange wachttijden
- Scheefwonen
- middeninkomens zitten vast op de woningmarkt door het te hoge inkomen voor sociale
huurwoning
- Betaalbare duurdere huurwoningen zijn schaars en kopen vaak geen optie vanwege beperkte
nancierbaarheid
Goedkope scheefheid -> mensen met een hoger inkomen huren een relatief goedkope sociale
huurwoning
Dure scheefheid -> mensen uit de doelgroep van het sociaal huisvestingsbeleid die in een relatief
dure huurwoning wonen.
fi fi
,
College 2
DE HUURMARKT
De huurmarkt is op te verdelen in:
- gereguleerde huurmarkt -> sociale huur
- Geliberaliseerde huurmarkt -> vrije huur
Gereguleerde huurwoningen:
- doel -> zorg voor huisvesting van mensen met een lager inkomen
- Doelgroep -> primaire doelgroep en secundaire doelgroep
- Primaire doelgroep -> huurtoeslaggerechtigden
- Secundaire doelgroep -> niet huurtoeslaggerechtigden
Inkomenscategorieën zijn erg belangrijk bij gereguleerde woningen
Sociale huurwoningen zijn bedoeld om mensen met een laag inkomen te huisvesten. Passend
toewijzen is daarom heel belangrijk.
Twee vormen van niet passend wonen
- duur scheefhuren -> te veel huur betalen in verhouding tot inkomen
- Nadelig voor huurder waar die betaalt te veel huur
- Extra kosten voor de overheid. Want als die gene recht heeft op huurtoeslag moet de
overheid meer uitkeren.
- Het gaat dan in het beleid vooral om huurders uit de doelgroep van het sociaal
huisvestingsbeleid van corporaties die een te dure huurwoning hebben.
- Goedkoop scheefhuren -> te weinig huur betalen in verhouding tot inkomen
- Passend toewijzen -> mensen met een hoog inkomen geen goedkope woning geven. Is
helaas niet altijd te voorkomen. Bv mensen met een loonsverhoging
- Tijdelijk huurcontracten jongeren
- Inkomensafhankelijke huurverhoging
De beste manier om scheefhuren preventief tegen te gaan, is passend toewijzen. Dus via een
inkomenstoets een woning toe te wijzen.
Huursombenadering -> woningcorporaties zorgen er voor dat woningen betaalbaar blijven voor
mensen met een laag inkomen. Toch hebben gelijke woningen verschillende huurprijzen, hoe kan
dat? Dit komt omdat woningcorporaties elk jaar de huur mogen verhogen. De regering bepaald de
maximale huur stijging. Als de huurder er uit gaat mag de huur ook verhoogd worden. Dit
verklaard de verschillende huur. De woningcorporaties kunnen dat bijstellen door de huur bij de
ene woning meer te verhogen dan bij de andere woning. Alle huur van alle woningen van één
corporatie bij elkaar op is de huursom. De huursom mag niet onbeperkt stijgen. Als van de ene
woning de ene woning de huurprijs ink stijgt moet dat bij een andere woning dus minder zijn. Dit
is de huursombenadering.
WOONRUIMTEVERDELING BIJ CORPORATIES
Gemeente kan volgend huisvestingswet van 2015 in een huisvestingsverordening regels opstellen
voor de verdeling van goedkope woonruimte.
Doel huisvestingswet -> goedkope woningen te behouden en de goedkope huurwoningen zo
evenwichtig en rechtvaardig mogelijk verdelen. Gemeenten kunnen vanuit deze wet een
huisvestingsverordening opstellen waar regels in staan over de woonruimteverdeling, dit gebeurt
niet overal.
Belangrijkste punten:
- uitgangspunt van de wet is vrijheid van vestiging -> iedereen kan gaan wonen waar ze dat
willen. Gemeenten mogen deze vrijheid beperken als dat nodig is.
- Regels voor woonruimteverdeling gelden alleen voor goedkope huurwoningen. (Met
uitzondering de waddeneilanden)
- Door de huisvestingswet mogen gemeenten ook regels stellen voor de woningvoorraad. Zowel
huur als koop
- Gemeenten kunnen toewijzingsregels voor goedkope huurwoningen alleen vastleggen in een
huisvestingsverordening. Deze geldt voor 4 jaar
- De wet stelt geen vaste huurprijsgrenzen meer. Gemeenten mogen zelf bepalen welke
woningen zij als goedkope huurwoningen aanmerken
fl
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annemijnkamp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.