1.Atopische dermatitis en allergische contactdermatitis zijn beide allergieën maar worden
gekenmerkt door een verschillend type overgevoeligheidsreactie. Bespreek het
immunopathologisch mechanisme van beide aandoeningen.
Atopische dermatitis = Huidziekte die meerdere etiologieën, waaronder type I overgevoeligheid,
kent
- Wordt kortweg ook atopie genoemd, van het Griekse a-topos = op de verkeerde plaats, dus
een immuunrespons op een plaats waar die niet hoort.
Type I overgevoeligheidsreactie: Immuunrespons tegenover mucosale agentia en
omgevingsallergenen. Veroorzaken mucosae allergieën of atopische dermatitis.
sensitisatiefase: Hypersensitiviteit:
1. antigen penetreert huid of mucosa 1. Antigen penetreert huid of mucosa
2. antigen wordt gefagocyteerd en verwerkt 2. Antigen bindt op Fab fragmenten van IgE’s op
door een APC gesensitiseerde mastcel.
3. APC presenteert epitopen aan de Th2 cel via 3. Cross-linking Fc-receptoren initeert
MHC II – TCR interactie calciuminflux, verhoging cAMP, intracellulaire
4. Th2 cel richt de B cel differentiatie in de signaaloverdracht mastceldegranulatie
richting van de IgE producerende plasmacellen, 4. Secretie voorgevormde
de Th1 respons wordt afgeblokt. ontstekingsmediatoren, vorming nieuwe
5. Deficiëntie Treg’s doet antigen specifieke Th2 mediatoren pro-inflammatoire en
cellen exploderen immunoregulatorische mediatoren vrijstelling
6. Door plasmacellen geproduceerde IgE’s 5. Vrijgestelde mediatoren hebben o.a.
bezetten FC-receptoren van lokale mastcellen verschillende effecten:
gesensitiseerde mastcellen o lokale vasodilatatie
7. Overmaat IgE diffundeert naar bloed en o pruritus
verafgelegen weefsels o bronchoconstrictie
Allergische contactdermatitis = Huidontsteking type IV overgevoeligheidsreactie tegenover een
contactallergeen.
- Sensitisatiefase: langerhanscellen draineren naar lymfeknoop waar ze antigenen presenteren
aan Th-cellen.
- Th-cellen activeren T effectorcellen dmv IFNy en geheugen T cellen doen ontstaan.
- In gesensitiseerd dier: activatie drainerende lymfeknoop door eerder gevormde memorie T-
cellen. macrofagen en Tc-cellen infiltreren de dermis 24u na blootstelling aan allergeen.
Tc-cellen vallen epitheelcellen aan.
Algemeen mechanisme type IV overgevoeligheidsreactie:
= celgemedieerde allergische reactie: Th1 cellen, Tc cellen, macrofagen en cytokines. Het vertraagde
type van reactie. (activatie lymfocyten)
1. Exogeen antigen: via MHC II gepresenteerd aan Th1 cellen. IFNy wordt gesecreteerd
macrofaagactivatie
, 2. Endogeen antigen: via MHC I gepresenteerd door doelwitcel. Bij herkenning door Tc cel wordt
doelwitcel afgebroken.
Endogeen Ag kan ook herkend worden door een Th1 cel Geactiveerde Th1 cel secreteert cytokines
-- > adhesiemoleculen verschijnen op endotheel -- > recrutering typische ontstekingscellen:
neutrofielen, macrofagen, T lymfocyten.
2. Bespreek het immunopathologisch mechanisme dat aangewend wordt in het afdoden van
intestinale wormen.
Intestinale parasitose = ook een voorbeeld van een overgevoeligheidsreactie type I (zie hierboven).
Parasitair antigenen activeren bij voorkeur Th2 cellen. B cellen naar differentiatie tot IgE
producerende plasmacellen.
Deze binden op mucosale mastcellen (gesensitiseerde mastcellen)
Na cross-linking van Fcreceptoren door binding parasitaire antigenen gaan mastcellen degranuleren.
Mastcelgranules hebben een toxische invloed op de parasiet.
Eosinofielen worden ook aangetrokken en veroorzaken verdere schade.
Deze eosinofielen kunnen contact maken met de parasiet via hun Fc receptoren die op hun
beurt contact maken met gebonden antistoffen (humorale immuniteit!)
Macrofagen worden eveneens aangetrokken. Zij gaan samenwerken (vormen reuzencellen – zie
Algemene Pathologie) om delen van de parasiet te fagocyteren nadat ze deze hebben geïdentificeerd
d.m.v. hun scavenger receptoren.
Cytokines (TNF en IL -1) van de macrofagen stimuleren de slijmbekercellen om meer mucus
te produceren de parasiet raakt bedolven.
3. Wat is een allergie en welke factoren spelen een rol in de ontwikkeling ervan?
Hond en kat voornamelijk thv de huid, mindere mate diëtaire overgevoeligheid en astma.
Pathogenese meestal volgens type I overgevoeligheidsreactie. (contact dermatitis type IV)
Aanwezigheid van interactie tussen predisponerende factoren:
Genetische factoren:
o Mens: hoge IgE waarden (kenmerk type I) erfelijk
o Atopische dermatitis genetische predispositie
o Betrokken genen behoren vnl. tot MHC repertoire
o Mens ook genen betrokken die coderen voor Th2 cytokines (IL-..)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller edenvoeten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.10. You're not tied to anything after your purchase.