100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting PB1602 - Onderzoekspracticum kwalitatief onderzoek $7.06   Add to cart

Summary

Samenvatting PB1602 - Onderzoekspracticum kwalitatief onderzoek

 99 views  5 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting van het vak Onderzoekspracticum kwalitatief onderzoek (PB1602).

Preview 4 out of 81  pages

  • Yes
  • January 28, 2022
  • 81
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
THEMA 1 – De theorie van kwalitatief onderzoek

HOOFDSTUK 1: Theoretische inbedding
1. De grondslagen van kwalitatief onderzoek

 Redenen om achtergrond van kwalitatief onderzoek te bekijken
- kwalitatief onderzoek gebeurt niet op één manier: hoe ze te werk gaan hangt af van
 ontologie: hun overtuiging over de wereld om hen heen
 epistemologie: kennis en hoe die wordt verkregen
 het doel van onderzoek
 over de deelnemers
- hoe onderzoek moet plaatsvinden hangt samen met standpunten die mensen innemen
in een aantal filosofische kwesties
 er zijn er die vinden dat methodologische benaderingen steunen op specifieke
filosofische en theoretische uitgangspunten
 anderen menen dat methoden die samenhangen met verschillende filosofische
standpunten hun waarde hebben
- onderzoek vindt plaats in een specifieke onderzoeksomgeving, die een combinatie van
filosofie, onderzoeksdoelen, deelnemers, financiers en belanghebbenden weerspiegelt



2. De aard van kwalitatief onderzoek

 De aard van kwalitatief onderzoek
- kwalitatief onderzoek omvat een breed scala aan meningen, benaderingen en methoden
- ondanks die verscheidenheid zijn er ook gemeenschappelijke kenmerken

 Gemeenschappelijke kenmerken van kwalitatief onderzoek
- gericht op het diepgaand begrijpen van de sociale werkelijkheid van deelnemers, door
kennis te nemen van hun situatie, ervaringen, meningen en geschiedenis
- gebruik van niet-gestandaardiseerde, aanpasbare methoden om gegevens te verzamelen
die relevant zijn voor de sociale context van het onderzoek
- gegevens zijn gedetailleerd, rijk en complex
- analyse behoudt de complexiteit en nuance en doet recht aan de uniciteit van elke
deelnemer en situatie
- openheid voor nieuwe categorieën en inzichten bij analyse en interpretatie
- uitkomsten met gedetailleerde beschrijvingen van het onderzochte fenomeen
- reflectieve aanpak, waarbij de rol en het perspectief van de onderzoeker in het
onderzoeksproces worden erkend




1

,3. Belangrijke filosofische kwesties in sociaal onderzoek
3.1 Ontologie

 Ontologie
- gaat over de aard van de werkelijkheid
- er zijn twee belangrijke ontologische inzichten
 realisme: gebaseerd op de gedachte dat er een externe realiteit bestaat die
onafhankelijk is van onze opvattingen of ons begrip ervan
 idealisme: stelt dat de realiteit alleen kenbaar is door de menselijke geest en
onze opvattingen
- een onderliggende ontologische kwestie is de vraag in hoeverre de sociale en natuurlijke
werkelijkheid gelijksoortig zijn en of de sociale werkelijkheid geheel anders is omdat die
onderhevig is aan subjectieve interpretatie
- vroegere opvattingen geloofden in gelijksoortigheid, maar de meeste hedendaagse
onderzoekers menen dat de sociale werkelijkheid en de natuurlijke werkelijkheid geheel
verschillen: vinden dat er geen onveranderlijke wetten kunnen bestaan die ons bestaan
bepalen, omdat we als mensen keuzevrijheid hebben

 Ontologische opvattingen: de aard van de werkelijkheid en wat we erover kunnen weten
- realisme
 een externe werkelijkheid bestaat onafhankelijk van onze opvattingen of ons
begrip
 naïef realisme of oppervlakkig realisme: de werkelijkheid kan direct en accuraat
worden waargenomen
 voorzichtig realisme: de werkelijkheid kan alleen bij benadering of onvolledig
worden gekend
 diepterealisme, kritisch of transcendent realisme: de werkelijkheid bestaat uit
verschillende niveaus: het empirische, het actuele en het werkelijke domein
 subtiel realisme: een externe werkelijkheid bestaat, maar kan alleen door de
menselijke geest en sociaal geconstrueerde betekenis gekend worden
 materialisme erkent alleen materiële eigenschappen. Waarden, overtuigingen of
ervaringen zijn ‘epifenomenen’ die voortkomen uit de materiële werkelijkheid
- idealisme
 er bestaat geen externe werkelijkheid, onafhankelijk van opvattingen of
begrijpen
 subtiel, contextueel of collectief idealisme: de sociale werkelijkheid bestaat uit
door mensen gemaakte en gedeelde representaties
 relativisme of radicaal idealisme: er is geen gedeelde sociale werkelijkheid,
slechts een reeks van verschillende, individuele constructen




2

,3.2 Epistemologie

 Epistemologie
- betreft het kennen van de werkelijkheid en houdt zich bezig met vragen over het
verkrijgen van die kennis en over de basis van onze kennis
- het verkrijgen van kennis: twee gezichtspunten
 inductie: bottum-upproces waarbij bewijs wordt gebruikt om tot een conclusie te
komen
 deductie: topdownproces, waarbij bewijs wordt gebruikt om een eerder
ingenomen positie te ondersteunen
- kwalitatief onderzoek wordt vaak, maar onterecht, als een inductief proces aangeduid
- volgens Blaikie en anderen bestaat er geen zuivere inductie of deductie
- blaikie stelde nog twee strategieën voor: retroductie en abductie

 Epistemologische opvattingen
- hoe we de sociale werkelijkheid kunnen kennen en beperkingen aan die kennis
 inductieve logica bouwt kennis op door observaties van de werkelijkheid, die de
basis vormen voor de ontwikkeling van theorieën of wetten
 deductieve logica begint met een theorie op basis waarvan een hypothese wordt
opgesteld, die wordt toegepast op observaties van de werkelijkheid (bevestigd of
verworpen
 retroductieve logica houdt in dat de onderzoeker de structuren of mechanismen
vaststelt die kunnen hebben geleid tot bepaalde gegevenspatronen, door het
testen van verschillende modellen
 abductieve logica gebruikt uitspraken van deelnemers om tot een ‘technische’
weergave te komen, met gebruik van categorieën
- andere epistemologische concepten:
 fundamentele versus fallibilistische modellen van kennis: de eerste nemen aan
dat het mogelijk is de werkelijkheid precies weer te geven, de tweede ziet alle
beweringen over kennis als voorlopig
 waardengemedieerde kennis: alle kennis wordt bepaald door de waarden van de
persoon die de kennis voortbrengt of ontvangt
 correspondentietheorie van de waarheid: een bewering is waar als die met de
onafhankelijke werkelijkheid overeenstemt
 coherentietheorie van de waarheid: een bewering over de werkelijkheid is waar
als die wordt ondersteund door andere beweringen
 pragmatische theorie van de waarheid: overtuigingen zijn juist als ze praktisch
nut hebben en als ze bruikbaar, helpend en productief zijn

 Relatie onderzoeker en onderzochte
- een andere belangrijke epistemologische kwestie betreft de relatie tussen onderzoeker
en onderzochte en de invloed daarvan op de connectie tussen feiten en waarden
 objectieve observatie: onderzoeker is objectief en waardenvrij
 waardengemedieerde observatie: zien de relatie tussen onderzoeker en
onderzochte als interactief, onderzoeker kan niet neutraal zijn
- tussen deze twee posities kiezen sommigen voor ‘empathische neutraliteit’, een positie
die erkent dat onderzoek niet waardenvrij kan zijn, maar wil streven naar maximale
neutraliteit en transparantie
-

3

, - een belangrijke kwestie richt zich op de vraag wat het betekent bepaalde beweringen als
accuraat of juist te zien
 natuurwetenschappen: correspondentietheorie dominant
 sociale wetenschappen: coherentietheorie krijgt de voorkeur
 pragmatische theorie: stelt dat een interpretatie juist is als die leidt tot de
gewenste of voorspelde resultaten

3.3 Positivisme en de wetenschappelijke methode

 Positivisme
- positivisme heeft grote invloed gehad op de ontwikkeling van sociaal onderzoek
- positivistisch denken gaat terug op Descartes, die veel belang hechtte aan objectiviteit
en bewijs in de zoektocht naar waarheid
- Hume stelde dat alle kennis voortkomt uit onze ervaringen en wordt verkregen door
onze zintuigen
- het baseren van bewijs op directe observatie en het verzamelen ervan op een objectieve
manier, zijn kernpunten van empirisch onderzoek
- Comte meende dat de sociale werkelijkheid op dezelfde wijze onderzocht moet worden
als de natuurlijke werkelijkheid
- positivistische aannames zijn later verfijnd en ter discussie gesteld
 kritiek Popper: pleitte voor deductieve aanpak, bekritiseerde dat wetmatigheden
kunnen worden afgeleid van observaties
- desondanks werken veel onderzoekers met hypotheses die ze hopen te verifiëren
 post-positivisme grote invloed op
 post-empirisme kwantitatieve onderzoeksmethoden

 Positivisme, empirisme
- kennis ontstaat door de zintuigen, door zorgvuldige observatie
- regelmatigheden en patronen worden geïdentificeerd
- inductief redeneren volgt op dataverzameling, om tot generalisatie te komen
- de werkelijkheid wordt niet beïnvloed door het onderzoeksproces, feiten en waarden zijn
gescheiden, objectief en waardenvrij onderzoek is mogelijk
- in natuurwetenschappen gebruikte methoden zijn geschikt voor sociaal onderzoek
- de werkelijkheid kan accuraat gekend worden (correspondentietheorie)

 Post-positivisme, post-empirisme, falsificationisme
- kennis ontstaat door het toetsen van stellingen: hypothesen over causale relaties
worden afgeleid van theorieën en vervolgens empirisch getoetst
- door deductief redeneren worden relaties en modellen verondersteld, voordat data
worden verzameld
- de werkelijkheid wordt niet beïnvloed door het onderzoeksproces, feiten en waarden zijn
gescheiden, objectief en waardenvrij onderzoek is mogelijk
- in natuurwetenschappen gebruikte methoden zijn geschikt voor sociaal onderzoek
- de werkelijkheid kan bij benadering gekend worden, hypothesen kunnen verworpen of
voorlopig bevestigd worden, maar nooit definitief bewezen




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Michaela12. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67232 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.06  5x  sold
  • (0)
  Add to cart