H1 – inleiding
- Definitie van Afasie
Afasie: verworven taalstoornis, veroorzaakt door focaal hersenletsel dat ontstaat nadat de
taal verworven is.
Taalstoornis: centrale taalstoornis die enerzijds zowel de spraakproductie als het taalbegrip
en anderzijds zowel gesproken als geschreven taal betreft
Spraakstoornis: betreft de articulatie
- Oorzaken van Afasie
Vier mogelijke oorzaken van verworven hersenletsel
1) Beroerte
Medische term voor een beroerte is een cerebrovasculair accident (CVA)
- Hersenbloeding: arterie in de hersenen scheurt. Als gevolg hiervan krijgen de gebieden
die door deze arterie verzorgd worden onvoldoende voedingstoffen. Daarnaast kan het
bloed uit de arterie nergens heen, en daardoor verhoogt de druk op de omliggende
gebieden met als gevolg dat ook deze niet van voldoende voedingsstoffen kunnen
worden voorzien.
- Herseninfarct: veroorzaakt door een afsluiting van de arterie door trombose of een
embolie. Dit sluit bepaalde gebieden af, waardoor het afsterft.
Afasie ten gevolge van een CVA komt vaker bij ouderen voor
Hersenen worden van bloed voorzien door drie slagaders (arterien)
Beroerte of CVA wordt veroorzaakt door verstoring van de bloedstoevoer
- Hersenbloeding
- Trombose/bloedprop
- Embolie
(laatste twee zijn herseninfarct)
2) Trauma
Ook wel bekend onder de naam contusio cerebri (hersenkneuzing)
Oorzaak van buitenaf, meestal een verkeersongeval, maar het kan ook een val van grote
hoogte zijn of een schotwond
Komt vaker voor bij jongere mensen
- Open schedelletsel: verhoogt de kans op complicaties, zoals infecties
- Gesloten schedelletsel: schedel is nog intact
3) Tumor
Een tumor neemt ruimte in, en er is geen extra ruimte binnen de schedel. Een groeiende
tumor zal dus altijd op gezond weefsel drukken en als dit weefsel betreft dat dit relevant is
voor taal, kan er afasie ontstaan.
4) Ontsteking
Meningitis (hersenvliesontsteking) of encefalitis (hersenontsteking)
Slechts zelden wordt afasie veroorzaakt door een tumor of een ontsteking
- Taal en hersenen
De hersenen bestaan uit twee min of meer symmetrische helften (hemisferen) die door een
diepe, overlangse groeve van elkaar worden gescheiden en op een lager niveau met elkaar
verbonden zijn door een dikke vezelbundel, de hersenbalk (corpus callosum)
Hersenen bestaan uit drie delen
- Grote hersenen (cerebrum)
- Kleine hersenen (cerebellum)
- Hersenstam
Hersenhelften zijn verantwoordelijk voor contralaterale lichaamshelft
Bij 95 – 98 % van de rechtshandigen is taal links gerepresenteerd, bij ca. 70 % van de
linkshandigen ook
Afasie ontstaat dus meestal na letsel aan de linker hersenhelft
,De grijze buitenkant van de windingen is de cortex, de witte oppervlakken zijn de subcorticale
gebieden
Beide hemisferen bestaan uit vier hersenkwabben:
1) Temporaalkwab
Auditieve analyse (middelste delen van de bovenste windingen van de temporaalkwab
Gebied van Wernicke: achterste gedeelte van bovenste temporaalwinding
Woordvormen (belangrijk voor begrip en productie)
2) Occipitaalkwab
Visus: occipitaalkwab interpreteert wat de ogen waarnemen
Visuele velden: overkruis, lesie kan leiden tot verlies van rechter- of linkergezichtsveld
Hemianopsie / hemineglect / visuele agnosie
3) Frontaalkwab
Motoriek: voor de groeve van Rolando ligt de precentrale winding, de motorische cortex
Representatie van de contralaterale lichaamskant
4) Parietaalkwab
Tijd/ruimte: praxis -> programmeren van motorische handelingen
Sensorische cortex (achter groeve van Rolando) tegenover motorische strip
Lokalisatie van taal
Post-mortem onderzoek
Awake surgeries
Beeldvormend onderzoek
- CT scans
- MRI scans
- Functioneel beeldvormend onderzoek
, Niet behandeld in college:
Verschillende typen apraxie:
1) Ideomotorische apraxie: de patient kan niet op commando de functie van een
instrument zoals een kam, schaar of een pen uitbeelden
2) Ideatoire apraxie: de patient heeft problemen met het plannen van complete
handelingen zoals het bakken van een ei of aankleden
3) Buccofaciale apraxie: de patient kan niet langer handelingen met mond en gezicht op
commando uitvoeren
H2 – Symptomen en syndromen
- Mondelinge expressie
Fonologische stoornissen: uiten zich in de productie van fouten in de klankstructuur van een
woord
- Fonematische parafrasieen: een of meer klanken van het bedoelde woord worden
vervangen, weggelaten, verwisseld of toegevoegd, woord is nog wel herkenbaar
Bijv. vader -> voder
- Neologisme: het bedoelde woord is zodanig aangepast dat het niet meer herkenbaar is
Bijv. paddenstoel -> vleggebout
- Conduite d’approche: benadering van het doelwoord
Lexicale problemen (woordvindingsmoeilijkheden): problemen met het vinden van het juiste
woord op het juiste moment
Kunnen op volgende manieren in spontane spraak optreden:
- Patient praat vlot en heeft geen problemen met de articulatie en zinsbouw, maar
taalgebruik wordt inhoudelijk gekenmerkt door een gebrek aan expliciete informatie
(empty speech), omdat veel inhoudswoorden worden weggelaten, omschreven of
vervangen door algemenere termen
- Patient aarzelt en blokkeert voor een groot aantal sleutelwoorden
- Patient produceert veel verbale parafrasieen (woordsubstituties)
Parafrasieen:
- Verbale parafrasie: als een woord vervangen wordt door een ander woord
- Semantische parafrasie: betekenisrelatie met het doelwoord
- Irrelevantie parafrasie: geen relatie met het doelwoord
Vragen:
Zijn irrelevante parafasieën neologismen, die toevallig bestaande woorden zijn?
Zijn neologismen soms fonematische parafasieen die we niet (meer) als zodanig herkennen?
Grammaticale problemen: problemen met het maken van zinnen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller michellespans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.13. You're not tied to anything after your purchase.