100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Sanctierecht hoorcolleges $4.29
Add to cart

Class notes

Sanctierecht hoorcolleges

 56 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitwerking van alle colleges van sanctierecht

Preview 4 out of 63  pages

  • January 28, 2022
  • 63
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Van der wolf
  • All classes
avatar-seller
Sanctierecht HC
Week 1A Het sanctiestelsel: hoofdlijnen & achtergronden

Begrippen
Sanctiestelsel: het geheel aan strafrechtelijke sancties, de wettelijke regeling daarvan en
hun onderlinge verhouding.
Sanctierecht of Penitentiair recht: het rechtsgebied dat de toepassing en tul van
strafrechtelijke sancties regelt.
Detentierecht: gedeelte van het sanctierecht dat de tul van vrijheidsbenemende sancties
betreft.
Penologie: (multidisciplinaire) leer van het straffen, studie van grondslagen, doelen en
effecten van reacties op crimineel gedrag.

Scriptieonderwerp: welke sancties hangen iemand boven het hoofd als iemand
hooliganachtig gedrag vertoont, bijv. om een stadionverbod te krijgen (strafrechtelijke en/of
bestuursrechtelijke sancties). Voor- en nadelen van een sanctie die via het strafrecht of via
het bestuursrecht worden gehaald.

Sanctierecht
Een van de doelen van het strafrecht is het beteugelen van de staatsmacht. In het
sanctierecht zit dit ook voor een groot deel. De rechter kan niemand zomaar levenslang
geven; dit wordt aan banden gelegd. Het sanctierecht is grotendeels procedurele normen,
want het richt zich op wat kan een rechter wel of niet doen, terwijl de rest van het materiele
strafrecht normen voor burgers bevat.

Een belangrijk onderscheid dat in het sanctierecht moet worden gemaakt is tussen de
externe en interne rechtspositie. De externe rechtspositie gaat vooral om het kader/de
randen van de vrijheidsbeneming (hoe komt men erin, hoe komt men eruit, hoelang kan het
duren en hoe kan het eventueel verlengd worden); de voorwaarden voor de oplegging van
sancties en de duur/kader van de tenuitvoerlegging. De interne rechtspositie gaat over alle
regels die gelden op het moment dat sprake is van die vrijheidsbeneming; de rechtspositie
van de veroordeelde tijdens de tul.

Tegenwoordig worden ook (steeds meer) sancties buiten de gevangenis ten uitvoer gelegd.
Oorzaken hiervan lagen vroeger in de capaciteit van de gevangenis (nu niet meer), maar die
andere sancties zijn veel effectiever.

Creatieve straffen?
In sommige andere landen is het doel iets meer geëxpliciteerd in de straf. In NL kan niet een
creatieve straf, zoals 10 push ups doen of een bepaald boek lezen, worden opgelegd. Een
boek laten lezen kan in NL waarschijnlijk worden opgelegd via de bijzondere voorwaarde
(bijv. andere aanwijzingen betreffende gedrag).

Wat is (de grondslag van) straf?
Straf is objectief kwaad dat normaliter als leed zal worden ervaren; een opzettelijke
leedtoevoeging. Dit wordt bewust toegebracht en is ter vergelding van schuld aan een
gepleegd strafbaar feit. Vergelding is niet altijd het doel van de straf, de straf kan ook andere
doelen nastreven.

Wat beogen we met straf?
Met de straf worden de doelen beoogd. In het wetboek van Sr staat geen lijstje of indeling
van de doelen per straf of maatregel. Dit verschilt onder andere per geval, per rechter en per
tijd.

,Recht, grondslag, doel
Er mag worden gestraft vanwege de verdragstheorieën. Dit stamt uit de tijd van de
Verlichting; fictie dat de burgers zich vrijwillig onderwerpen aan het maatschappelijk verdrag.
Daarnaast bestaat ook de wijsgeer Fichte: ‘de burger heeft het recht om gestraft te worden
ter voorkoming dat hij buiten de gemeenschap komt te staan’.

Straftheorieen – De Keijser
Er zijn 3 benaderingen, namelijk:
- Retributivistische benadering (NL: absolute theorieën, ‘straffen omdat’)
o Terugkijken (‘wat is er gebeurd’), hier zit ook de vergelding in
- Utilitaristische benadering (NL: relatieve theorieën, ‘straffen opdat’)
o Doelen in de toekomst bereiken door straf, zoals beveiliging samenleving door
speciale preventie, generale preventie
- Herstelbenadering
o Deze is gerelateerd aan de aandacht van het slachtoffer.

Retributivistische benadering
Hierbij gaat het om de morele rechtvaardiging in de verstoorde balans. De rechtvaardiging is
inherent aan het delict, hoeft niet te worden gevonden in toekomstig nut. Maar de straf vindt
wel degelijk zijn begrenzing, te weten in de vergelding van schuld (straf naar de mate van
schuld?). Deze benadering heeft ook een communicatieve functie; de afkeur van het
gedrag/delict. Dit wordt ook wel de absolute theorie genoemd omdat er absoluut gereageerd
moet worden op een schending van het verdrag. Men kan niet doen alsof de schending niet
ernstig genoeg was. Bij de relatieve theorie hoeft men niet per se te reageren als er geen
toekomstig doel meer te halen is.

Bij deze benadering kan er een onderscheid worden gemaakt tussen de negatieve en
positieve retributivisten. Kant was een belangrijk retributivist en was een positieve
retributivist. Hierbij (bij de positieve retributivisten) moet gereageerd worden op een delict (=
dwingende reactie) en dit betekent ook dat het legaliteitsbeginsel “geldt”, er moet namelijk
worden gereageerd. NL is pragmatischer en hier is een opportuniteitsbeginsel ingevoerd; die
dus enigszins op gespannen voet staat met het legaliteitsbeginsel. Het OM kan namelijk
zeggen: er is wel iets gebeurd, maar er wordt niet op gereageerd.

De negatieve retributivisten zijn van mening dat vergelding vooral grondslag is, dus het geeft
de aanspraak om te straffen, maar hoeft niet. De straf kan ook met een ander doel worden
ingevuld. Dit is het dominante principe in NL (vanwege opportuniteitsbeginsel).

Utilitaristische benadering
Hierbij ligt de rechtvaardiging in het verondersteld nut van de straf in de toekomst, door:
- Gedragsbeïnvloeding/resocialisatie
- Afschrikking
- Incapacitatie/onschadelijkmaking
De strafdoelen kunnen worden verdeeld in generale en speciale preventie
- Generale preventie
o Afschrikking van anderen
o Voorkomen eigenrichting
o Versterken van normen
- Speciale preventie
o Resocialisatie/re-integratie/gedragsbeïnvloeding
o Afschrikking ter voorkoming van recidive
o (Tijdelijke) uitschakeling/incapacitatie
- Herstel (genoegdoening)

, o Schadevergoeding
o Conflictoplossing

Verenigingsbenadering
Deze benadering combineert elementen van de utilitaristische en retribuvistische
benadering. De bovengrens van straf wordt bepaald door de schuld van de dader. Of een
straf moet worden toegepast en hoe die er in concreto komt uit te zien, wordt bepaald door
utiliteitsprincipes. Er zijn wel nuanceverschillen in de uitwerking.

Er zijn hierbij twee visies: als doel van de straf of in plaats van straf (ook: als aanvulling op
het conventioneel strafrechtsysteem of een geleidelijke vervanging daarvan). Hierbij gaat het
ook om conflictoplossing (partijen zijn leidend, niet de staat). Ook is de positie van het
slachtoffer in het strafproces versterkt (door o.a. het spreekrecht, voegen als benadeelde
partij, schade-vergoedingsmaatregel en procespartij?).

Oefenen met theorie
Art. 9a Sr: vanuit het perspectief van Kant (retributivisme) moet er dus gereageerd worden,
maar art. 9a Sr geeft wel aan dat er een veroordeling is; dus er is wel gereageerd, maar of
dit voldoende is, is de vraag. Vanuit het utilitaristische perspectief is art. 9a Sr voldoende, als
er geen toekomstig doel/nuttig doel meer te bereiken is. Een onderdeel van het utilitarisme is
generale preventie; dit wordt niet gediend met art. 9a Sr.

Doodstraf
Van Bemmelen (1948): de doodstraf is niet onrechtmatig (dit is nu wel onrechtmatig omdat
het tegen allerlei verdragen ingaat), maar wel ondoelmatig.
Argumenten voor de doodstraf:
- Gemakkelijke onschadelijkmaking
- Humaner dan levenslang
- Voorkomen eigenrichting door vergeldingsbehoefte, bescherming en zedelijk
waardeoordeel

Argumenten tegen de doodstraf:
- Werkt misdaadverwekkend
- Onherstelbaar
- Onbekend leed
- Treft nabestaanden meer dan schuldige
- Geen individuele variatie
- Verlaagt autoriteit Staat

Sanctiestelsel: van orde naar chaos
1813: Code Pénal, aangevuld door het ‘Gesel- en worgbesluit van Willem I, Soeverein Vorst:
- Doodstraffen
- Tuchthuis (max 20 jaar)
- Lijfstraffen
- Boete
1854: afschaffing lijfstraffen/schavotstraffen
1860: moratorium doodstraf
1871: afschaffing doodstraf
1871: introductie levenslange gevangenisstraf
De afschaffing van de doodstraf hing meteen samen met de introductie van de levenslange
gevangenisstraf. Die bestond hiervoor nog niet en is dus het alternatief voor de doodstraf.

Wetboek van Sr 1886
Er zijn slechts 3 hoofdstraffen. Alternatief, en dus niet cumulatief (eensporig):
- Gevangenisstraf (opzetdelicten, de eerste tijd cellulair)

, - Óf hechtenis (schulddelicten, door te brengen in gemeenschap)
- Óf geldboete
Er waren geen bijzondere strafminima meer. Behalve de 3 hoofdstraffen, waren er ook nog 4
bijkomende straffen, namelijk:
- Ontzetting van rechten (beroepsuitoefening, etc.)
- Verbeurdverklaring (nog steeds veel gebruikt)
- Openbaarmaking uitspraak (komt weinig voor)
- Plaatsing in een rijkswerkinrichting (Veenhuizen)
o In onbruik geraakt en in 1999 uit de wet geschrapt
En er werd 1 maatregel ingesteld:
- Opsluiting in een krankzinnigengesticht voor 1 jaar.
o Deze maatregel kon (en kan nog steeds) door de burgerlijke rechter worden
verlengd; stond in art. 37 Sr, maar nu in art. 2.3 Wet Forensische zorg

Vrij snel na 1886 kreeg de Moderne richting in het strafrecht meer invloed. Dit werd vaak
gekoppeld aan Lombroso (1876); hij dacht dat iemand een misdadiger kon zijn en dat dit
biologisch was bepaald op basis van uiterlijke kenmerken. Het idee dat misdadigers
biologisch bepaald waren, ging verder in die moderne richting en hierdoor kwam er ook
aandacht voor de oorzaken. Dit was utilitaristisch. Dit kreeg ook invloed op het Nederlandse
strafrecht. Er kwamen allerlei alternatieven voor gevangenisstraf. Straf dient ‘immers’ niet
alleen om te vergelden, maar juist ook ter resocialisatie (rehabilitatie). Dit vertaalde zich in:
- Uitbreiding VI (= voorwaardelijk invrijheidsstelling) 1915: na 2/3 en minimaal 9
maanden
- Invoering VV (= voorwaardelijke veroordeling)
Daarnaast kwamen er ook maatregelen (echt Moderne richting) in 1928, ter beveiliging:
- TBR (nu TBS) in 1928
- Bewaring gewoontemisdadigers 1929 (nooit in werking getreden) – soort voorloper
ISD

Week 1B Vrijheidsbenemende sancties: achtergronden, gevangenisstraf

De nieuwe of moderne richting
Klassiek was dat iemand een delict had gepleegd, daar had diegene een bepaalde mate van
schuld aan, daar stond een bepaalde strafduur voor en die zat diegene dan uit. Door de
moderne richting ontstonden de voorwaardelijke invrijheidsstelling en voorwaardelijke
veroordeling (= vv). Hier zit al een beetje maatregeldenken in het kader van de straf in.

Straf en maatregel
Pompe duidde de verschillen tussen straf en een beveiligingsmaatregel:
- Leedtoevoeging beoogd bij straf/niet beoogd bij maatregel
- ‘Een ethische kleur’ wel bij straf (zit iets normatiefs in)/een maatregel niet
- Centraal staat daad bij straf/bij maatregel staat dader centraal
- Rechter niet afhankelijk van deskundigen bij straf/wel afhankelijk van deskundigen bij
maatregel
Een straf wordt gelegitimeerd aan de hand van wat is gebeurd. Bij een maatregel is zowel
het algemeen belang als het individueel belang van belang om ervoor te zorgen dat diegene,
na de maatregel, niet nog eens met delicten in aanraking komt.

Ontwikkeling maatregelen
- Art. 36b Sr: onttrekking aan het verkeer (vernietiging van gevaarlijke voorwerpen,
rond 1850)
- Art. 37 Sr: plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis (1886)
- Art. 37a Sr: tbs (1928)
- Art. 36e Sr: ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel (1993)
- Art. 36f Sr: schadevergoeding (1993)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pamela22. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.29  3x  sold
  • (0)
Add to cart
Added