Internationaal En Europees Strafrecht (RGMSR01506)
All documents for this subject (11)
Seller
Follow
BrianneHlmc
Content preview
Begrippen
Aangezochte staat: Staat aan welke om uitlevering wordt verzocht
Accessoire uitlevering: ziet op situaties waarin de uitlevering wordt gezocht voor 1 of meer feiten
waarbij 1 feit voldoet aan de eis van gekwalificeerde dubbele strafbaarheid en een ander feit wel
dubbel strafbaar is, maar niet aan de andere eis van voldoet. Het feit dat dan niet voldoet kan
meeliften met het feit wat wel dubbel gekwalificeerd is.
Acte clair: uitzonderingsgeval op de verplichting om prejudiciële vragen te stellen in geval er geen HB
meer open staat. In dit uitzonderingsgeval is het al duidelijk wat het antwoord op de vraag is, en hoef
je dus als hoogste rechter geen vraag te stellen.
Acte éclaire: Uitzonderingsgeval op de verplichting om prejudiciële vragen te stellen in geval er geen
HB meer open staat. In dit uitzonderingsgeval heeft het Hof al een keer antwoord gegeven op de
vraag.
Afgeleide/subsidiaire rechtsmacht: rechtsmacht op grond van verdrag
Assimilatiebeginsel: beginsel houdt in dat lidstaten sancties moeten stellen op het handelen in strijd
met onderdelen van een verordening. Lidstaten worden geacht om inbreuken op het Europese recht
onder dezelfde voorwaarden te bestraffen als vergelijkbare overtredingen van het nationale recht.
Assimilatiebeginsel in het kader van kleine rechtshulp aan NL: Alleen verzoeken om bevoegdheden
in het buitenland die ook in NL zijn toegestaan (art. 5.1.3 SV).
Assimiliatiebeginsel in het kader van kleine rechtshulp door NL: ter uitvoering van een verzoek van
een vreemde staat om opsporingsbevoegdheden kan alleen voor zover die opsporingsbevoegdheden
ook in een NL onderzoek naar dezelfde feiten. (art. 5.1.8 SV).
Assimilatiebeginsel in het kader van rechtshulp op basis van wederzijdse erkenning: verzochte
bevoegdheid die in het buitenland moet worden toegepast, moet ook in een NL zaak kunnen worden
toegepast.
Beschermingsbeginsel: Ziet op nationale rechtsbelangen. Beginselen waarbij gewichtige algemene
nationale rechtsbelangen worden beschermd. Band met NL dader niet vereist. Specifieke
Nederlandse belangen. Bescherming van ‘’gewichtige algemene nationale rechtsbelangen’’.
Bevelsgedachte: uitvoerende justitiële autoriteit voert bevel uit van de uitvaardigende justitiële
autoriteit. Het is niet zozeer een samenwerking tussen staten maar meer een samenwerking tussen
justitiële autoriteiten.
Bilaterale/Multilaterale verdragen: andere bron van strafrecht. Gesloten tussen 2 (bilateraal) of
meerdere (multilateraal) landen.
Droit pénal international: nationale strafrechtelijke regels m.b.t. internationale situaties.
Bijvoorbeeld de vraag over de bevoegdheid van de Nederlandse rechter om te oordelen over buiten
Nederlands grondgebied begane strafbare feiten. Gaat ook om interstatelijke samenwerking.
Vormen interstatelijke samenwerking:
Overdracht van personen
Wederzijdse rechtshulp
Overdracht van strafvervolging
Overdracht van tenuitvoerlegging (executieoverdracht)
Droit international pénal: internationaal recht van de internationale tribunalen. Formeel/materieel
recht van internationale herkomst met betrekking tot Strafrecht.
Eliminatiestelsel: niet uitleveringsdelicten worden geëlimineerd door het stellen van een dubbele
eis: gedrag moet strafbaar zijn in beide landen + aan de strafbedreiging ook nog een eis gesteld.
Enumeratiestelsel: verdrag/wet bevat limitatieve opsomming van strafbare feiten waarvoor
uitlevering wordt toegestaan. Is ouderwets.
Europees onderzoeksbevel: art. 5.4.1 SC
Europees strafrecht: strafrecht van de EU (in oude bronnen recht van de Raad van Europa). Sprake
van als het gaat om de voor het strafrecht en strafrechtspleging relevante onderdelen van het recht
van de Europese Unie.
, Europese Unie: de EU heeft normen over de harmonisatie van nationaal recht en normen over de
harmonisatie van strafrechtelijke onderwerpen, bijvoorbeeld delicten. Deze onderwerpen moeten na
harmonisatie uiteindelijk in de nationale systemen terechtkomen. Daarnaast zijn er ook nog regels
vanuit de Europese unie die gelden voor de Europese instellingen die zich bezighouden met
strafrechtelijke handhaving (Europol, Eurojust etc.). Ook nog Handvest van de grondrechten waarin
een boel fundamentele rechteren die ook in het EVRM zijn neergelegd.
Fundamentele rechten: dingen die ontwikkeld zijn om te worden gebruikt in een nationale context.
Van belang bijvoorbeeld als zaak in een land wordt berecht en artikel 3 is geschonden. Beteken dat je
er iets mee mag met betrekking tot een eerlijk proces
Formele rechtsmacht: het optreden en handhaven in een ander land. Kan als het volkenrecht dit toe
laat door middel van toestemming in een verdrag of individuele toestemming (kan ook achteraf).
Verboden tenzij toestemming.
Gekwalificeerde dubbele strafbaarheid: straf moet in beide landen strafbaar zijn + nog een eis aan
de strafbedreiging (uitlevering).
Gekwalificeerde enkelvoudige strafbaarheid: volgens kaderbesluit moet het feit strafbaar zijn in de
uitvaardigende lidstaat en moet er in de uitvaardigende lidstaat een straf staan van minimaal 12 jaar
gevangenisstraf.
Bij executieoverlevering moet er sprake zijn van een opgelegde straf van de duur van 4 maanden)
Genoegzaamheid: Rechter beoordeelt bij uitlevering of het verzoek genoegzaam is; zijn de stukken
die door de verzoekende staat zijn ingediend voldoende en voldoen zij aan de eisen van het verdrag?
Goede rechtsbedeling: In welke staat kan vervolging het beste plaatsvinden?
Harmonisatie van materieel en formeel strafrecht: rechtsordes van verschillende lagen hebben met
elkaar te maken. Nationale regels van landen bewegen naar elkaar toe onder invloed van
harmoniserend optreden van de Europese Unie.
Minimumharmonisatie: lidstaten moeten ten minste voorgeschreven resultaat verwezenlijken;
daarbuiten hebben zij de ruimte. Bijvoorbeeld artikel 82 lid 2, 83 lid 1 VWEU. Niet minder, maar meer
mag.
Volledige harmonisatie: lidstaten mogen niet afwijken van voorgeschreven resultaat. Niet meer
maar ook niet minder.
Inlevering: uitlevering AAN NL
Intergouvernementeel: soevereine staat heeft geen inmenging andere staten te dulden. Soevereine
staten binden zichzelf in onderlinge samenwerking.
Internationaal strafrecht: recht van internationale straftribunalen OF nationale recht dat op
internationale samenwerking betrekking heeft.
Internationale strafrechtspleging: we werken niet alleen meer op nationaal niveau
Internationale systemen ICC/Tribunalen: Strafhof en de straftribunalen hebben ook een
strafrechtsysteem. Bijvoorbeeld materieel recht (Wat is genocide), penitiaire strafrecht (is de
doodstraf toegestaan), Formeel strafrecht, en internationaal strafrecht. Gaat om regels met
betrekking tot de samenwerking van het Strafhof met de aangesloten landen, wereldomvattend
strafrecht systeem wat los staat van de nationale strafrechtsystemen.
Justitiële rechtshulp: activiteiten waar vaak meer ingrijpende inbreuken op grondrechten
plaatsvinden. Bijvoorbeeld horen van getuigen onder ede, is een rechter voor nodig. Ook dingen als
inbeslagneming, aftappen van telecommunicatie, verzoek om documenten. Hogere autoriteiten voor
nodig, dus niet alleen de politie. OM primair betrokken als uitvoerende aangezochte autoriteit maar
soms ook de RC.
Klassieke wederzijdse rechtshulp: oud-nieuw verband binnen-buiten EU.
Kleine rechtshulp: volgens de HR: internationale wederzijdse rechtshulp in strafzaken veronderstelt
dat de ene staat ten behoeve van de andere staat bepaalde handelingen verricht waarvan de
resultaten in een strafprocedure in die andere staat kunnen worden gebruikt
Materiële rechtsmacht: wetgevende macht. Welke gedragingen vallen onder de Nederlandse
strafrechtsmacht. Je mag extraterritoriale rechtsmacht vestigen in je materiële recht, tenzij o.g.v.
internationaal recht niet mag. Het mag, tenzij verboden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BrianneHlmc. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.