1: Busy Dave…
DSM-5 criteria bipolaire-I-stoornis:
Manische episode tenminste 1 keer in het leven die tenminste 1 week duurt, met
symptomen van verhoogde of geïrriteerde stemming of meer energie gedurende het
grootste deel v/d dag.
3 of meer v/d volgende symptomen moeten aanwezig zijn en een verandering in het normale
gedrag weergeven:
1. Grootheidswaanzin
2. Minder behoefte aan slaap
3. Meer praten
4. Racende gedachtes
5. Snel afgeleid
6. Meer doelgerichte activiteit of psychomotorische agitatie
7. Risicogedrag
Manische symptomen moeten een beperking veroorzaken.
De manische episode wordt opgevolgd door of is voorafgegaan aan een hypomanische of
major depressieve episode.
Hypomanie: manische symptomen die voor 4 of meer dagen aanhouden, zorgen voor een
observeerbare verandering in functioneren.
In kinderen kan de manie zich uiten als niet goed kunnen functioneren op school of met
leeftijdsgenoten; de hypomanie kan zich uiten als een verandering in gedrag (minder slapen, zich
gekkig gedragen, meer energie hebben dan normaal).
DSM-5 criteria bipolaire-II-stoornis:
1 of meer hypomanische episode en 1 of meer major depressieve episode, minder ernstig
dan bij bipolair-I.
GEEN manische episode.
De major depressieve episode duurt tenminste 2 weken, de hypomanische episode duurt
tenminste 4 dagen.
DSM-5 criteria cyclothymische stoornis:
Een chronische, fluctuerende stemmingsverstoring die langer aanhoudt.
Patiënten moeten symptomen van hypomanie en depressie hebben die nog nooit de
volledige criteria voor een hypomanische, manische of major depressieve episode gehaald
hebben.
Volwassenen moeten deze symptomen voor tenminste 2 jaar hebben; kinderen voor
tenminste 2 jaar.
Patiënten mogen niet meer dan 2 maanden GEEN symptomen hebben gehad.
DSM-5 criteria overige bipolaire en gerelateerde stoornissen:
Heette eerst bipolar-not-otherwise-specified (B-NOS).
Deze diagnose wordt gegeven aan kinderen die bipolaire symptomen hebben die niet de
volledige criteria behalen voor 1 v/d bovenstaande bipolaire stoornissen maar die wel stress
en beperkingen met zich meebrengen.
Symptomen kunnen 2 tot 3 dagen per week duren.
Clinici kunnen specifiers toevoegen aan specifieke symptomen, bijv. mood-congruente of
mood-incongruente psychotische kenmerken, angstige stress, gemixte kenmerken, rapid
cycling.
, In adolescenten (13-17 jaar) is de lifetime prevalentie van bipolaire stoornis 2.3%. Omdat de onset
van BS redelijk vroeg kan komen, moeten clinici die kinderen en adolescenten behandelen bekend
zijn met de diagnostische criteria, fenomenologie, differentiële diagnoses, en comorbide condities.
Fenomenologie:
Cycle: een verklaarde shift in stemming en energie v/h ene extreme naar het andere.
Episode: een verlengde periode van stemmingsdysregulatie, bevat vaak meerdere cyclussen
tegelijk.
Rapid cycling: het voorkomen van 4 of meer stemmingsepisodes in 1 jaar.
Kinderen en adolescenten kunnen een bijna dagelijkse stemmingscyclus hebben; bijv. ’s ochtends
in een gekke stemming wakker worden en veel en snel praten, dan een normale schooldag hebben,
dan depressief of geïrriteerd thuiskomen, etc., zonder reden. Episodes komen vaak pas voor in de
volwassenheid.
Kinderen onder 13 jaar worden vaak gediagnosticeerd met andere gespecificeerde bipolaire en
gerelateerde stoornissen door het gebrek aan symptomen die aan de criteria voor een episode
voldoen. Adolescenten daarentegen voldoen vaak aan de symptomatologie voor bipolaire-I- of
bipolaire-II-stoornis.
Red flag symptomen (risicofactoren):
Woede en agressie
Minder behoefte aan slaap (GEEN insomnia, dus anders dan bijv. ADHD)
Spontane stemmingswisselingen die niet passen in de context
Meer grootheidswaanzin (bijv. zeggen ‘’ondanks dat ik gemiddeld een 4 sta ga ik toch naar
Harvard’’; onrealistisch)
Risicogedrag dat niet past in de context van bijv. ‘’senior pranks’’
Familiegeschiedenis van stemmingsstoornissen, vooral BS
Vroege onset depressie, psychotische kenmerken, en terugkerende depressieve episodes
Screening tools:
Young Mania Rating Scale (YMRS); vooral voor gehospitaliseerde volwassenen en focust op
ernst v/d symptomen
Mood Disorder Questionnaire (MDQ)
Child Behavior Checklist (CBCL)
Conners Third Edition Parent (Conners 3-P)
Child Mania Rating Scale (CMRS); vragenlijst die wordt ingevuld door de ouders
Differentiële diagnose: ADHD
ADHD en BS zijn neuro-ontwikkelingsstoornissen met een vroege leeftijd van onset, een chronische
course, en voortzetting in de volwassenheid. Ze leiden tot beperkingen in beroeps- en
interpersoonlijk functioneren. Ze komen vaak samen voor. Omdat beide stoornissen geen biologische
markers hebben, wordt er voor diagnoses vooral gebouwd op klinische observatie en ouder- of
lerarenrapportages. Het is vooral lastig de 2 te onderscheiden wanneer ADHD comorbide is met een
gedragsstoornis (CD) of oppositional defiant disorder (ODD), omdat hun presentatie (woede-
uitbarstingen, agressief gedrag) overlapt met symptomen van een manische of gemixte staat in BS.
Epidemiologie
Prevalentie ADHD gaat van 1.7-16% in schoolkinderen en 1-5% in volwassenen. ADHD zet
zich voort in de volwassenheid.
Prevalentie BS is 2.1% in volwassenen en 1.8% in kinderen. Onset is vaak vóór de 18 e.
Beide stoornissen komen vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.
BS is vaak comorbide met angststoornissen, ADHD, en middelenmisbruikstoornissen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ThyraLisa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.