100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Organische chemie 1 - samenvatting H1-11 $7.06   Add to cart

Summary

Organische chemie 1 - samenvatting H1-11

3 reviews
 782 views  27 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting bevat de leerstof van H1 tot en met H11.

Last document update: 9 year ago

Preview 3 out of 47  pages

  • Yes
  • May 26, 2015
  • June 1, 2015
  • 47
  • 2014/2015
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: lolavandessel • 5 year ago

review-writer-avatar

By: gijso • 6 year ago

review-writer-avatar

By: ambrr • 7 year ago

avatar-seller
Hoofdstuk 1: algemene chemie, structuur en bindingen
1. Structuur van een atoom
Organische verbindingen: verbindingen die koolstof bevatten.

Atoomkern: positieve en neutrale deeltjes
Atoomwolk: negatieve deeltjes

Atoommassa: het aantal protonen en neutronen
Atoomnummer: het aantal protonen

Alle atomen hebben hetzelfde atoomnummer, maar het massagetal kan verschillen omdat het
aantal neutronen kan verschillen in isotopen.


2. Hoe elektronen in een atoom verdeeld zijn
Elektronen zitten in een schil, hoe hoger de schilnummer, hoe verder de elektronen zich van de kern
bevinden.




 Het aufbau principe
Het aufbau principe (aufbau is duits voor ‘opbouwen’) vertelt ons het eerste dat we moeten weten
om elektronen te kunnen plaatsen in verschillende orbitalen. Volgens dit principe: Een elektron gaat
altijd in het vrije orbitaal met de laagste energie. Het is belangrijk dat we weten hoe dichter het
orbitaal bij de kern, hoe lager de energie is.

Relatieve energie van atoomorbitalen:




 Het uitsluitingsprincipe van Pauli
- niet meer dan 2 elektronen kunnen een atomair orbitaal bezetten
- de 2 elektronen moeten een tegenovergestelde spin hebben
Het wordt een uitsluitingsprincipe genoemd omdat het een limiet zet op het aantal elektronen dat
een individuele schil kan bezitten.

 De regel van Hund
Wanneer er 2 of meer atomaire orbitalen met dezelfde energie zijn, zal het elektron eerst een leeg
orbitaal bezetten voordat het met een ander elektron in hetzelfde orbitaal zal zitten.
Het 6e elektron van een koolstofatoom gaat dus eerder in een leeg 2p orbitaal dan in een 2p orbitaal
waar al een elektron in zit.




1

,De elektronen in de binnenste schillen (deze onder de buitenste schil dus) worden kern elektronen
genoemd. De kern-elektronen nemen niet deel aan chemische bindingen. De elektronen in de
buitenste schil worden valentie-elektronen genoemd.


3. Ionaire en covalente bindingen
Een atoom is meest stabiel wanneer zijn buitenste schil gevuld is met 8 elektronen en wanneer het
geen elektronen van hogere energie heeft.

Elektronegatief: elementen die makkelijk elektronen opnemen

Hoe groter het verschil in elektronegativiteit tussen de atomen die de binding vormen, hoe dichter
de binding is naar de ionaire kant van het continuum.


4. Formele lading
Formele lading = # valentie-elektronen – ( # lone-pair elektronen + ½ # gebonden elektronen)

Een soort die een positief geladen koolstof bevat, wordt een carbocation genoemd, en een soort die
een negatief geladen koolstof bevat, wordt een carbanion genoemd. Een soort die een atoom met
een enkel ongepaard elektron bevat, wordt een radicaal genoemd (ook wel vrij radicaal). Als koolstof
geen 4 bindingen heeft, heeft het lading.


5. Kékulé structuur
Kekulé structuren zijn zoals Lewis structuren behalve lone pairs die worden meestal weggelaten.
Lone-pair elektronen worden gewoonlijk niet getoond, tenzij dat ze moeten getekend worden om de
aandacht te vestigen op een bepaalde eigenschap van de molecule. Deze structuren worden
gecondenseerde structuren genoemd.


6. Atomaire orbitalen
Een atomair orbitaal omgeeft een atoom, een moleculair orbitaal omgeeft een molecule. Wanneer 2
atomaire orbitalen overlappen, worden 2 moleculaire orbitalen gevormd – een met lagere energie en
een met hogeren energie dan de atomaire orbitalen.

Elektronen in een binding moleculair orbitaal helpen bij de binding. Elektronen in een antibinding
moleculair orbitaal breken de binding af. Covalente bindingssterktes stijgen wanneer de atomaire
orbitaal overlap stijgt.




2

, 7. Hoe enkele bindingen gevormd worden in organische verbindingen
Een sp3 heeft 2 lobben in verschillende groottes, omdat het s orbitaal bij een lob van het p orbitaal
wordt bijgevoegd en wordt afgetrokken van de andere lob van het p orbitaal. De grote lob van het
sp3 vormt covalente bindingen. De stabiliteit van een sp3 orbitaal reflecteert zijn samenstelling ; het is
stabieler dan een p orbitaal, maar niet zo stabiel als een s orbitaal.




Wanneer een sp3 orbitaal beweegt zo ver van elkaar als mogelijk, richten ze zich naar de hoeken van
een regulaire tetraheder – een pyramide met 4 kanten, elk als een equilaterale driehoek. De
bindingshoeken in methaan zijn 109,5°. Dit wordt een tetrahedrale bindingshoek genoemd. Een
koolstof, zoals een in methaan dat een covalente binding vormt waarbij een sp3 orbitaal gebruikt
wordt, noemen we een tetrahedrale koolstof.




8. Hoe dubbele bindingen gevormd worden in organische verbindingen
Alle enkelvoudige bindingen in organische stoffen zijn sigma bindingen. Sigma bindingen zijn
cilindrisch symmetrisch. Een dubbele binding bestaat uit een sigma en een pi binding. Omdat een sp2
koolstof gebonden is aan 3 atomen liggen ze in een vlak, dit wordt een triplanair koolstof genoemd.
Twee bindingen die 2 atomen verbinden wordt een dubbele binding genoemd.


9. Hoe drievoudige bindingen gevormd worden in organische verbindingen
Een drievoudige binding bestaat uit 1 sigma binding en 2 pi bindingen. Doordat de 2
ongehybridiseerde p orbitalen aan elk loodrecht op elkaar staan, creëren ze een regio met hoge
elektronendichtheid in de molecule boven en onder EN voor en achter van de internuclaire assen van
de molecule. De 2 koolstof atomen in een driedubbele binding worden samengehouden door 6
elektronen, dus een drievoudige binding is sterker en korter dan een dubbele binding.




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sofvd. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.06  27x  sold
  • (3)
  Add to cart