100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
NZA Practica Uitwerkingen - DB2 $5.89   Add to cart

Class notes

NZA Practica Uitwerkingen - DB2

 30 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Met deze uitgebreide uitwerkingen van de practica van NZA hoef je zelf geen uren meer te verliezen met het uitwerken van alle stof!

Preview 3 out of 22  pages

  • January 29, 2022
  • 22
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Nvt
  • All classes
avatar-seller
mediaal lateraal




PR1
Zelfstudie
Inspectie kop
1. Teken in de foto het derde ooglid [6], de glandula
lacrimalis [9], de klier van het derde ooglid [4] en de
tarsaalklieren [6] en vermeld welke klier
verantwoordelijk is voor welk onderdeel van de traanfilm.
Gl. lacrimalis → middelste vochtlaag.
Klier van het 3e ooglid → middelste vochtlaag.
Tarsaalklieren → buitenste talglaag.
De binnenste mucuslaag wordt door slijmbekercellen in de conjunctiva gemaakt.
Teken ook de puncta lacrimalia [5, 4] en de route van de traanafvoer [1 (canaliculi), 3 (d. nasolacrimalis)].

2. Teken een zijaanzicht van de oogbol met de oogspieren en de
oogzenuw en benoem deze.
Door welke zenuwen worden de spieren van de oogbol
geïnnerveerd? N. oculomotorius, m.u.v. de m. obliquus dorsalis
(N. IV), m. rectus lateralis (N. VI), en m. retractor bulbi (N. VI).
De m. retractor bulbi is de oogspier die het oog terug kan
trekken in de oogkas en is afwezig bij mensen.
Wat kan je zeggen over oogspieren bij vogels? Vogels hebben minder spieren en hierdoor minder motiliteit.
De pupil wordt omgeven door een dwarsgestreepte m. sphincter pupillae & m. dilatator pupillae.

3. De structuur die de oogbol en de oogspieren omgeeft is de periorbita. Welke vorm heeft deze structuur?
Conisch/kegelvormig met de basis rostraal. Het is een bindweefselstructuur.

4. Bekijk verschillende schedels in het studielandschap om te bepalen welke structuur de laterale
begrenzing van de orbita vormt bij de verschillende diersoorten. De orbita is lateraal open bij carnivoren,
door bot gesloten bij herbivoren (processus zygomaticus), en gesloten met een ligament bij varkens.

5. De n.maxillaris bevindt zich dorsaal/ventraal van de orbita.

Oog
6. Uit welke drie vliezen is het oog opgebouwd? Fibreuze laag (sclera & cornea), vasculaire laag (choroïd,
corpus ciliare, iris), en de binnenlaag (retina).

7. Een lichtstraal valt in het oog; welke structuren komt deze lichtstraal in het oog achtereenvolgens tegen,
voordat het de retina bereikt? Cornea → humor aquosus → lens → humor vitreosus → retina.

8. De lens is opgehangen in het corpus ciliare. Deze wordt geïnnerveerd door de
Door welke motorische zenuw wordt deze structuur geïnnerveerd? Parasympatische vezels vanuit het
ganglion ciliare via de nn. Ciliares breves. De parasympatische vezels ontspringen uit de n. oculomotorius
(III). Sympatische innervatie is afkomstig vanuit het ganglion cervicale craniale. Het corpus ciliare wordt niet
sympatisch geïnnerveerd.

9. Hoe wordt de opening van de iris genoemd? Pupil
Door welke invloeden kan de grootte veranderen? Sympatisch (dilatatie) & parasympatisch (constrictie).

Hersenen
10.Geef in de volgende figuur met arceringen aan waar het cerebrum,
cerebellum en de hersenstam liggen.

, Corpus callosum
Thalamus
11.Benoem de 4 structuren die aangegeven worden door de
lijnen en beschrijf hun functie.
Bulbus olfactorius Corpus callosum – verbindt beide cerebrale helften.
Pons Thalamus – sensorisch schakelstation naar het cerebrum.
Bulbus olfactorius – ontvangt de n. olfactorius (I).
Pons – maakt communicatie cerebrum-cerebellum mogelijk.

12.De meeste kopzenuwen treden uit het ventrale deel van de hersenstam. Welke niet? N. trochlearis (IV).

13.De bloedvoorziening van de hersenen komt voornamelijk uit de circulus arteriorus cerebri (cirkel van
Willis)). Door welke arteriën wordt deze cirkel gevormd? de aa. carotis interna en de a. vertebralis.
N. opticus
14.Koppel de volgende 5 namen aan de 5 herenstructuren die met pijltjes
worden aangeduid & vermeld hun functie;
vierde ventrikel - schokdemping, CSF-productie, CSF-circulatie.
pedunculi cerebellares - verbinding cerebellum-middenhersenen. Colliculus rostralis
nervus opticus – afferente vezels vanuit de retina voor zicht.
colliculus rostralis – doorschakelen sensorische info vanuit de retina &
integratie van geluid- en zichtprikkels. Het maakt oriëntatie van het hoofd
en ogen richting auditieve en visuele prikkels mogelijk.
nervus vestibulocochlearis - afferente informatie vanuit de cochlea Pedunculi
(gehoor) en evenwichtsorgaan. N. vestibulocochlearis cerebellares
4e ventrikel




Oor
15.In welke drie delen kan het oor worden opgedeeld? Buitenoor, middenoor, binnenoor.

16.Teken in de foto het verloop van de uitwendige gehoorgang.

17.Waarom moeten wij ons hoofd draaien om een geluid uit een andere richting op te
vangen en een hond niet? Het oor van de hond is er flexibel door het cartilago annularis.
Rondom het oor liggen de mm. auriculares, die het oor kunnen draaien.

18.Een hond met otitis media heeft naast de symptomen van de otitis een
afhangende lip. Hoe kan je verklaren dat deze symptomen tegelijkertijd
optreden? De n. facialis loopt dorsaal door het middenoor & kan dus aangetast
raken.

19.Welke structuren maken het middenoor van zoogdieren zo verschillend van
bijvoorbeeld lagere vertebraten? Zoogdieren hebben 3 botjes, terwijl lagere vertebraten enkel een groot
stapes hebben die direct het trommelvlies (gelokaliseerd aan de buitenkant zonder meatus acusticus
externus) met het ovale venster (fenestra vestibuli) verbindt.

, Wervelkolom, tussenwervelschijf, ruggenmerg en vliezen
20.In de figuur wordt het ruggenmerg met de omliggende vliezen en ruimten
weergegeven.
a. Epidurale ruimte
b. Dura mater
c. Arachnoïd
d. Subarachnoïdale ruimte
e. Dorsale radix

21.Waar in het ruggenmerg liggen de axonen, in de grijze stof of de witte stof?
Witte stof (substantia alba).
Waar liggen de cellichamen van de sensorische neuronen, de interneuronen en de
motorneuronen? Zie afbeelding.

22.Als in de bovenstaande figuur het ruggenmerg zich ter hoogte van een
tussenwervelschijf zou bevinden, waar zou je dan de tussenwervelschijf tekenen
(boven/onder/links/rechts)? Tussen de wervellichamen liggen de schijven.

Reflexen
23.Wat kan je als dierenarts concluderen als een spinale reflex intact is? Zowel de sensorische als
motorische banen zijn niet aangetast.
En als deze versterkt aanwezig is? Er is een defect in de remming door de UMNs.

24.Om de m. extensor carpi radialis reflex en de kniepeesreflex goed uit te kunnen voeren is anatomische
kennis noodzakelijk. Gebruik König om de m. extensor carpi radialis en de m. quadriceps en hun
eindpezen te lokaliseren.
De m. extensor carpi radialis ligt craniolateraal ten opzichte van de radius (spaakbeen). De eindpees van de
m. quadriceps ligt craniaal van de patella en craniaal ten opzichte van de tibia (scheenbeen).

Practicum
Station 1 Kop van de big
Bekijk de skeletten in de snijzaal en identificeer de bullae
tympanicae. Lokaliseer de bullae nu ook in de kop van je big.

Oogmedicatie kan worden toegediend in de conjunctivaalzak. Waar
zou je dat doen bij de kop van een kat? Onderste ooglid lateraal.

Bekijk de skeletten in de snijzaal en bepaal de positie van de peri-
orbita in de schedel van de kat, de hond, het varken, het paard en
het rund. Wat is het verschil in ligging van de lengteas van de kegel
bij deze diersoorten?
Hond & kat – naar voren gericht;
Varken, paard, rund – meer lateraal gericht.

Benoem de verschillende onderdelen van het traankanaal.

Hoe zou je in de praktijk kunnen testen of de traanafvoer functioneel is? Door
kleurstof in de conjunctivaalzak te druppelen.

Wat kan je doen als de traanafvoer verstoord blijkt te zijn bij
een kat? En bij een paard?
Kat – spoelen.
Paard – chirurgie bij congenitale atresie; spoelen bij
verstopping. Er kan ook een katheter worden gebruikt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller remconederlof. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$5.89  1x  sold
  • (0)
  Add to cart