Deze samenvatting heb ik gebruikt om te leren voor het examen. Het examen staat op 40% van de punten. Mijn totaal op dit vak was 14/20. Het is een duidelijke samenvatting en volgt de cursus en de PowerPoint
Hoofdstuk 1: Wat is intelligentie?
Opvattingen over intelligentie = de naïeve psychologische theorie
Onderzoek van Sternberg
Wat denkt een leek over intelligentie?
- Leken hebben impliciete (onbewust) theorie over intelligentie
- Inschatting van intelligentie bij anderen correleert hoog met resultaten uit
intelligentietesten (bij iemand die je goed kent)
- Leken breder en diffuser beeld van intelligentie dan de wetenschap:
• Ook alledaags functioneren in rekening genomen
• Common sence idee van intelligentie (leken: algemeen beeld, psychologen
bestuderen het anders)
Taak van psychologie als wetenschap
- Begrip intelligentie afbakenen
- Door middel van onderzoek: definitie formuleren
Wetenschappelijke opvattingen onderscheiden zich van ‘leken’-opvattingen:
- > zo zuiver mogelijk gedefinieerde en meetbare concepten.
- > theorieën, hypothesen en verwachtingen over psychologische verschijnselen worden
getoetst
Wetenschappelijke afbakening van het begrip
Intelligentie in onderzoek
= afgebakend tot academische intelligentie (presteren met betrekking tot schoolse
activiteiten)
Definitie van Boring uit 1923: "Intelligentie is dat wat de test meet" (slechte definitie)
-> definitie = circulair
(de twee elementen van de definitie hebben elkaar nodig om een verklaring te geven)
-> zeer veel gebruikt
-> eerder verwarrend dan helder, meer kwaad dan goed gedaan
Niveaus van intelligentie: A, B en C
(Ordenen van definities)
Niveau A:
- Aangeboren potentieel tot intelligent handelen
- Ligt vast in de fysieke hersenstructuren
- Cultuuronafhankelijk en stabiel
- Niet meetbaar en is daarom een theoretische veronderstelling
,Intelligentie B:
- Interactie tussen genetische aanleg en omgevingsinvloeden/leerervaringen
- Mede afhankelijk van:
opvoeding
leefomstandigheden voor en na de geboorte (voeding, culturele gewoonten)
onderwijs
levenservaringen
- Cultuurgebonden en veranderlijk
- Meetbaar
Intelligentie C:
- wat een intelligentietest meet
- de gemeten intelligentie van een persoon
- vastgebonden aan meetinstrument, slechts benadering van intelligentie B
-> meeste wetenschappelijke definities van intelligentie: op niveau van intelligentie B en C
Niet 1 definitie maar heel veel verschillende!
,Hoofdstuk 2: Geschiedenis en theorieën rond intelligentie
Geschiedenis van intelligentie
- Wetenschappers bestuderen al meer dan honderd jaar het fenomeen van
intelligentie
- Veel verschillende soorten onderzoek
- Veel verschillende theorieën
-> Belangrijk om deze achtergrond mee te hebben om de huidige modellen te begrijpen
2 stromingen
1. PSYCHOMETRISCHE THEORIEËN EN INTELLIGENTIEMODELLEN
Gebaseerd op statistische analyses
Uit statistisch onderzoek: één factor intelligentie of meerdere factoren die samen
intelligentie vormen
Spearman
- Pionier op vlak van factoranalyse (rangcorrelatiecoëfficiënt)
- Eerste onderzoekers: constructie theoretisch intelligentiemodel
- Positieve correlaties tussen enerzijds eenvoudige sensorische en motorische proefjes
en anderzijds schoolse prestaties
Theorie van Spearman
Intelligentie = ‘g’ of general intelligence (er is maar 1 factor die intelligentie bepaald)
g-factor = latente variabele (enige oorzaak) die de correlaties veroorzaakt tussen de
verschillende maten van cognitieve vaardigheid
= gemeenschappelijke variantie tussen de diverse maten van cognitieve vaardigheid
(wat de verschillende maten van cognitieve vaardigheid gemeenschappelijk hebben)
single factor model of intelligence
s-factoren = naast g-factor ook meer specifieke factoren
- g = algemene mentale activiteit
- s = mentale activiteiten die specifiek voor één taak nodig zijn (rest van de variantie)
Ook tweefactorentheorie van intelligentie genoemd
Intelligentietest
Eerste intelligentietesten gebaseerd op idee: intelligentie = 1 factor
Kritiek op spearman
Eén algemene intelligentiefactor en daarnaast vele kleine, specifieke factoren = veel te
eenvoudig volgens andere onderzoekers
Verschillende onderzoekers:
- Geen: één algemene intelligentiefactor
- Wel: verschillende intelligentiefactoren zijn die slechts in beperkte mate overlappen
Geen enkelvoudige maar meervoudige theorie van intelligentie
, Thurstone: Primary Mental Abilities
- Ontwikkelt de statistische techniek van de multiple factoranalyse
- Op basis van factoranalytisch onderzoek op een uitvoerige batterij van 57 tests
Theorie
Thurstone zocht naar meerdere onafhankelijke factoren met een eenvoudige structuur
-> volgens Thurstone bestaat “g” niet
= statistisch artefact
Later compromis: een algemene vorm van intelligentie + zeven specifieke subvormen
1. verbaal inzicht/ begrip -> het begrijpen van woorden en geschreven tekst
2. woordvlotheid -> snel bedenken van woorden die voldoen aan een bepaald criterium
3. rekenkundig inzicht/cijferen -> snel en accuraat eenvoudig rekenwerk kunnen uitvoeren
4. visueel-ruimtelijk inzicht -> in gedachten objecten kunnen manipuleren
5. associatief geheugen -> aangeboden informatie kunnen onthouden
6. waarnemingssnelheid -> de snelheid waarmee informatie wordt waargenomen en
verwerkt
7. logisch redeneren -> logisch kunnen nadenken
Kritiek
Spearman (1939) behoudt een extreme positie: er is één factor
Verder bouwen op theorie van Thurstone
- meeste psychologen volgen Thurstone
- begrijpbare factoren = link naar de praktijk
- door andere onderzoekers zelfs sterk uitgebreid
- primaire factoren uitgesplitst in deelfactoren
Guilford: matrixmodel
- wijst idee van één algemene intelligentiefactor af, bouwt verder op werk van
Thurstone
- structure of intellect-theorie = classificatiesysteem met alle door hem bedachte
intelligentiefactoren onder
Theorie
Elke factor wordt gekenmerkt door drie dimensies
1. de operatie: taak oplossen: (verastandelijke verrichtingen)
- Cognitie: herkennen, ontdekken, begrijpen
- Geheugen
2. de inhoud: de aard van het materiaal waarop de taak betrekking heeft:
- Figuraal materiaal: geometrische figuren
- Semantisch materiaal: woorden, zinnen
- Gedrag: eigen gedrag en gedrag van andere mensen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller inesvanhamme. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.