100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Farmacologie en ingrediëntenleer $5.67   Add to cart

Summary

Samenvatting Farmacologie en ingrediëntenleer

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alles over farmacologie en de ingeedientenleer

Preview 2 out of 9  pages

  • January 29, 2022
  • 9
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Farmacologie en ingrediëntenleer
Farmacon: Een stof die ziekten voorkomt, opspoort, geneest of verzacht (bijv. antibiotica,
vaccins, pijnstillers). Synoniem = geneesmiddel (deze definitie is wel meer beperkt dan
farmacon)

Medicijnen brengen vaak ongewenste effecten met zich mee -> maag- en/of darmklachten
eb overgevoeligheidsreacties. Daarom moeten medicijnen altijd met een goede indicatie
gebruikt worden.

Lokale toediening van medicijnen heeft de grootste voorkeur bij huid of slijmvlies (zoals
crèmes en zalven), omdat deze niet in het hele lichaam uitwerkt, maar alleen op het
gewenste oppervlak.

Als er diepere of meer verspreide receptoren aanwezig zijn, dan wordt algehele toediening
toegepast. De medicijnen komen in het hele lichaam terecht, bijv. met orale of subcutane
therapie.

Klinische pathologie
Farmacokinetiek: Wat het lichaam met het geneesmiddel doet, de wegen van het
geneesmiddel. Dit is vooral belangrijk bij algehele toediening van medicijnen.

4 soorten farmacokinetiek:
1. Resorptie/opname (biologische beschikbaarheid)
2. Distributie/verdeling (water, vet of aan bloedeiwitten verbonden)
3. Metabolisme/omzetting (lever)
4. Excretie/uitscheiding (nieren)

Biologische beschikbaarheid: De hoeveelheid farmacon die in het bloedplasma terecht komt
en effect uitoefent in het doelorgaan. Een groot deel tabletten en capsules wordt
opgenomen, de rest wordt ontlasting.

First pass effect: De biologische beschikbaarheid neemt af na orale toediening, doordat
bepaalde geneesmiddelen aangekomen in de lever, gelijk worden uitgeschakeld.

Distributie/verdeling: Geneesmiddelen die hydrofiel zijn bereiken een hoge concentratie in
het bloedplasma, lipofiele/hydrofobe geneesmiddelen niet, die komen vaak in het
vetweefsel terecht. Door een plasma-eiwitverbinding neemt de concentratie van een
geneesmiddel in het bloedplasma af.

(Lever)metabolisme: Wanneer een farmacon in het bloedplasma zit, kan de lever de
farmacon omzetten/metaboliseren in werkzame of niet-werkzame stofwisselingen.

Excretie/uitscheiding: De nieren scheiden de gemetaboliseerde stofwisselingproducten of
geneesmiddelen van de lever uit.

, Eliminatie: Het proces waarbij een farmacon vanuit het bloedplasma door de lever wordt
gemetaboliseerd en daarna gelijk uitgescheiden van het gemetaboliseerde farmacon door de
nieren.

Halfwaardetijd (t ½ ): De tijd die nodig is om de helft van de bloedplasmaconcentratie te
verminderen.

Therapeutische breedte: De ruimte tussen de minimale plasmaconcentratie en de toxische
plasmaconcentratie (wanneer iemand vaker gedoseerd wordt, kan de patiënt vergiftigd
worden).

Minimale effectieve concentratie = concentratie waar vanaf het geneesmiddel werkzaam is
Maximale veilige concentratie = boven deze concentratie wordt het geneesmiddel
bedreigend voor de gezondheid


Natuurwetenschappen voor para- en perimedische beroepen
Zuivere stof: Een stof waarin alle deeltjes tot dezelfde stof behoren (pure 02 en diamant).

Mengsel: Een niet-zuivere stof met andere componenten/deeltjes
(kraanwater/zeewater/lucht).

Emulsie: (Water in olie of olie in water.) 2 vloeistoffen die niet in elkaar kunne oplossen,
maar met behulp van een emulgator in elkaar kunnen delen.

Emulgator: Moleculen die aan de ene kant hydrofiele kop zijn en aan de andere kant
hydrofoob staart, waardoor olie en water kunnen mengen (oplosbaar).

Disperse fase (inwendige fase): Stof die wordt verdeeld.

Continue fase (buitenste fase): Stof waarin het wordt verdeeld.


Olie in water emulsie (o/w) = er is sprake van olie deel omgeven door waterdeeltjes.
Water in olie emulsie (w/o) = er is sprake van waterdeeltjes omgeven door oliedeeltjes.

Indifferente middelen = basis = vehiculum
Deze vormen de basisi van een geneesmiddel

Differente middelen = transportfunctie
Kan ook therapeutisch effect hebben
Differente middelen: medicamenten

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Studenthuidtherapie2021. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.67. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

71184 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.67
  • (0)
  Add to cart