Lever
Ligging intraperitoneaal, onder het diafragma tot aan de ribbenboog in
midclaviculair lijn.
De kant van de lever aan het diafragma =facies diaphragmatica.
Anatomie
o Ligamentum falciforme hepatis = bevestiging voorste buikwand en aan
het diafragma. Verdeelt de lever in linker (segment 1-4) en rechter
leverkwab (segment 5-8)
o Ligamentum teres hepatis = restant navelstreng ader (vena
umbilicalis). Een dun koordje tussen het ligamentum falciforme in
geweven.
o Kwabben: links en rechts. Lobus caudatus, ‘’staartje’’ = segment 1
o Lobus quadratus, ‘’vierkantje’’ onder segment 1 – vanaf dorsaal gezien
o Porta hepatis
o Vena porta: veneus bloed uit de darmen met opgeloste stoffen
(blauwe buis) 70%
o Arteria hepatica propria vanuit de aorta, 30%
o Ductus hepaticus en ductus choledochus gaat de lever uit.
o DR ALVA = ductus rechts – arterie links – vena achter. Afvoer bloed met
vena hepatica
o Leversegmenten = verdeling op basis van de positie van vena hepatica:
links midden rechts.
Leverlobje: honingraad structuur
- Driehoekjes zijn de porta driehoekjes met
porta/hepatica/galweg
- In het midden blauw rondje: vena centralis – naar
vena cava
- Uit ieder driehoek komen capillairen die de
levercellen voorzien van bloed
- Cellen dicht bij de wand: zone 1
- Cellen verder weg; iets minder zuurstofrijkbloed –
zone 2
- Cellen dichter bij vena centralis – zone 3
- Niet heel belangrijk maar snap dat niet alle cellen evenveel zuurstof etc kan
krijgen
Ultrastructuur: in een levercel, in een leverlobje
- Hepatocyten: functionele cellen, relatief groot,
veel celorganellen. Doet heel erg veel produceren
+doen het meest
- Kupffer cel: behoren tot fagocyten systeem, zijn
macrofagen. Voor de afweer
- Stukjes van galwegepitheel, platte cellen – de
platte streepjes
- Stellaatcellen belangrijk voor de opslag van Vit A
en belangrijk voor fibrosevorming. (blauw rondje
met zwarte stip).
Extrahepatische galwegen
o Begint in de galcapillair, gevormd door twee celmembranen van twee
hepatocyten. Zonder dat er echt een ‘’weg’’ is ontstaat er tussen die twee
, Doelen – Thema 4 - Geelzucht
hepatocyten gal. Dit vloeit af via ductuli, naar een portadriehoekje (rode
driehoekje), vanuit daar naar intrahepatische galwegen.
o Ductus hepaticus links en rechts komen extrahepatisch samen: ductus
choledochus. Via papil van vater naar duodenum.
o Papil is gemeenschappelijke uitmonding van PD en CBD. Sfincter van Oddi
bepaalt of en hoeveel gal er uitvloeit. Sficter gaat open onder invloed van
cholecystekinine.
o Als gal niet doorstroomt wordt het opgeslagen in galblaas. 15% van gal
wordt in galblaas geproduceerd.
o Cholesystekinine (CKK): zorgt enzymuitscheiding voor vertering van
eiwit/vet/koolhydraten. En werkt in op de galblaas die daardoor gal
uitscheidt emulgeert vetten.
Functies: Lever moet goed doorbloed zijn omdat het zoveel doet. 70% is van
de porta.
Glucose (koolhydraatstofwisseling)
Glycolyse: afbreken van glucose tot
pyrodruivenzuur
Glycogenese: proces waarbij glucose
wordt omgezet glycogeen. Door insuline.
Glycogenolyse: proces waarbij glycogeen
wordt omgezet in glucose. Door glucagon.
Glyconeogenese: het opnieuw vormen
van glucose vanuit niet-koolhydraatbronnen zoals aminozuren en glycerol
maar vooral uit pryrodruivenzuur.
Eiwitstofwisseling: aminozuren die na absorptie in de darm door de lever
worden opgenomen (of in de lever ontstaan door transaminering van ketonen)
zijn de bouwstenen van vele eiwitten die een rol spelen in de lever of in het bloed
wordt uitgescheiden (albumine, stollingsfactoren). In de lever worden ook
eiwitten afgebroken waarbij de aminozuren die dan ontstaan worden gebruikt
voor eiwitsynthese of worden gedesamineerd (=afgebroken) met vorming van
ketozuren voor gluconeogenese.
Vetstofwisseling: vetten komen via lymfe en bloed in de lever. Triglyceriden
worden in de lever gesplitst in glycerol en vrije vetzuren. Vrije vetzuren worden
omgezet in fosfolipiden, maar vooral in Acetyl-CoA. Vanuit daar vindt synthese
plaats zoals van cholesterol. Het cholesterol dat dagelijks in de lever wordt
gemaakt wordt door gal uitgescheiden of omgezet in galzuren.
Opslag: hepatocyten zijn een stapelplaats voor vele verbindingen zoals
vitaminen (D – E – K – B12) en metalen (ijzer, koper)
Enterohepatische kringloop. Darm-lever kringloop. 800 mL gal per dag
geproduceerd in de lever. Galzuren zijn van cholesterol afgeleiden moleculen
(van vet afgeleid). Grootste deel gal gaat naar de darm. 10% komt daarvan in de
ontlasting. De rest wordt geresorbeerd in de darm en gaat via de porta weer naar
de lever = kringloop. Ook bilirubine.
Stofwisseling: stoffen worden opgenomen in de darm en komen via de porta in
de lever.
a) Koolhydraten: glucose wordt omgezet in glycogeen en opgeslagen in
hepatocyten en spierweefsel. Als dat op is door grote inspanning wordt er uit
andere voedingsstoffen glucose gemaakt = gluconeogenese (kan uit
aminozuren maar meestal uit vetten).
, Doelen – Thema 4 - Geelzucht
b) Aminozuren: eiwitten worden opgenomen in de lever en gevormd door
deaminering. Transaminering = verplaatsen. Ketonen kunnen daardoor
worden gemaakt en zijn de bouwstenen.
c) Vet: vetstofwisseling vooral in de lever. Via de darm-porta naar lever. In de
lever omgezet in fosfolipiden en acetyl-CoA. Die samen zorgen ervoor dat
vetzuren opgeslagen kunnen worden in de vorm van triglyceriden. Lever kan
dingen omzetten in een vorm zodat het er iets aan heeft.
Ontgiften en klaren: alcohol afbreken, geneesmiddelen afbreken
Fase 1 reacties: iets waarbij iets eraf wordt gehaald. Moedermolecuul wordt
veranderd door er een molecuul af te halen door oxidatie oid. Dit wordt
gekatalyseerd door cytogroom P450 systeem. = verzameling van enzymen.
Vooral invloed op fase 1. Alle enzymen werken allemaal net iets anders, sneller of
langzamer, waardoor je snel te veel of te weinig van iets krijgt. CYP-P450 zorgt
ervoor dat het goed werkt. Bilirubine en ammoniak zijn de belangrijkste giftige
stoffen die de P450 moet klaren.
Veel soorten in P450 systeem die helpen bij de afbraak van verschillende stoffen.
Sommige remmen het proces – sommige stimuleren dat proces. Het heeft dus
interactie. Bijv grapefruitsap: remt selectief het 3A4 enzym waardoor de spiegel
van sommige dingen enorm toeneemt, want het enzym wordt geremd.
Fase 2 reacties: doen er juist iets aanplakken.
Pancreas
Ligging Retroperitoneaal: duodenum bij de kop, milt bij staart. Dorsaal
van de maag.
Anatomie
o Caput pancreaticus – collum – corpus – cauda pancreaticus
o Pan = helemaal. Creas = vlees. Een en al vlees – alvleeskliler. Stevig
orgaan.
Endocriene functie pancreas
Pancreas maakt hormonen die helpen bij de vertering en regelen van
suikergehalte in het bloed. Gemaakt in de eilandjes van langerhans insuline en
glucagon
Exocriene functie pancreas
Pancreas maakt pancreassap met daarin inactieve spijsverteringsenzymen. In
duodenum wordt het geactiveerd om voedsel te verteren. Ook neutraliseert het
pancreassap het maagzuur dat vanuit de maag het duodenum in komt
bicarbonaat.
Amylase vertering suikers Lipase vertering vetten Trypsine
vertering eiwitten
Amylase wat in de mond bij het voedsel komt wordt inactief in de maag door de
lage pH. Daardoor komt er in duodenum opnieuw amylase bij.
Gal
- Geproduceerd in de lever
- Groen gelig
- Bestaat uit water, galzouten, cholesterol, bilirubine
- 500-800 mL per dag geproduceerd
- Opslag in de galblaas, geconcentreerde vorm met minder water
- Functie: emulgeren van vetten. Vet is niet oplosbaar in water. Gal (met
name galzouten en cholesterol) zorgt ervoor dat het vet wordt geknipt in
kleine bolletjes waardoor lipase beter zijn werk kan doen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Dominiquekoolhaas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.