// Paragraaf 1 - Je lichaam en je voedsel
darmflora: (microbiotica) de verschillende soorten in je darmkanaal
Prebiotica: Onverteerbare plantenresten waar nuttige bacteriën in je darmen van leven.
Probiotica: Bacteriën in je voedsel die je gezondheid bevorderen.
Voedingsstoffen: onderdelen van voedingsmiddelen, zoals eiwitten en koolhydraten
Koolhydraten: - brandstof voor de cellen in de vorm van glucose - bouwstof voor bijvoorbeeld
receptoreiwitten - reservestof voor mens en dier (glycogeen)
Vetten: - brandstof voor cellen bouwstof voor membranen en hormonen warmte-isolatie
reservestof voor mens en dier
Eiwitten: - bouwstof voor onder andere enzymen en spieren - brandstof
Vitaminen: Essentiële voedingsstoffen die het lichaam in kleine hoeveelheden nodig heeft.
Gebreksziekte: Ziekten die ontstaan bij een gebrek aan een vitamine.
voedingsvezels: onverteerbare plantaardige koolhydraatmoleculen
ADH: aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van een voedingsstof (N.B. ADH is ook een hormoon,
zie H12)
additieven: Stoffen die zijn toegevoegd om het voedingsmiddel aantrekkelijker of langer
houdbaar te maken.
ADI: Aanvaardbare dagelijkse inname; de maximale hoeveelheid van een additief die je per dag
per kg lichaamsgewicht zonder problemen kunt eten.
Voedselallergie: een heftige reactie op een normale voedingsstof
spoorelementen: Mineralen waar je maar weinig nodig hebt.
// Paragraaf 2 - Verteringsstelsel
Vertering: de afbraak van moleculen uit het voedsel door enzymen
mechanische verkleining: Het verkleinen van voedseldeeltjes door te kauwen. Hierdoor neemt
het oppervlak van de voedseldeeltjes toe.
amylase: Enzym dat zetmeel afbreekt.
Slokdarm: Eerste deel van het verterings- kanaal, brengt voedsel van mondholte naar maag.
speekselklieren Klieren die speeksel afgeven aan de mondholte.
peristaltische bewegingen: Samentrekking van lengte- en kringspieren, waardoor de voedselbrij
door het darmkanaal gaat.
Maag: Deel van het verteringskanaal tussen slokdarm en twaalfvingerige darm. Kneedt het
voedsel (zie darmperistaltiek), verteert eiwitten, doodt bacteriën door maagzuur.
maagsapklieren: Klieren die maagsap afgeven aan de maaginhoud.
Zoutzuur: Zuur uit de maagsapklieren dat bacteriën doodt en bijdraagt aan de eiwitvertering
door pepsinogeen te activeren tot het actieve peptase. Heet ook wel maagzuur.
Pepsinogeen: Inactief pro-enzym van de maagsapklieren waaruit in de maag onder invloed van
het zoutzuur het actieve peptase ontstaat.
Peptase: Actief enzym in de maag dat eiwitten afbreekt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annaesmeevdl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.