Voorbeelden:
- Dagelijks leven: Je wilt afvallen, en je denkt dat sporten hierbij helpt. Je neemt een
abonnement op de sportschool, gaat (meer) sporten. Je observeert na zoveel weken
je lichaam. Je concludeert of sporten wel/niet hielp af te vallen.
- Correlationeel sociaal-wetenschappelijk onderzoek: verzamelt gegevens over (1)
sportgedrag (bijvoorbeeld hoe vaak en hoe intensief), (2) gewicht in bepaalde
populatie. Gaat na of individuele verschillen in de twee variabelen samenhangen.
- Experimenteel sociaal-wetenschappelijk onderzoeker: deelt proefpersonen
willekeuring in twee groepen in. Laat de ene groep zoveel uur een bepaalde sport
beoefenen en de andere groep niet (of minder uur). Gaat na of er na X weken
groepsverschillen in gewicht zijn te vinden.
Verschillen empirisch onderzoek met dagelijks leven:
De onderzoeker is kritischer (de grootst mogelijke skepticus)
- Accepteert een hypothese nooit als waar
- Het beste wat gedaan kan worden is om data te verzamelen en te laten zien dat die
data consistent zijn met de hypothesen.
, De onderzoeker is systematischer en nauwkeuriger met betrekking tot inferenties.
Typisch:
- Worden hypothesen, doelstellingen en opzet tussentijds niet gewijzigd
- Worden meer zorgen gemaakt om eventuele veranderingen gedurende het proces
- Wordt een groter aantal uitkomstmogelijkheden in ogenschouw genomen
- Wordt bedacht voor wie een hypothese zou moeten opgaan
- Wordt bedacht in welke omstandigheden of situaties een hypothese zou moeten
opgaan
- Wordt getracht na te gaan of – of in hoeverre – bevindingen kunnen worden
gegeneraliseerd
De wetenschapper heeft meer aandacht voor mogelijke vertekeningen (biases). Deze
vertekeningen zelf zijn ook onderwerp van onderzoek. Studies worden zodanig
ontworpen dat vertekeningen worden geminimaliseerd
Onderzoekers gebruiken een scala aan methoden om informatie te verzamelen:
laboratoriumonderzoek versus veldonderzoek, experimenteel en quasi-experimenteel versus
niet-experimenteel, surveys versus observaties, grote steekproeven versus casusonderzoek
etc. De meeste onderzoekers specialiseren zich in een bepaalde benadering of methode,
bijvoorbeeld experimenteel labonderzoek. Ze erkennen daarnaast de verrijking door het
gebruik van verschillende banderingen/methoden, waaronder dus kwalitatieve
onderzoeksmethoden.
Geschiedenis sociaalwetenschappelijk onderzoek:
Paradigma van sociaalwetenschappelijk onderzoek: hypothesevorming en hypothesetoetsing
(aan de hand van waarnemingen). Historisch gezien, illustreert dit het geloof in:
Kritiek constructivisten op positivistische benadering in sociale wetenschappen:
- De zoektocht naar algemene wetten is misleidend en uiteindelijk gedoemd te
mislukken
, - Predictie en controle: beperkt de wetenschap en verkleint het vermogen van de
wetenschap om te beschrijven en te verklaren
- Positivisten zijn: deterministisch, reductionistisch, egocentrisch, opdringerig en
onnauwkeurig
Constructivisten: pleiten voor benaderingen die ook inferentieel zijn, maar tevens begrip
ontwikkelen aangaande speculatie en (voor)oordelen en die voortbouwen op de
gezichtspunten van de participanten. Zij ontwikkelen ‘patronen van betekenis’ gedurende de
dataverzameling.
Wat hebben we geleerd van het constructivisme?
Sociaalwetenschappelijk onderzoek verschilt van de natuurwetenschappen:
- In de mate waarin de onderzoeksobjecten een actieve rol spelen in het onderzoek
- Onderzoekers komen reacties tegen
- Onderzoekers en participanten bedenken wat er gebeurt; kunnen invloed uitoefenen
op elkaar
- Onderzoekers brengen hun eigen waarden en normen mee; gebeurt ook in de
natuurwetenschappen, maar daar niet zo prominent als in de sociale.
- Al voorgaande punten moeten worden meegewogen in onderzoek
Moderne benadering: synthese van verschillende benaderingen
- Qua methodologie: leunend op positivisme/post-positivisme
- Qua proces: beinvloed door constructivisme
- De onderzoeker kent een grote verantwoordelijkheid: elke onderzoeker dient
participanten te respecteren, heeft zijn/haar eigen waarden en dient rekening te
houden met onder andere situationele factoren, diverse perspectieven, de impact
van het handelen op participanten en de toepasbaarheid van resultaten in ‘real world
settings’.
Het gebruik van meerdere methoden/benaderingen vergroot de kennis.
Verschillende benaderingen, zelfde doel. Nuance is ook het standpunt van POW.
- Kwantitatief onderzoek is niet waardevoller of beter dan kwalitatief onderzoek (zoals
sommige kwantitatief onderzoekers wellicht menen)
- Kwalitatief onderzoek is niet waardevoller dan kwantitatief onderzoek (zoals
sommige kwalitatief onderzoekers wellicht menen)
- Kritiek is mogelijk op beide (uiteraard)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juulm99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.48. You're not tied to anything after your purchase.