100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Publiekrecht Basistheorie vastgoeddeskundige $8.58
Add to cart

Summary

Samenvatting Publiekrecht Basistheorie vastgoeddeskundige

1 review
 335 views  39 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting dient als naslagwerk van de lessen gegeven door de Academie voor Vastgoed voor het vak Publiekrecht. Behorende bij het boek Omgevingsrecht/Publiekrecht.

Preview 4 out of 39  pages

  • Yes
  • January 30, 2022
  • 39
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: ndmeijer • 10 months ago

avatar-seller
Les 1: Inleiding in het staatsrecht


Wat is recht?
Recht is een systeem van regels waarmee de samenleving wordt geordend.

Welke (formele) rechtsbronnen zijn er:
- Wet
- Rechtspraak (=jurisprudentie)
- Gewoonte/ongeschreven recht
- Rechtsleer / doctrine
- Verdragen  gaan boven nationale wetgeving.
Codificeren = regels uit jurisprudentie alsnog vastleggen in een wet(boek).

Publiekrecht:
- Regelt relaties tussen overheid en burgers en overheden onderling
- Ongelijke partijen / gezagsverhouding
Op te splitsen in
- Het staatsrecht = de wijze waarop de overheid zelf georganiseerd is. Dus grondwet,
provinciewet, Waterschapswet etc.
- Bestuursrecht = de relatie overheid en burger. Bv strafrecht, fiscaal recht.

Privaatrecht
- Regelt de huishouding tussen burgers en bedrijven onderling  deze partijen zijn
gelijkwaardig aan elkaar.
- Min-of-meer gelijkwaardige partijen
- Alles wat in het Burgerlijk Wetboek staat

STAATSRECHT
Wat is de definitie van een ‘staat’? Drie criteria:
 Afgebakend grondgebied; het moet duidelijk zijn waar de grenzen van de staat zijn
 Bepaalde gemeenschap van mensen;
 Gezag uitgeoefend door een organisatie die een machtspositie heeft. Het is pas een staat als
er één partij de ultieme macht heeft.
Nederland = een constitutionele monarchie  dit betekent dat de positie van de koning in de
Grondwet staat.

Trias politica = als je de staat goed wilt laten regeren moet je de machten scheiden.
- Wetgevende macht  Eerste en tweede kamer
- Uitvoerende macht  ministers voeren de weten uit
- Rechtsprekende macht  rechters bepalen of de wetten goed worden uitgevoerd.

Begrippen!:
Decentralisatie = de macht wordt overgedragen aan een ander orgaan.
Territoriale decentralisatie = macht over een bepaald gebied uitoefenen (gemeenten & provincies,
bv gemeente mag zelf bestemmingsplan vast te stellen).
Functionele decentralisatie = taken zijn landelijk verdeeld (ACM, Commissariaat vd Media)  deze
organen hebben vanuit de overheid de functie gekregen om een bepaald ding uit te voeren.

,Deconcentratie = taken worden toebedeeld aan zelfstandige administratieve een heden die een
zekere band met de regering houden (Belastingdienst). De macht blijft wel bij de overheid!
Autonomie vs. medebewind
Bij autonomie krijgt een orgaan de zelfstandige bevoegdheid tot bestuur (autonomie) of wordt het
lagere orgaan toegestaan om hogere regelingen zelfstandig uit te voeren (medebewind).

Monisme vs. dualisme
Tussen wetgevende en uitvoerende macht. Onafhankelijk van elkaar (dualisme) of
afhankelijk/volgend (monisme).
Dualisme = de wetgevende en uitvoerende macht staan los van elkaar  komt voor in NL
Monisme = de wetgever is ook de uitvoerder.

De Grondwet regelt hoe de rijksoverheid intern is georganiseerd.
Staten Generaal bestaat uit de Eerste kamer + Tweede kamer (150 leden + 75 leden). Ze controleert
het beleid van de regering. Ook heeft het parlement een wetgevende functie. Een wet gaat pas in als
de Eerste en Tweede kamer een wetsvoorstel hebben aangenomen.

Kroon / regering = Koning + ministers
Kabinet = ministers + staatssecretarissen
Ministerraad = vergadering van alle ministers onder leiding van de minister-president. In de
ministerraad wordt overlegd over het algemene regeringsbeleid.
Algemene rekenkamer = onderzoekt of de overheid publiek geld zinnig, zuinig en zorgvuldig uitgeeft.
Deze worden genoemd bij koninklijk besluit voor het leven.
Raad van State = controleert het beleid van de regering. Worden benoemd bij koninklijk besluit voor
het leven.

Grondrecht zijn vastgesteld in de grondwet & in internationale verdragen.
Twee soorten grondrechten:
1. Klassieke grondrechten = afweringsrechten  zaken waar de overheid zich niet mee mag
bemoeien. (art 5 t/m 18)
2. Sociale grondrechten = zaken waar de overheid zich wel mee moet bemoeien.(art 19 t/m 23)

Actief kiesrecht = je mag stemmen
Passief kiesrecht = je mag gekozen worden

DECENTRALISATIE
De drie decentrale lichamen die Nederland kent zijn: provincie, gemeente en waterschap.
De provinciewet en gemeentewet zijn identiek aan elkaar.

Dit staat ook in de Gemeentewet Art.
Uitvoerende macht Wetgevende macht Rechtsprekende
macht
Provincie Gedeputeerde staten Provinciale staten Rechterlijke macht
Gemeente College van B&W Gemeenteraad Rechterlijke macht
Rijk Staten-Generaal Regering Rechterlijke macht

Formele wetten gaat over procedures/procesrecht. Welke procedure moet je volgen om je gelijk te
krijgen?
Opgesteld door de regering en State Generaal gezamenlijk.
Trucje! Alles wat ‘wet’ heet = een wet in formele zin!

,Materiële wetten gaat over inhoud. Wanneer heb je gelijk?
Algemeen bindende voorschriften, ongeacht de afkomt. Kan dus ook van gemeenten of provincies
afkomstig zijn




Les 2: Algemeen Bestuursrecht (Awb) (1994)


De crisis- en herstelwet (art. 32 Wetboek) helpt bedrijven, omdat de wet bouwprojecten naar voren
haalt. Ook worden ruimtelijke plannen sneller uitgevoerd door bijvoorbeeld kortere (aanvraag)
procedure. Vaak zijn dit projecten voor de infrastructuur. Door weten aan te leggen en te verbeteren
is Nederland beter bereikbaar.


INLEIDING DE ALGEMENE WET BESTUURSRECHT Art 31 wetboek.
Hoofddoelstelling:
 Algemene en uniforme regeling voor bestuursrechtelijke besluitvorming en procedures.
 Zowel m.b.t. totstandkoming van besluiten als procederen tegen besluiten.
 Zowel materieel als formeel recht.

Algemeen bestuursrecht  algemene wet bestuursrecht (AWB)
Bijzonder bestuursrecht = wetten met een bijzondere regeling / specifiek onderwerkp. In bv. De Wet
ruimtelijke ordening, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), huisvestingswet, Wet
voorkeursrecht gemeenten, etc..
BIJZONDER RECHT GAAT ALTIJD VOOR ALGEMEEN RECHT! Als er in de bijzondere wet geen
afwijkende procedure staat volg je gewoon de Awb.

ALGEMENE BEGRIPPEN Awb
Artikel 1: Bestuursorganen
 Lid A-Organen: Bv. Minister, college van B&W, provinciale staten.
 Lid B-Organen: Bv. Nederlandse orde van advocaten, de APK-keurder (autobedrijf)

Artikel 1:2: Belanghebbende
 ‘degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit betrokken is’
 Iedereen kan een belanghebbende zijn, zowel natuurlijke personen als rechtspersonen.

Artikel 1:3 lid 1 Awb : Besluit
 = een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke
rechtshandeling.
Een schriftelijke beslissing?
- Moet van een bestuursorgaan komen;
- In een inhoudende rechtshandeling (op rechtsgevolg gericht);
- Als die publiekrechtelijk van aard is;
- Alleen informatieverschaffing is geen besluit.

, Diverse soorten besluiten Besluiten



Beschikking: Besluit van algemene
strekking: Beleidsregels,
Art 1.3 lid 2 plannen, algemeen
Persoons- / zaakgericht verbindend voorschrift
(AVV)

Tegen een Besluit van Algemene Strekking niet tegen in beroep gaan, want het raakt jou niet direct.
Dus een brief met bv:
- Beste bewoners uit Haaren = Besluit algemene strekking =
- Beste mevrouw Vermeer = Beschikking  kun je wel een bezwaar tegen maken. Beschikking
= vrijwel alle besluiten die zich richten tot een bepaalde zaak of persoon. Denk aan
(omgevingen) vergunning, handhavingsbesluiten, subsidies.
Beleidsregels = besluiten van algemene strekking!
 Geven uitleg over de wijzer waarop van een wettelijk bevoegdheid gebruik wordt gemaakt.
 VB: wanneer een kapvergunning wel of niet verleend wordt.
 Tegen een beleidsregel kan niet rechtstreeks bezwaar of beroep worden ingesteld.
(art. 8:3 a Awb)
Je kunt pas bezwaar maken tegen iets als het besluit is gemaakt. Eerder ben je geen
belanghebbenden en kun je géén bezwaar maken.

Algemeen verbindend voorschrift:
- Wetgeving in materiële zin;
- Voorbeeld algemene plaatselijke verordening;
- Tegen een a.v.v. kan geen beroep worden ingesteld

!Algemene beginselen van behoorlijk bestuur (a.b.b.b.)
- Dit zijn regels waar de overheid zich altijd aan moet houden.
- Specifieke rechtsbeginselen die betrekking hebben op de verhouding tussen het bestuur en
de burger.
- Ze zien toe op de behoorlijkheid van de bestuursrechtelijke bevoegdheidsuitoefening
- Zowel geschreven (in Awb) als ongeschreven.

Rechtsbeginselen: Ken deze beginselen voor de toets!
 Zorgvuldigheidsbeginsel (Art. 3:2 Awb) = bestuursorgaan moet elk besluit zorgvuldig
voorbereiden.
 Verbod van detournement de pouvoir (misbruik van bevoegdheid) (art. 3:3 Abw).
 Evenredigheidsbeginsel (Art 3:4 Awb)  de gevolgen voor een belanghebbende mogen niet
onevenredig zwaar zijn.
 Beginsel van daadkrachtige motivering (art 3:46 Awb)
 Gelijkheidsbeginsel (art. 1 Grondwet) = alle gevallen moeten in gelijke gevallen worden
behandeld.
 Vertrouwensbeginsel (ongeschreven) = als de gemeente of bestuursorgaan iets heeft toegezegd
moet dit ook worden nagekomen. Bv illegaal schuurtje gebouwd en de gemeente zegt dat als je hem
groen verft deze mag blijven staan, kan de gemeente hem het jaar later niet ineens slopen.
 Rechtszekerheidsbeginsel (ongeschreven) = de burger moet weten waar hij aan toe is voordat
een bestuursorgaan iets doet.

Besluitvormingsprocedures Awb

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilsevermeer99. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.58. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

49497 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.58  39x  sold
  • (1)
Add to cart
Added