100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Nederlandse Letterkunde I $8.02
Add to cart

Summary

Samenvatting Nederlandse Letterkunde I

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is de samenvatting van hoofdstuk 5 van het handboek Nederlandse Letterkunde I met eigen notities

Preview 2 out of 14  pages

  • January 30, 2022
  • 14
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 5: lyriek in de Noord-
Nederlandse gouden eeuw
Inleiding
Lyriek uit Noord-Nederlandse Gouden Eeuw: lyriek vanaf 2 e decennium 17e eeuw – 1670

- Toneel
- H4: lyrische genres die vanuit 16e eeuw ontwikkelde in 17e eeuw: lied- en embleemgenre
- Belangrijk aspect renaissancecultuur: grote aandacht naar ontdekking subject/eigen ik.
o Dichter: meer dan vroeger als individu binnen gemeenschap manifesteren. 
ontdekking eigen ik komt meer naar voren.
o Duidelijkst in lyriek.
- Engagement van dichter lijkt zich in poëzie op andere manier te realiseren.
o  niet meer gemeenschap, maar eigen kleine ruimte van het ik + zijn directe
omgeving krijgen aandacht.
- Nog steeds gebruikelijke vormen van lyriek en toneel: sterk op maatschappij gericht
engagement.  ik die zich in maatschappij vertegenwoordigde functie binnen die
maatschappij toedicht.
o  bv. rederijkers die graag als vertegenwoordiger van en voor maatschappij sprak.
- 2 stijlidealen die lyriek uit 17e E domineren:
o Perspicuitas: helderheid en inzichtelijkheid van formulering als dichtstijl
o Obscuritas: duistere dichtstijl, minder toegankelijk.
- Bijzonder productieve literaire genres: thema: leven buiten de stad.
o Opkomst van die genres: gestimuleerd vanuit maatschappelijke ontwikkelingen +
gerichte receptie in renaissance van bucolische en georgische teksten uit antieke
oudheid.
 Bucolisch: ontleend aan Bucolica van Vergilius  herders- of pastorale
poëzie als nieuw genre. Niet harde werk, maar geïdealiseerd vrijetijdsleven
op idyllisch geschetst platteland.
 Georgisch: ontleend aan Georgica van Vergilius  landbouw, bos- en
wijnbouw, veeteelt en bijenteelt
- Ingegaan op positie vrouwelijke auteurs in toenmalige literaire en maatschappelijke veld.

Het ik van de dichter en de ontdekking van het subject
Jacob Burckhardt: studie 1860 over renaissance in Italië  baanbrekend werk over renaissance als
radicale breuklijn met middeleeuwen:

Hoofdstuk gewijd aan ‘Die Entdeckung der Welt und des Menschen’  kon al worden vastgesteld in
literatuur van de klassieke oudheid.  in renaissance opnieuw: grotere interesse voor individu.

Dichter kan het over van alles hebben: in brede zin over betekenis deugd, belang van filosofie,
grootheid van een veldheer.

Ook over kleinigheden: dichter als persoon zelf: dingen die hij heeft gezien, voedsel dat hij heeft
gegeten, reis die hij maakte  = primauteit van het subject, het eigen ik centraal als individu.

, In middeleeuwen: geen ‘ik’ in lyriek of minder sterke rol.  hoofse minnelyriek: lyricus gezien als
vertolker van rol  ook in mystieke liederen van Hadewijch: registrale karater niet echt aanwezig,
binnendringen van autobiografische elementen blijft beperkt.

Dichters: geen behoefte om zichzelf als individu te manifesteren  zoals ook oude rederijkers.

 Wel ‘ik’ als satiricus, maar geen naam
 Werk op naam en toenaam van De Castelein verschijnt pas vanaf tweede helft 16 e E. 
tijdens dat humanitas opgang maakt bundels waarin ‘ik’ zich niet meteen als
autobiografisch persoon manifesteert.

Hof en Boomgaerd der Poesien (D’Heere)  subject komt voor eerste keer naar voren  daarvoor
alleen in humanistische geschriften.

MAAR: is er wel zoiets als een zelfstandige zelf?  het gaat om representaties of constructies van op
zichzelf gericht ‘ik’ als een ‘zelf’, een subject.

 Amerikaanse literatuurhistoricus Greenhart: ‘self-fashioning’: werken aan het ‘zelf’, veinzen
van een ‘zelf’, ‘zelf’ wordt op verschillende manieren geconstrueerd.

Vorm ‘self-fashioning’ (nieuwe prononceren van het ik): verloopt heel anders dan in middeleeuwen +
anders dan bij rederijkers  nu sterkere aandacht voor primauteit van subject + terugdringen van
vertegenwoordigend ik  meer buiten kamerverband, maar nog altijd binnen kader van sociabiliteit
en netwerking.

Belangrijke manieren waarop 17e-eeuwse dichter zichzelf vorm geeft  te maken met netwerk.
geen toeval dat mechanismen zich nauw aansluiten bij gedrag van humanisten.  veel dichters
blijken poëzie te hebben geproduceerd, vrij van universalia (waar Aristoteles voorstander van was)
 hun poëzie doordrenkt van sociabiliteit en genootschappelijkheid.

Omgangsvormen humanisten: verspreid bij bredere elite.  Literatuur als vorm zelfmanifestatie
binnen gezelschappelijke omgang (binnen netwerk): galante conversatie in dichtvorm.

Literatuur krijgt eigenschappen van humanistische epistolaire briefstijl  dichter maakt zich even vrij
van dagdagelijkse werk en schrijft in vrije tijd (otium: de vrije tijd)

Constantijn Huygens (1596-1687): 1625: bundelt epigrammen en poëzie met titel Otia of Ledighe
uren:

- Conversatietoon overheerst in schrijfstijl: eenvoud, eerlijkheid (simplicitas) en
ongedwongenheid (candor), vol opgewektheid (festivitas) en geestigheid (argutia)
- Onderwerpen: luchthartig + anekdotiek in poëzie = festivitas en argutia.
- Vindingrijk en galant geformuleerde taal-, beeld-, en vernuftspel.

P.R. Visscher: huis in Amsterdam stond altijd open voor vrienden  2 dochters = belangrijke
attractiepool voor Hooft en Bredero.

Visschers ‘sinnepoppen’: humanistisch genre gehanteerd als element binnen gezelligheidscultuur.
Voorrede: werk was eigenlijk bedoelt voor gezelligheid en voor vrienden  drukker wilde het voor
iedereen beschikbaar maken.

Soortgelijk: Hooft had vriendenkring die in 19 e eeuw vanuit nieuw vaderlandsgevoel werd
omschreven als Muiderkring.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittdelme2001. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.02
  • (0)
Add to cart
Added