Module 9: Publieke goederen en externe effecten
1. Het Pareto-criterium
Het Pareto-criterium
We willen oordelen of bepaalde situaties beter of slechter zijn dan andere. Hiervoor baseren
we ons op de welvaart van individuele mensen in de samenleving.
Situatie: we bekijken een samenleving met twee mensen: Lisa en Bart, waarvoor de
welvaartsverdeling in onderstaande tabel wordt weergegeven.
Bv. in A heeft Lisa
een welvaart = 8
en Bart een
welvaart = 12.
Als we A en B willen vergelijken is het niet meteen duidelijk welke situatie beter is, want er is
altijd één persoon beter af en de andere slechter. Het lijkt wel logisch dat situatie C beter is
dan D, want hier hebben zowel Lisa als Bart een hogere welvaart dan in D.
De meeste economen zijn het er ook over eens dat als de welvaart van minstens één
individu verhoogt, zonder dat de welvaart van een ander individu daalt, een verbetering is.
Dit is het Pareto-criterium.
We tekenen bovenstaande gegevens in een grafiek om het Pareto-criterium beter te
onderzoeken.
Volgens het Pareto-criterium is C
inderdaad beter dan D, want C ligt
rechts boven D, wat betekent dat
beide individuen meer welvaart
hebben. Situatie A is ook beter
dan D, want hier heeft Bart meer
welvaart, zonder dat die van Lisa
gedaald is.
Elke situatie in de blauwe oppervlakte is een Pareto-verbetering ten opzichte van situatie D.
Voor al deze situaties is de welvaart van ofwel Bart, ofwel Lisa, ofwel beide gestegen en voor
al deze situaties is de welvaart van geen van beide is gedaald.
,Analoog kunnen we zeggen dat de situaties in de rode oppervlakte slechter zijn dan situatie
D volgens het Pareto-criterium.
Het Pareto-criterium biedt dus een interessante mogelijkheid om situaties te vergelijken en te
ordenen.
Echter, het Pareto-criterium heeft ook een belangrijke beperking: wanneer we bv. situatie B
en D bekijken, zien we dat situatie B niet in de blauwe oppervlakte ligt en is dus niet beter
dan D. Punt B ligt ook niet in de rode oppervlakte en deze situatie is dus ook niet slechter
dan D. Het Pareto-criterium doet geen uitspraken over situaties tussen B en D. Het is een
zwak criterium omdat het onvolledig is; het laat ons niet toe om alle situaties te ordenen.
Deze grafiek geeft enkel situaties A tot E weer, maar in realiteit zijn er veel meer mogelijk.
Stel nu dat de blauwe oppervlakte op onderstaande grafiek alle haalbare combinaties
weergeeft. Alles buiten deze oppervlakte is niet haalbaar, bv. omdat de technologie niet
toelaat met de beschikbare productiemiddelen meer welvaart te produceren.
Pareto-efficiënt
We zien nu heel duidelijk dat situatie B Pareto-efficiënt is: met de beschikbare middelen is
het niet mogelijk om een betere situatie te bereiken.
Punt D is niet Pareto-efficiënt, want punten A, C en E zijn bv. een Pareto-verbetering ten
opzichte van punt D.
De lijn die grenst aan deze oppervlakte noemen we de Pareto-grens. Het is de verzameling
van alle Pareto-efficiënte punten. Voor al deze punten is er geen verbetering mogelijk. De
welvaart van een individu kan met andere woorden enkel stijgen als de welvaart van een
ander daalt.
Samengevat: Volgens het Pareto-criterium is er verbetering wanneer de welvaart van
minstens één individu stijgt, zonder dat de welvaart van een ander individu daalt. Een situatie
is Pareto-efficiënt, indien het onmogelijk is een Pareto-verbetering door te voeren.
, 2. Publieke goederen
Publieke goederen
Heel wat consumptiegoederen, zoals een brood, noemen we private goederen. Er bestaan
echter ook publieke goederen.
Publieke goederen hebben twee kenmerken die hen onderscheiden van private goederen:
geen uitsluitbaarheid en geen rivaliteit in de consumptie.
Ter illustratie nemen we een zuiver publiek goed: een dijk die een gebied langs een rivier
moet beschermen tegen overstromingen. Dit zullen we vergelijken met een zuiver privaat
goed: een brood.
Van zodra de dijk gebouwd is, wordt iedereen die in het achtergelegen gebied woont,
beschermd. Het is niet mogelijk om één persoon uit te sluiten van het gebruik van de dijk
tegen een redelijke kostprijs, bv. omdat hij niet heeft betaald. Deze eigenschap noemen we
niet-uitsluitbaarheid.
Bij een brood is die uitsluitbaarheid er wel. Als we iemand willen uitsluiten van
broodconsumptie, dan kunnen we hem of haar geen brood geven.
Van zodra een dijk gebouwd is, is er ook geen extra kost indien er een extra gezin komt
wonen achter de dijk. Dit noemen we niet-rivaliteit in consumptie.
Bij een brood is deze rivaliteit er wel. Een eenheid brood kan maar één keer gebruikt
worden. Wanneer een tweede persoon ook een brood wil eten, moet er een nieuw brood
gebakken worden. Er is dus wel een extra kost.
Een brood en een dijk zijn respectievelijk zuivere private en zuivere publieke goederen.
Er bestaan ook allerlei tussenvormen. Er zijn goederen waar er geen of beperkte rivaliteit is,
maar wel uitsluitbaarheid of omgekeerd. Deze goederen noemen we quasi publieke
goederen:
- Commons: wel rivaliteit, maar geen uitsluitbaarheid
- Clubgoederen: makkelijk uitsluitbaar en niet-rivaal.
Tonijn in de open oceaan is een common. Het is bijna niet mogelijk om vissers uit te sluiten
om ernaar te vissen, maar er is wel rivaliteit: dezelfde vis kan niet door meerdere vissers
gevangen worden.
Een Netflix-abonnement is een voorbeeld van een clubgoed. Er is geen rivaliteit: het is
mogelijk om zonder extra kosten een abonnement aan een extra consument te geven. Er is
wel uitsluitbaarheid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jus10. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.