100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Psychologie als wetenschap Samenvatting 2018/2019 $4.81   Add to cart

Summary

Psychologie als wetenschap Samenvatting 2018/2019

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle stof voor het tentamen van het vak Psychologie als Wetenschap uit 2018/2019

Preview 4 out of 38  pages

  • January 30, 2022
  • 38
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting PaW overzicht
Waarom is deze cursus en de geschiedenis van psychologie van belang?

- Belangrijk om geschiedenis psychologie in het algemeen te bestuderen  heden moeilijk te
begrijpen zonder historische context
- Maakt ons bescheiden in onze arrogantie
- Bestuderen van de geschiedenis is niks anders dan het proberen te beantwoorden van de
grote vragen des levens en het begrijpen van menselijk gedrag

Een geschiedenis van de psychologie kan eenheid verschaffen in een bijzonder divers en verbrokkeld
wetenschapsveld  scheidingen creeëren en grenzen stellen

 Het op de hoogte zijn van de geschiedenis van de psychologie maakt je een kritisch denker

Welke kernconcepten zijn er in de geschiedenis van de psychologie?

Furumoto maakte onderscheid tussen nieuwe en oude geschiedenis

Oude geschiedenis focust op mijlpalen en grote doorbraken  creeëren van ontstaansmythes; een
bepaalde geboortedatum van een vakgebied wordt arbitraire wijze geclaimd

 Kenmerkt zich door presentisme (heden interpreteren van het verleden), internisme en
personalisme.

Nieuwe geschiedenis  historisch (historische context gebruiken bij de interpretatie), externistisch
en naturalistisch

Interne geschiedenis (ideeëngeschiedenis); geschreven in de context van een bepaald vakgebied. 
beschrijft de evolutie van de theorie en onderzoek maar gaat voorbij aan de invloed van buitenaf

Externe geschiedenis neemt juist de externe invloeden ook mee die ook invloed erop hebben

Personalistische geschiedenis beschouwt individuen als de hoofdrolspelers in geschiedenis  creëert
eponiemen (namen van individuen die een tijdperk aanduiden)

Naturalistische geschiedenis benadrukt het algemene intellectuele en culturele klimaat van een
bepaald tijdperk  zeitgeist wordt gezien als invloedrijker dan het individu

Edwin G Boring publiceerde in 1929 A History of Experimental Psychology  had verder brede
interesses binnen de psychologie

Wat is historiografie?

Historiografie is het schrijven van geschiedenis  impliceert de methodiek van historici die gebruikt
wordt voor het vergaren van historische kennis

Belangrijk om verschil te weten tussen het verleden en geschiedenis

 Het verleden is voorbij
 Geschiedenis is iets wat historici maken; selectie en interpreatie van sporen van het verleden
 Verschillende bronnen
 Primaire bronnen; vaak gevonden in archieven, dagboeken, presentaties en notulen  AHAP
 Secundaire bronnen; zoals gepubliceerde boeken of artikelen

Moeilijk heden bij historici;

, - Problemen met dataselectie; soms mist er beslissende informatie, een goed oordeel vellen is
lastig
- Problemen met interpretatie; kenmerken schrijver en historische context hebben invloed op
optekenen, denken dat na het analyseren en optekenen de klus klaar is

Geschiedenis moet voortdurend herzien worden in het licht van nieuwe informatie en nieuwe
methodes  gezonde dosis scepsis is belangrijk

 Gezonde balans vinden tussen relativisme en arbitaire claims

Historicus wordt altijd beperkt door eigen subjectiviteit belangrijk om te weten dat volledige
subjectiviteit niet bestaat

Miles paper

De Miles Papers waren een geweldige informatie bron voor de geschiedenis van de psychologie. 
gecreëerd door Walter Miles in die rondreisde door Europa

 Wilde de band verstevigen tussen de Carnegie lab en andere Europese labatoria

Hoofdstuk 2
Wat is het verschil tussen psychologie en filosofie?

Psychologie heeft diepe wortels in de filosofie  verschil; psychologie probeert dezelfde vragen te
beantwoorden maar met een experimenteel-wetenschappelijke methode in plaats van door
filosofische analyse.

Wat is het belang van Descartes geweest voor psychologie?

Descartes ontwikkelde zijn ideeën in de late renaissance  gekenmerkt door een nieuwe opleving
van de wetenschap en kunst

 Belangrijk thema; uitdagen van religieuze ideeën die in de middeleeuwen dominant waren
 grote strijd tussen de kerk en de wetenschappelijke denkers

Sir Francis Bacon pleitte voor inductieve benadering van wetenschap  ipv Grieke deductieve
methode

 Vond dat wetenschappers zelf theorieën moesten ontwikkelen door de natuur te observeren
 Sterk empirische methode; Skinner was hierdoor gecharmeerd en ontwikkelde
behaviorisme

De afbrokkeling van de kerk en wetenschappelijke doorbraken creeërden een groot optimisme onder
denkers  alle kennis in de wereld kon vergaard worden

Descartes was rationalist; geloofde dat de waarheid zich kon openbaren aan de hand van logisch
nadenken  waarheid was niks anders dan dat waarover geen twijfel bestond

 Gebruikte strategie waarbij hij een probleem opdeelde in kleine problemen

Descartes maakte onderscheid tussen aangeboren ideeën en afgeleide ideeën

 Aangeboren ideeën zijn degene waarbij we ons verstand gebruiken om tot conclusies te
komen  mogelijk om verstand te gebruiken is aangeboren (nativisme)
 Afgeleide ideeën zijn degene die rechtstreeks afgeleid zijn uit onze ervaringen en perceptie

,Descartes was dualist  maakte onderscheid tussen lichaam en geest

 Lichaam gebruikt ruimte en we bewegen ons hierin voort
 Geest gebruikt geen fysieke ruimte en beweegt niet
 Lichaam is een voortbewegingsmachine; Machinist
 Hieruit vloeit dichotomie voort; idee dat dieren geen geest hebben en mensen
 Geloofde dat lichaam en geest invloed op elkaar uitoefenen; interactionistisch

Descartes probeerde reflex te verklaren als een automatische stimulus-respons reactie

Spieren werden aangedreven door een dierlijke kracht  geest bestuurt deze dierlijke krachten

 Spieren kunnen ook automatisch bewegen in geval van een reflex

Welke denkers ontwikkelden het Britse empirisme en associationisme?

In Engeland ontstond stroming die zich kenmerkte door rationalisme en empirisme

John Locke was belangrijke denker in die tijd

 Dacht veel na over epistemologie; studie naar menselijke kennis en het vergaren van kennis
 Vond dat alle ideeën die mensen hadden, vergaard waren via ervaringen
- geest was een tabula rasa waarop ervaringen geschreven kon worden
 sensatie en reflectie zijn enige 2 bronnen voor kennis

Locke onderscheidde simpele ideeën van complexe ideeën

 Simpele ideeën zijn het resultaat van basale perceptie en simpele reflectie
 Complexe ideeën impliceren verscheidene andere ideeën die een combinatie kunnen zijn van
verschillende ideeën
 Atomisme; het opdelen in kleinere delen om iets beter te begrijpen (basis voor veel
systemen)

Locke maakte ook onderscheid tussen primaire en secundaire eigenschappen van een object

 Primaire eigenschappen zijn inherent aan het object
 Secundaire eigenschappen zijn afhankelijk van perceptie

Locke had tevens een aantal ideeën over educatie en opvoeding

 Fysieke gezondheid, simpelheid, initiatief en inspanning zijn belangrijke kernmaken
 Een goede opvoeding begint vroeg
 Locke verwierp straffen en concrete beloningen

George Berkely paste empirisme toe op perceptie  ontwikkelde het in de context van
determinisme

 Stelt dat alle gebeurtenissen een logisch gevolg zijn van wat daarvoor gebeurd is
 Vrije wil bestaat niet en we kunnen niet verantwoordelijk gehouden worden voor onze
daden

Berkely bedacht ook subjectief idealisme; we kunnen niet zeker zijn dat objecten daadwerkelijk
bestaan  alleen zeker na waarneming

Paste tevens als eerste abstracte epistemologie toe; hoeveel kunnen we weten over wat waar is en
wat niet  veranderde het naar associationisme

,  De doctrine dat de geest gezien kan worden als een complexe samenstelling van ideeën die
met elkaar verbonden zijn middels associatie tussen deze ideeën
 Geworteld in empirisme

David Hume zegt dat geest bestaat uit 2 elementen; impressies en ideeën

 Impressies zijn basale sensaties als geur, tast en gehoor
 Ideeën zijn vage kopieën van impressies
 Ideeën zijn afgeleid van ervaringen

Volgens Hume waren er 3 wetten van associaties;

 Gelijkenis
 Nabijheid
 Oorzaak-gevolg
 Associaties bieden nooit garantie

Dave Hartley was dualist; geloofde dat geest en lichaam parallel opereren  parallelisme

Hij vond dat de belangrijkste associatie nabijheid was en deelde deze op;

 Spatiele nabijheid
 Temporele nabijheid

Hartley ontwikkelde de atomische benadering; een model van de geest waarbij deze bestond uit
bouwstenen waarin complexe ideeën weer bestonden uit kleinere onderdelen

 Hier tegen over staat hollistische benadering ; het geheel wordt als belangrijkste object
van analyse genomen (terug te vinden in gestalt)

John Stuart Mill gebruikte metafoor van chemische reacties voor complexe ideeën

 Meer dan passieve combinatie van elementen (geheel meer dan som der delen)

Mill hanteerde een methodiek voor logica;

 Methode van verschil  gezocht naar de afwezigheid van overeenkomstige eigenschappen
 Methode van overeenkomst  gezocht naar overeenkomstige eigenschappen
 Methode van gelijktijdige variatie  kijken of veranderingen in X te maken hebben met
voorspelbare verwachtingen in Y

Welke reacties kwamen er op het Britse empirisme en associationisme?

Gottfried Wilhelm Leibniz gebruikte de metafoor van een generfd stuk marmer  je kunt het
marmer op vele manieren vormen maar de nerven in het marmer beperken de mogelijkheden

 Nerven staan voor diepgewortelde eigenschappen van de mens

Hij vond dat lichaam en geest parallel en in overeenstemming opereren  fysieke en geestelijke
elementen zijn monades ; staan in hiërarchie van rationeel tot voelend tot simpel

 Rationele monaden staan voor het bewustzijn

Hij maakte onderscheid tussen meer bewust tot meer onbewust  apperceptie, perceptie en
petiteperceptie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisdelang. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.81
  • (0)
  Add to cart