Samenvatting Stralingsdeskundigheid kennistoets periode 2

Stralingsdeskundigheid periode 1
Theorie

College Lesweek 1
Materie bestaat uit atomen.
Kern bestaat uit protonen en neutronen.
Atoomnummer = Z
Massagetal = A

Massagetal = het aantal neutronen + protonen
Atoomnummer= het aantal protonen
Dus A= Z + N Z= A – N
Je hebt steeds meer neutronen nodig bij de aantal protonen om stabiel te zijn (90graden =
stabiele band)

Bij elektrische neutrale atomen is het aantal elektronen gelijk aan Z (aantal protonen) en
onafhankelijk van N (neutronen).
De elektronen zijn gerangschikt in schillen: K, L, M, N enzovoort:




Hoe meer protonen in de kern hoe hoger het atoomnummer hoe harder die aan de
elektronen trekt en hoe groter de bindingsenergie van dat elektron met zijn kern is. En hoe
moeilijker het dan is om het elektron uit dat schilt te krijgen.

Van buiten naar binnen  energie vrij
Van binnen naar buiten  Energie nodig

Massa = Energie
E = mc^2
Mc^2 = lichtsnelheid = 3 x 10^8 m/s

Voorbeeld:
65 x (3x10^8)^2 = 5,85 x 10^18 J
65 = Massa
(3 x 10^8)^2 = C^2

E (stabiele kern) is kleiner dan de E- protonen + E-neutronen
M (stabiele kern) is kleiner dan M (protonen + M (neutronen)