100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Alle informatie voor tentamen wetenschapsfilosofie ou $8.12   Add to cart

Exam (elaborations)

Alle informatie voor tentamen wetenschapsfilosofie ou

1 review
 198 views  14 purchases
  • Course
  • Institution

Hierin staat alles wat je moet weten voor het tentamen wetenschapsfilosofie van de open universiteit. Ik heb het tentamen gehaald met een 9 (37 goed). Ik heb het tentamen 3 x gedaan, de 1e 2x samenvattingen van internet geleerd die niet genoeg stof boden voor het tentamen. Deze samenvatting bes...

[Show more]

Preview 2 out of 40  pages

  • January 31, 2022
  • 40
  • 2022/2023
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers

1  review

review-writer-avatar

By: Rowan1996 • 2 year ago

Translated by Google

Good summary, exam passed in one go

avatar-seller
lOMoARcPSD|4761553




DEEL 1 KENLEER
Centraal in deze cursus staan drie begrippen: metafysica, ontologie, epistemologie. Zoek uit wat deze betekenen. Beschrijf
ook de samenhang tussen deze begrippen en gebruik daarbij het voorbeeld van onze huidige opvatting van de menselijke
geest als bijverschijnsel van het biologisch brein.
De filosofie is onder te verdelen in een aantal subdivisies, die elk met hun eigen vraagstuk bezig zijn. Metafysica is zo’n
subdivisie van de filosofie. Het bijbehorende vraagstuk zou je kunnen samenvatten als ‘wat is de werkelijke aard der dingen?’
Oorspronkelijk komt het woord metafysica van de werken van Aristoteles. Bij de bundeling van zijn werken, twee eeuwen na
zijn dood, werden de stukken waarin hij de natuur empirisch beschreef de Physika genoemd. Werken waarin hij door middel
van redeneren de onzichtbare essentie van het bestaan probeerde te achterhalen, kregen de titel Ta meta ta Physika biblia.
Letterlijk vertaald betekent dit: het werk volgend op de Physika. De Metaphysika was dus gewoon een abstracte, filosofische
kijk op de werkelijkheid.

Ontologie staat grotendeels gelijk aan de metafysica. Bij Aristoteles maakte ze daar bijvoorbeeld expliciet deel van uit.
Ontologie is de tak van filosofie die vraagt naar de essentie van de dingen. ‘Wat zijn de bepalende eigenschappen van
dingen?’ en ‘Hoe ontstaan die eigenschappen?’ zijn typische voorbeelden van ontologische vragen. De moderne opvatting
dat de menselijke geest een bijverschijnsel is van ons biologische brein, en dat die geest ontstaat door de werking van
neuronen en neurotransmitters zou je dus een ontologische opvatting kunnen noemen.

Epistemologie is de afdeling van de filosofie die zich bezighoudt met de aard van onze kennis. Haar vraagstuk is dus feitelijk
gelijk aan dat van deze cursus: ‘Wat is kennis en hoe komen wij daartoe?’. De epistemologische positie die je kiest, is sterk
afhankelijk van je ontologische opvattingen. Wanneer we ervan uitgaan dat de geest een bijverschijnsel is van het materiële
brein, zullen we al snel besluiten dat we kunnen volstaan met een natuurwetenschappelijke, empirische aanpak. Dat niet
iedereen het daarmee eens is, zal nog regelmatig blijken, maar in vrijwel alle gevallen zullen we zien dat iemands
ontologische opvatting invloed heeft op diens epistemologische opvatting.


Als we ons afvragen wat een bepaald object is, zijn we al snel geneigd om het te bekijken en vervolgens te beschrijven wat
we zien. Sterker nog, we gaan er intuïtief van uit dat wetenschap zo zou moeten werken: waarnemingsgegevens
verzamelen en vervolgens beschrijven wat we hebben waargenomen. Deze eerste intuïtieve aanpak zou je een
empiristische positie kunnen noemen, waarbij we ervan uitgaan dat de werkelijkheid tot ons komt via de zintuigen.
• Leg uit over welk ontologisch vraagstuk Parmenides en Heraclitus discussieerden.
• Welke epistemologische conclusie werd aan die discussie verbonden door filosofen als Protagoras en Socrates?
Heraclitus en Parmenides verschilden van mening over de ware aard van de werkelijkheid. Was deze statisch, of juist
veranderlijk?

Volgens Heraclitus was de werkelijkheid voortdurend aan verandering onderhevig: niets is, alles wordt. Hij stelde
bijvoorbeeld dat je nooit tweemaal in dezelfde rivier kunt stappen, omdat zowel de rivier als jijzelf voortdurend veranderen.
Door die continue verandering is het moeilijk om de werkelijkheid te zien. Hij stelt dan ook dat de meeste mensen als
slaapwandelaars door een eeuwig veranderende wereld lopen zonder de verborgen werkelijkheid te zien.

Parmenides stelt hiertegenover dat de werkelijkheid juist statisch is: alles is, niets wordt. De veranderlijkheid van de wereld
waarover Heraclitus spreekt is slechts een suggestie die wordt gewekt in de zintuigen. Daarachter ligt namelijk een
onveranderlijke, statische werkelijkheid die verborgen blijft voor onze ogen.

Protagoras verbond hieraan de conclusie dat de veranderlijke wereld waar Heraclitus het over had een persoonlijke wereld is.
Iedereen kijkt vanuit een ander perspectief en op een ander moment naar de dingen en zal dus een andere werkelijkheid
zien. Kennis over de wereld is dus relatief: kennis is afhankelijk van degene die naar de wereld kijkt. Socrates, die we vooral
kennen door de geschriften van zijn leerling Plato, sloot zich hierbij aan: omdat een object voor de een er anders uitziet dan
voor de ander, kunnen we via de empirie nooit zekerheid bereiken over de aard van de werkelijkheid. De ultieme conclusie
die Socrates daaruit trok, was dat hij maar een ding zeker wist, namelijk dat hij niets wist. Dit idee, dat zekere kennis
onbereikbaar is, noemen we scepticisme.

Samenvattend zou je dus kunnen zeggen dat de ontologische opvatting dat de statische werkelijkheid verborgen blijft achter
de veranderlijke wereld die wij zien, leidde tot de epistemologische conclusie dat we via de waarneming niet tot
betrouwbare kennis komen.




Om de relatie tussen onze zintuiglijke waarneming en onze kennis duidelijk te maken gebruikte Plato zijn allegorie van de
grot. De afbeelding hierboven verbeeldt deze allegorie.

, lOMoARcPSD|4761553




• Leg uit wat u op die afbeelding ziet en maak daarbij goed duidelijk hoe deze de beperking van onze waarneming
symboliseert.
• Welke conclusie verbond Plato aan deze allegorie?
Links op de afbeelding, in het donkere deel van de grot, is een mensenmassa die gevangen zit in de grot. De gevangenen
zitten met hun rug tegen de muur en hebben hun gezicht gefixeerd op de muur tegenover hen. Achter hun rug bevindt zich
een vuur. Tussen het vuur en de gevangenen bevindt zich een poppenspel dat schaduwen werpt op de muur. De gevangen
kunnen noch het vuur, noch het poppenspel zien. Zij zien alleen de schaduwen van het poppenspel op de muur en gaan er
dus vanuit dat deze schaduwen de werkelijkheid zijn.

Wanneer een gevangen vrijgelaten wordt zal hij in eerste instantie verblind worden door het vuur, maar na enige tijd zal hij
zich realiseren dat de schaduwen niet de realiteit zijn, maar een vage schaduw van de realiteit. Wanneer hij zich dat eenmaal
realiseert en zijn ogen gewend zijn aan het licht van het vuur, zal hij de weg naar de uitgang kunnen vinden waar hij de
werkelijkheid in zijn volle glorie kan aanschouwen. Pas dan zal hij zich realiseren dat ook het poppenspel slechts een kopie is
van de wereld zoals die buiten de grot is. De wereld waar hij zijn heel leven naar heeft gekeken, is niet alleen een schaduw,
maar een schaduw van een kopie van de werkelijkheid.

Voor Plato symboliseerde dit de werking van ons zintuiglijk systeem. We zitten gevangen in onze imperfecte zintuigen en
zullen dus nooit de werkelijkheid kunnen aanschouwen, slechts een vage afdruk daarvan. Bovendien zijn de dingen die we in
de wereld aanschouwen niet de werkelijkheid, enkel imperfecte kopieën daarvan. Onze waarneming is dus verre van perfect
en zal nooit kunnen leiden tot ware kennis. Om die te bereiken moeten we ons bevrijden van onze zintuigen, de grot van
onze zintuiglijke wereld verlaten en het licht van de waarheid opzoeken. Dit licht is alleen te bereiken langs de weg van het
verstand, van de ratio. Het is, volgens Plato, de taak van de filosoof om ons te helpen dit pad van de rationaliteit te
bewandelen.
Plato’s allegorie van de grot is op veel punten te zien als een reactie op de standpunten van de drie filosofen die we eerder
zagen: Heraclitus, Parmenides en Socrates.
• Omschrijf hoe de werelden van Heraclitus en Parmenides in de allegorie terug te vinden zijn.
• Waaruit bestaat, volgens Plato, de wereld die we ook van Parmenides kennen, waar bevindt deze zich en hoe
kunnen we die wereld bereiken?
• Waarom is deze opvatting van Plato te zien als een tegenreactie op Socrates?
Plato’s allegorie omvat in feite zowel de wereld die Heraclitus beschrijft, als de wereld die Parmenides beschrijft. De
schaduwen op de muur vormen de ervaringswereld van Heraclitus, die bij ons een eindeloze stroom van vage, veranderlijke
indrukken achterlaat. De wereld buiten de grot symboliseert de statische achterliggende werkelijkheid van Parmenides.
Beide werelden bestaan dus volgens Plato. Echter, de zintuiglijke wereld van Heraclitus leidt slechts tot onzekere kennis, tot
dogmatische kennis waarvan we slechts kunnen geloven dat deze waar is. Echte kennis bereiken we door de grot van onze
zintuiglijke wereld te verlaten en langs de weg van het verstand op zoek te gaan naar de wereld van Parmenides waarin we
met zekerheid kunnen beredeneren wat waar is.

Deze wereld van het verstand, van ware kennis die niet voor onze zintuigen bereikbaar is, noemde Plato de Wereld van de
Vormen – in het Nederlands ook wel de Wereld van de Ideeën genoemd. In deze wereld bevinden zich de ware Vormen of
Ideeën in perfecte staat. De wereld die wij zien, bevat slechts imperfecte kopieën van die perfecte objecten. Deze
Ideeënwereld bevindt zich, volgens Plato, in ons en is aangeboren. We worden dus geboren met ware kennis over de wereld,
we zijn die alleen vergeten. Alles wat we moeten doen is deze kennis weer herinneren. We leren volgens Plato dus eigenlijk
ook nooit iets nieuws, we herinneren ons alleen maar de perfecte Ideeënwereld die in ons zit.

Hiermee biedt Plato een ontsnappingsroute uit het scepticisme van Socrates. Ook die constateerde dat de wereld van de
zintuigen ons geen zekerheid biedt. Waar hij echter stelde dat we dus nooit iets zeker kunnen weten, zegt Plato nu dat dit
wel kan. Die ware kennis zit immers al in ons bij geboorte. Door gebruik te maken van ons verstand, kunnen we die kennis
herinneren en toch zekerheid bereiken.
Het deduceren, ofwel het redeneren van het algemene naar het specifieke, is van groot belang voor rationalisten. Hiermee
kunnen zij immers uit hun algemene kennis zekere kennisuitspraken afleiden over specifieke gebeurtenissen.
• Beschrijf de structuur van een syllogisme, en maak duidelijk hoe je hiermee kunt deduceren. Kun je de volgorde
van de laatste twee delen van een syllogisme veranderen, zonder de geldigheid aan te tasten?
• Geldig opgestelde syllogismen zijn niet probleemloos. Leg uit wat het grootste probleem van syllogismen is.
Het syllogisme is een vorm van logica, waarmee je de argumentatie van een deductie kunt uitschrijven. Het bestaat uit twee
premissen en een conclusie. De eerste premisse bevat algemene kennis. De tweede premisse bevat specifieke kennis die te
verbinden is met de eerste premisse. Door nu de eerste premisse toe te passen op de tweede, plegen we deductie en komen
we tot een specifieke conclusie.
1. Alle mensen zijn sterfelijk.
2. Socrates is een mens.
3. Dus, Socrates is sterfelijk.



2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller antonic11. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.12. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67163 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.12  14x  sold
  • (1)
  Add to cart