Hoofdstuk 1 I Kennismaking met duurzame ontwikkeling
Manieren om onderscheid te maken tussen soorten duurzame ontwikkeling:
De verdeling van welvaart tussen de verschillende delen van de wereld van nu. Maar
ook met de verdeling daarvan tussen de mensheid van nu en die van de toekomst.
Mensen, milieu en economie, beter bekend onder hun Engelse namen: ‘people’,
‘planet’ en ‘profit’, ook wel ‘prosperity’.
‘Top-down’, zoals landen, regeringen en multinationale bedrijven en ‘bottom-up’, zoals
individuele mensen of groepen die werken aan duurzame ontwikkeling.
1.1 Mens en natuur
Na de grote watersnoodramp in 1953 werd het Deltaplan uitgevoerd: dijken werden
verhoogd en stormvloedkeringen werden in de rivierdelta’s gelegd. Er werd gedacht dat het
land nu definitief veilig was voor overstromingen, maar in de jaren 90 bleek dit niet het geval
te zijn.
Oorzaken van de rivieroverstromingen:
Rivieren waren gekanaliseerd (kronkels en lussen die oorspronkelijk in de rivier zaten,
meanders genoemd, zijn rechtgetrokken) -> dit is gunstig voor de scheepvaart en de
aanleg van dijken, maar heeft tot gevolg dat het water sneller door de rivieren stroomt
en de rivieren minder volume bezitten.
Boskappingen op grote schaal, langs de rivieren in Nederland en andere landen waar
het water uit de bergen stroomt en zich verzamelt, om steden aan te leggen -> de
bossen konden het water een tijdlang vasthouden, waardoor regenwater niet allemaal
tegelijk de rivieren instroomt. De steden verminderen het vermogen van de grond om
water op te nemen. Door het kappen van de bossen en de aanleg van steden werd de
massa water steeds groter die zich sneller door de riviergeulen perste.
Broeikaseffect -> met als gevolg de temperatuurstijging, waardoor het ijs sneller smelt
en de zeespiegel stijgt.
De veranderingen aan de rivieren zijn een voorbeeld van hoe de natuur in Nederland is
aangepast aan de behoeften van de mensen: winst, veiligheid en het welzijn van mensen. In
1993 en 1995 hebben de rivieren laten zien dat als je de natuur ingrijpend aanpast, dat zich
tegen je kan keren. Er was hier sprake van een rebound effect, een ‘terugkaatsingseffect’. De
natuur kan zonder problemen worden aangepast, op voorwaarde dat we de verschillende
belangen zorgvuldig tegen elkaar afwegen, zoals de veiligheid, de gebruikte oppervlakte, de
economische voordelen en de kracht van de natuur en het milieu. Die afweging is in het
geval van de rivierbeheersing te ver doorgeschoten in de richting van menselijke aanpassing,
namelijk het voordeel van veiligheid en economie. Het belang van de natuur is onderschat,
wat heeft geleid tot de veiligheid die is bedreigd en de economie die is geschaad door de
overstromingen en evacuaties in 1993 en 1995. Het succes van een bepaalde actie heeft
onbedoelde neveneffecten opgeroepen, die de gunstige gevolgen van de actie verminderen
of zelfs in het tegendeel doen omslaan.
,Al sinds de middeleeuwen strijden de Nederlanders tegen het water. De reactie op de
Watersnoodramp van 1953 waren de omvangrijke Deltawerken, die in 1997 werden voltooid
met de Maeslantkering in de Nieuwe Waterweg. Deze oplossingen zijn gericht op de
beheersing van de natuur en op vertrouwen in eigen kracht. De gebeurtenissen in 1993 en
1995 maakten echter duidelijk dat deze aanpak zijn grenzen heeft en dat de dijken niet
oneindig versterkt konden worden. De oplossing moest niet gezocht worden in pogingen om
met steeds meer eigen kracht de natuur te beheersen, maar juist door ons aan te passen aan
de krachten van de natuur: ‘Ruimte voor de rivier’, zoals:
Dijk bij Arnhem werd 200 meter verlegd -> hierdoor ontstond een uiterwaard naast de
rivier die bij hoog water mag onderlopen. Een bijkomend voordeel was dat dit gebied
onderdeel ging uitmaken van de ‘ecologische hoofdstructuur’ van Nederland, een
samenhangend netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen natuurgebieden in
Nederland, gericht op het herstel van de biodiversiteit en de veerkracht van de natuur.
Ten oosten van Nijmegen is de Millingerwaard weer bij de rivier gevoegd -> hierdoor is
een flink natuurgebied ontstaan met geulen, eilandjes en zandruggen.
Op diverse plaatsen werden oude meanders van de rivier in ere hersteld of worden
nevengeulen gegraven -> rivieren kregen hierdoor weer een meer natuurlijk verloop en
meer ruimte.
Langs de Nederrijn, Waal, Merwede en IJssel zijn in totaal 34 maatregelen gerealiseerd
-> dijken zijn landinwaarts verlegd, er zijn nevengeulen aangelegd die bij hoogwater
vollopen en uiterwaarden en kribben zijn op verschillende plekken verlaagd.
Het oude beleid is in één woord samen te vatten -> beheersing: werden pogingen gedaan
om natuurkrachten volledig te beheersen, dit was niet meer vol te houden, het was
onduurzaam omdat het niet lang mee kon gaan.
Het nieuwe, duurzame beleid is in één woord samen te vatten -> adaptatie: het aanpassen
aan de krachten van de natuur. Zo’n term die in één woord een hele manier van denken
weergeeft, wordt een ‘paradigma’ genoemd. De omslag in het denken van beheersing naar
adaptatie is een paradigmaverschuiving.
Ruimte voor de rivier bestaat uit veel onderdelen die op allerlei manieren op elkaar
inwerken. De verandering was nodig, omdat het systeem een ‘weeffout’ bevatte: het was
niet goed ontworpen voor de ontwikkelingen van de 21e eeuw. Het creëren van ruimte voor
de rivier betekent een boeiende transitie: een fundamentele verandering van het systeem
op basis van een paradigmaverschuiving.
1.2 Rijk en arm
Een aantal moderne, westers georiënteerde bedrijven met miljardenomzetten proberen met
behulp van techniek de vitaminetekorten van de mensen in ontwikkelingslanden op te
lossen. Dit doen ze door middel van genetische modificatie (GM): het veranderen van
genen. De bedrijven die zich ermee bezighouden doen dit niet uit liefdadigheid, maar uit
winstverwachting. Het is dus nog maar de vraag of boeren uit de derde wereld dit kunnen
kopen. De milieuorganisatie Greenpeace is een tegenstander van genetische modifactie,
omdat er een kans is op een ongewilde verspreiding van genen. Ook kunnen de ingeplante
genen onverwachte bijeffecten hebben.
,1.3 Problemen en successen
Oorzaken van problemen:
Te veel van bepaalde dingen (vaak de rijkere landen):
o Rijkdom aan voedsel -> leidt tot te veel aan calorieën, en dus welvaartskwalen
zoals vetzucht en hart- en vaatziekten.
o Ruime mogelijkheden om te reizen -> leidt tot verkeersfiles en vliegtuiglawaai.
o Genoeg geld om van alles te kopen -> leidt tot veel afval, te veel uitstoot van
broeikasgassen en te veel gebruik van natuur en milieu.
Tekort van bepaalde dingen (vaak de armere landen):
o Een tekort aan geld -> leidt tot een tekort aan voedsel, onderwijs, medische zorg,
veiligheid en vrijheid en vaak ook een tekort aan democratie en eerbiediging van
mensenrechten.
De slechte verdeling tussen arm en rijk blijkt uit een aantal voorbeelden:
De toestroom van allochtonen naar de rijke landen -> door de armoede en onveiligheid
elders, en de verwachting dat het in de rijke landen beter zal zijn.
Terrorisme in rijke landen -> deels door de achterstandspositie van burgers in andere
landen en met gevoelens van jaloezie en wrok.
Kinderarbeid in de derde wereld -> wordt mede in stand gehouden door de vraag naar
goedkope welvaartsproducten vanuit het rijke westen.
Ontwikkelingshulp -> door het schenken van gratis goederen in bepaalde landen,
worden de plaatselijke kleine bedrijfjes kapot geconcurreerd.
De diverse grote problemen beïnvloeden elkaar en zijn allemaal met elkaar verbonden. Elk
probleem kan worden opgelost als tegelijkertijd ook vooruitgang geboekt wordt bij vele
andere problemen. Kortom, wil je één probleem oplossen, dan moet je ze allemaal
aanpakken.
De ontwikkeling richting een gezondere, veiligere en aantrekkelijkere wereld dan nu voor de
mensen, wordt ook wel duurzame ontwikkeling genoemd. Met duurzaam wordt bedoeld dat
het geschikt is om lang te blijven bestaan. Hetzelfde geldt voor een duurzame samenleving,
dit is een samenleving die lang kan blijven bestaan. Een disciplinaire benadering (vanuit één
vakgebied) is niet voldoende; alleen door een interdisciplinaire samenwerking tussen al
deze professionals kunnen de complexe duurzaamheidsproblemen opgelost worden.
1.4 Twee dimensies: hier en daar, nu en later
Duurzame ontwikkeling is vanuit twee kanten te bekijken:
Een behoorlijk leven voor een steeds groter deel van de mensen -> de verspreiding van
welvaart over meer mensen, een verspreiding van welvaart van hier naar daar (plaats).
Deze behoorlijke samenleving blijft nog lang in stand -> gaat om de toekomst, de
verhouding tussen nu en later (tijd).
, 1.5 Definitie van ‘duurzame ontwikkeling’
Er zijn veel verschillende definities voor duurzame ontwikkeling, waarvan er één als
gezaghebbend wordt beschouwd. De definitie stamt uit 1987, ingesteld door de Verenigde
Naties en ontworpen door de Wereldcommissie voor Milieu en Ontwikkeling (World
Commission on Environment and Development, WCED). In de praktijk wordt de commissie
ook wel genoemd naar de voorzitter, namelijk Gro Harlem Brundtland, en heet dus de
Brundtland-commissie. De commissie omschreef duurzame ontwikkeling als een
ontwikkeling die: ‘voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder het vermogen
van toekomstige generaties aan te tasten om in hun eigen behoeften te voorzien’.
In de toekomst zal Nederland alleen maar meer last gaan krijgen aan ruimtegebrek. Een
belangrijk aandeel in de oplossing is multifunctioneel ruimtegebruik, waarbij gebieden
tegelijk voor meerdere doelen worden gebruikt. Dit kan bijvoorbeeld:
In lagen boven elkaar -> een parkeergarage, energiecentrale of fabriek onder de grond,
en daar bovenop woningen of recreatie.
Naast elkaar -> bedrijventerrein met woningen tussen de bedrijven. Dit kan echter
leiden tot stank- en geluidsoverlast, of tot risico’s, bijvoorbeeld als er met gevaarlijke
stoffen gewerkt wordt.
Multifunctioneel ruimtegebruik kan dus bijdragen aan het oplossen van het ruimtegebrek,
maar creëert ook zijn eigen nieuwe problemen.
1.6 De Triple P
Drie voornaamste aandachtsgebieden van duurzame ontwikkeling (Triple P):
Mensen (People)
Milieu (Planet)
Economie (Profit) -> term ‘Profit’ vervangen door ‘Prosperity’, omdat dit niet alleen
gaat over de winstgevendheid van bedrijven, maar ook over de economische en
financiële belangen van individuele mensen en van landen.
Deze 3 aspecten worden de ‘drievoudige P (Triple P) genoemd. Bedrijven gebruiken vaak de
term ‘tripple bottom line’, die naar dezelfde drie P’s verwijst.
1.7 Top-down en bottom-up
Witgoed -> huishoudelijke apparaten, zoals afwasmachine, wasmachine, koffiezetapparaat,
magnetron, mixer en koelkast.
Bruingoed -> apparatuur voor de ‘woonkamer’, zoals tv, videorecorder en cd-speler.
Grijsgoed -> apparatuur voor informatie- en communicatietechnologie (ICT), zoals computer,
printer, rekenmachine, spelcomputer, telefoon en fax.
Verwijderingsbijdrage -> klein extra geldbedrag dat betaald moest worden door
consumenten voor de aankoop voor allerlei elektrische apparaten (wit- en bruingoed). De
fabrikanten van de elektrische apparaten waren wettelijk verplicht om hun producten terug
te nemen nadat die door de gebruikers werden afgedankt. Ze moesten daarbij zorg dragen
voor een milieuverantwoorde manier van verwerken. Deze regeling is er nu niet meer.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller asvl2003. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.92. You're not tied to anything after your purchase.