Als je naar de PABO wilt vanaf het mbo, of als je sommige vakken nog niet hebt gehaald zal je hiervoor een toelatingstoets moeten doen. In deze samenvatting komen alle belangrijke begrippen en samenvattingen van de 10 tijdsperken aan bod.
Dit is een document met 76 pagina's en een kleine 20.00 woo...
Prehistorie: >3000 v. Chr.
De mens komt oorspronkelijk uit Afrika en leefde de langste tijd van zijn bestaan als Jager
verzamelaar. In West-Europa heerste aan het eind van de laatste ijstijd (ca. 13.000-10.000 v.
chr.) Een Toendraklimaat. Rendierjagers leefden hier als nomaden, Omdat ze afhankelijk
waren van het trekgedrag van hun prooidieren. Jager-verzamelaars hadden weinig
bezittingen, waardoor veel minder archeologische sporen zijn teruggevonden dan van de
latere boeren. De eerste boeren leefden rond 9.000 v. chr. In de vruchtbare halve maan, een
gebied In het Midden-Oosten. De landbouw bracht zoveel nieuwe mogelijkheden, dat men
spreekt over de agrarische revolutie. Boeren produceerden meer voedsel, waardoor de
bevolking groeide. Sommige Mensen konden zich specialiseren, Omdat niet Iedereen op het
land werkte en ontwikkelde nieuwe technieken. Er ontstond een gelaagde en complexe
samenleving. Bovendien zetten boeren de natuur naar hun hand door het kappen van bos,
irrigatie en het fokken van dieren. De landbouw had zich rond 5.300 v. chr. naar West-
Europa verspreid. Deze eerste landbouwers behoorden tot de bandkeramiek cultuur. Ze
bewerkten de vruchtbare lössgrond die ook in Zuid Limburg voorkomt. De boeren van de
trechterbekercultuur bouwden tussen 3.500 en 2.700 v. chr. Grafkelders van zwerfstenen.
Deze hunebedden vinden we vooral In de provincie Drenthe. Grottekeningen in Frankrijk en
Spanje (ca. 40.000 v. chr.) en de vondst van kleine beeldjes worden gezien als uitingen van
een religieus gevoel. Grafgiften, zoals trechterbekers, sieraden en wapens In de
hunebedden, worden gezien als een geloof in een leven na de dood. de prehistorie is de tijd
waaruit geen geschreven bronnen bekend zijn. de kennis over de prehistorie is vooral
gebaseerd op archeologisch onderzoek. Archeologen zijn de bewaarders van het
bodemarchief.
,Agrarische revolutie: de overgang van jagen-verzamelen naar landbouw, vanaf 9000 v. chr.,
bracht veel veranderingen. Daarom wordt gesproken over een revolutie. Er ontstond een
complexe samenleving en er werden veel nieuwe technieken ontwikkeld.
Archeologie: de wetenschap die systematisch opgravingen verricht. Opgravingen worden
alleen gedaan als de vindplaats wordt bedreigd. Archeologen zijn vooral beheerders van het
bodem archief.
Bandkeramiek cultuur: de eerste boeren in midden en west Europa rond 5300 v. chr. Legden
akkers aan op de vruchtbare lössgrond. Daardoor vestigden zij zich ook in Zuid-Limburg. Zij
maakten aardewerk met een bijzondere band versiering.
Grafgiften: veel archeologische vondsten worden gedaan in begraafplaatsen. In het verleden
werden vaak wapens, gereedschappen en aardewerken mee gegeven in graven. Dit wordt
gezien als een geloof in het hiernamaals.
Grottekeningen: in Spanje en Frankrijk zijn veel tekeningen van dieren in grotten gevonden.
Ze worden rond 40.000 v. chr. Door jagers en verzamelaars gemaakt. Men denkt dat deze
een rol spelen bij rituelen.
Hunebed: deze grafkamers werden rond 3000 v. chr. Gebouwd door de boeren van de
trechterbeker cultuur. In Nederland vinden we deze begraafplaatsen vooral in Drenthe.
, IJstijd: perioden van extreme kou, waardoor ook in West-Europa een poolklimaat heerste.
Aan het eind van de laatste eindtijd rond 10.000 v. chr. Leefden hier rendierjagers.
Mammoet: een dichtbehaard familielid van de olifant. De laatsten stierven 4000 jaar
geleden in Siberië. Deze dieren waren goed aangepast aan het koude klimaat tijdens de
ijstijd.
Nomadische leefwijze: jagers-verzamelaars leefden als nomaden. Ze hadden geen vaste
plaats en trokken van plek naar plek bij het jagen en verzamelen.
Prehistorie: de periode in het verleden waarover geen geschreven bronnen bestaan.
Archeologie is de belangrijkste wetenschap om kennis over de prehistorie te krijgen.
Rendierjagers: jager-verzamelaars die in de laatste ijstijd tot ongeveer 10.000 v. chr. In
West-Europa leefden op de toendra. Zij hielden rekening met het trekgedrag van de
rendieren, daarom leefden zij als nomaden.
Toendraklimaat: een koud en droog klimaat waar de temperatuur in de korte zomer niet
boven de 10 graden komt. Daardoor ontstaat de toendra: een boomloos gebied met
mossen, grassen en dwergstruiken. Aan het eind van de ijstijd, rond 10.000 v. chr., was
West-Europa voor een groot deel toendragebied.
Trechterbeker cultuur: een volk van boeren dat rond 3000 v. chr. Hunebedden bouwden. Zij
gaven aardewerk in de vorm van trechters aan de doden mee.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller richardkooi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.