100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting toegepaste organisatiekunde H1-H5 $5.36
Add to cart

Summary

Samenvatting toegepaste organisatiekunde H1-H5

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting toegepaste organisatiekunde H1-H5 inclusief belangrijke afbeeldingen uit het boek

Preview 3 out of 21  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 5
  • January 31, 2022
  • 21
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Toegepaste organisatiekunde:

Hoofdstuk 1:

1.1
4 kenmerken organisatie:
1. Menselijke factor
Zonder de mens bestaat een organisatie niet
2. Samenwerking
Synergie effect : resultaat van totale samenwerkingsverband is groter dan optelling van resultaten
van individuele prestaties
3. Doelgerichtheid
Winstdoelstelling
4. Continuïteit
Going-concern-gedachte: men gaat bij het nemen van beslissingen uit van continuïteit van de
organisatie

Gemeenschappelijke kenmerken organisatie:
 Machtsverdeling in lagen
 Geschoold personeel
 Formele communicatie, regelgeving en methoden
 Werkverdeling naar functie
 Omschreven doelstellingen

Betekenissen organisatie:
 Functioneel = effectief op elkaar afstemmen van activiteiten
 Institutioneel = een organisatie als object
 Instrumenteel = middel waarmee me doelstellingen kunnen verwezenlijken

1.2
Organisatie = menselijke samenwerking, doelgericht en blijvend > Continuïteit
Bedrijf = goederen en diensten voortbrengen, doel is verkopen > winstdoelstelling
Onderneming = bedrijf dat gericht is op winst
NGO = non goverment organisation > niet voor winst
!! organisatie is alleen een bedrijf als zij goederen of diensten produceert. Ook niet elk bedrijf is
een onderneming. Dit is alleen zo als bedrijven gericht zijn op het maken van winst !!

1.3
Rechtsvormen bij natuurlijke personen:
Eenmanszaak:
 Eigen eenmanszaak is met gehele privé vermogen aansprakelijk
 Inkomen eigenaar wordt gevormd door winst eenmanszaak
 Wel administratieplicht maar hoeft geen jaarstukken te laten zien
Voordeel: volledige zelfstandigheid, grote invloed op bedrijfsresultaat
Nadeel: Eigenaar draagt volledig risico voor eventuele schulden

Maatschap:
 Samenwerkingsovereenkomst tussen zelfstandige, natuurlijke personen die zich verbinden
om iets in gemeenschap te brengen met het doel daaruit voordeel met elkaar te delen
 Inbreng deelnemers bestaat uit geld / arbeid
 Allen voor gelijk deel aansprakelijk voor schulden
Vennootschap onder firma:

,  Samenwerkingsverband tussen twee of meer personen onder 1 gemeenschappelijke naam
 Inbreng bestaat ui geld, arbeid, goederen, vergunningen
 Vennoten zijn allemaal hoofdelijk aansprakelijk voor totale schulden
 Geen publicatieplicht van jaarstukken
Voordelen: spreiding ondernemersrisico over meer personen. Voortbestaan minder kwetsbaar dan
bij eenmanszaak
Nadelen: kans op onenigheid, mogelijkheid van onduidelijkheid, allen aansprakelijk

Commanditaire vennootschap:
 Vergelijkbaar met de vof maar hier onderscheid tussen beherende en stille vennoten
 Beherende vennoot = ondernemende, werkende persoon
 Stille vennoot = uitsluitend als geldschieter en deler in de winst optreedt
Voordelen / nadelen : zie VOF

Rechtsvormen bij rechtspersonen:
Naamloze vennootschap:
 Juridisch gezien zijn bezittingen en schulden onafhankelijk van bezittingen en schulden van
vermogensverschaffers
 Kapitaal is verdeeld in aandelen, aandelen zijn overdraagbaar
 AVA = algemene vergadering van aandeelhouders
 RVB = raad van bestuur
 RVC = raad van commissarissen

Besloten vennootschap:
 Grootste verschil met NV is dat aandelen hier niet overdraagbaar zijn
 Aantrekkelijke vorm voor ondernemers die niet persoonlijk aansprakelijk willen zijn

Coöperatieve vereniging:
 Vereniging met mensen die de belangen van de leden belangrijk vinden

Overige rechtspersonen: vereniging, onderlinge waarborgmaatschappij en de stichting

1.4
Productiviteit = resultaat : offers OF output: input
= verhouding tussen bereikte resultaat en de daarvoor gebrachte offers

Maximale productiviteit = maximaal resultaat : maximale offers
= productiviteit waarbij met de laagste offers het maximale resultaat wordt gerealiseerd
Niet bereiken van productiviteit kan aan 2 dingen liggen:
1. Resultaat is minder dan maximaal haalbare
2. Gegeven offers waren meer dan de minimaal benodigde

Effectiviteit = R werkelijk : R norm
= verhouding tussen het werkelijk bereikte resultaat en het normresultaat : wordt het doel bereikt?

Efficiëntie = O norm: O werkelijk
= verhouding tussen de normoffers die men eigenlijk had mogen brengen en de werkelijk gebrachte
offers : hoe wordt het doel bereikt?

Productiviteitscijfer: wat moet een organisatie kunnen presteren
Effectiviteitscijfer: in welke mate kan een organisatie erin slagen om doelen te bereiken
1.5

, Waarom bestuderen we organisatiestructuren?
o Theorieën zijn een leidraad bij beslissingen in de praktijk
o Theorieën vormen visies op organisaties
o Theorieën maken ons bewust van de omgeving
o Theorieën zijn een bron van nieuwe ideeën

Hoofdstuk 2:
2.1
Uitgangspunten organisatiekunde:
o Protestants – christelijk : Luther en Calvijn
Mensen moesten in plaats van passief betere tijden na de dood juist hun roeping op waarde
waar maken. Nieuw tijdperk van zelfcontrole, verantwoordelijkheid en individualisme.

o Kapitalisme : Smith – 1766
Basiselementen kapitalisme:
1. Meest efficiente regulering van de stroom van middelen door de maatschappij wordt
bepaald door natuurlijke wetten van vraag en aanbod en vrije concurrentie
2. Ieder individu zou vrij moeten zijn in het vergaren van rijkdom
3. Ieder individu zou vriij moeten zijn in het hebben van eigendomsrechten
4. Opdeling van arbeid leidt door specialisatie tot vergroting van productiviteit

o Industriële revolutie : Jamess Watt – 1765
Massaproductie. Nieuwe machines zorgen voor lagere kosten en hogere efficiëntie maar de
aanschafprijs van de nieuwe machines was erg hoog. Er moest in veel grotere verbanden
gewerkt worden dan eerst.

o Productiviteitsprobleem
Door een reeks van problemen kan je geen duidelijke productiviteitsverbetering maken
terwijl deze wel verwacht wordt.
3 hoofdoorzaken:
1. Algemeen gebrek aan managementmethoden en getrainde managers
2. Moeite met implicaties van nieuwe technologieën voor de werkomgeving van de mens.
( introductie lopende band werk )
3. Moeite met bepalen van juiste grootte van nieuwe industriële organisaties om juiste
schaalvoordelen te bereiken.

7 organisatiekundige stromingen:
1. Klassieke organisatiekunde v.a. 1890
2. Gedragskundige benadering v.a. 1930
3. Revisionisme v.a. 1950
4. Systeembenadering v.a. 1950
5. Contingentie benadering v.a. 1960
6. Totale kwaliteitszorg v.a. 1980
7. De lerende organisatie v.a. 1990

2.2
1. Klassieke organisatiekunde:
Rol manager vs de gezagsverhoudingen

- Frederick taylor : scientfic management ( later ergonomie genoemd )

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessavandenberg1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.36
  • (0)
Add to cart
Added