Dit document bevat 4 onderwerpen over G&C uit blok 4, leerjaar 1: Invloed van sociale omgeving, Gedragsverandering, Lichamelijkheid en Samen behandeldoelen opstellen.
Gedrag en communicatie blok 4
HC invloed van sociale omgeving
Als fysiotherapeut is het erg belangrijk dat je bewust bent van de sociale omgeving van de patiënt.
Als bijvoorbeeld het gezin zegt ‘’nee doe niet zo raar’’ tijdens het doen van oefeningen dan gaat de
patiënt het ook nooit doen. Dan heeft je behandeling dus geen effect.
Je sociale omgeving is van levensbelang. Dit begint al vanaf de geboorte, omdat je ouders ervoor
zorgen dat je blijft leven. Dit zit al in geprogrammeerd van overlevingsdrang. Dit blijft je hele leven.
Dit heeft ook invloed op je gezondheidsgedrag.
Sociale omgeving = bredere term dan je denkt. Het geheel van sociale, culturele, economische en
religieuze factoren dat op invloed is van je gedrag.
Economisch -> als je thuis niet veel geld hebt, heb je weinig geld om gezond eten te kopen of je moet
op een andere manier bewegen, omdat je geen sportschool of sport kunt betalen.
Religieus -> je mag soms geen inentingen krijgen.
Modellen zijn vereenvoudigde weergaven van de werkelijkheid, hierdoor krijg je een beeld van de
patiënt. Je moet daarom niet te veel blijven hangen aan dat model, maar echt naar de patiënt kijken,
bijvoorbeeld de SCEGS.
Voorbeeld:
Je stapt een lift in en iedereen staat met de rug naar de deur toe.
Waarschijnlijk denk je ‘nee ik blijf gewoon staan’. Maar als je in de lift staat gebeurt het bijna
automatisch, omdat je van tevoren niet er bewust van bent. Als fysiotherapeut heb je als rol om de
patiënt bewust te maken.
Conformeren = je past je gedrag aan de omgeving
Sociale invloed = de invloed die iemand ervaart voor het maken van een beslissing.
Onder de sociale invloed behoren twee groepen, namelijk:
1. de normatieve sociale invloed = de druk die de groep uitoefent zodat een individu zich naar de
norm gedraagt. ‘’John neem ook een sigaretje kunnen we gezellig samen roken’’
2. informatieve sociale invloed = je kiest zelf gedrag dat zoveel mogelijk overeenkomt met wat jij
denkt dat anderen in jouw groep zullen doen. ‘’Wat zouden mijn vrienden ervan vinden als ik niet ga
roken? Dan maar roken’’. Dit gaat vooral om interpretatie.
Klachten van een patiënt kunnen veroorzaakt worden door meerdere factoren:
1. gedrag als oorzaak
Ongezond eten –> overgewicht
Sedentair gedrag -> matige lokale belasting
2. gedrag houdt klacht in stand
Niet lichamelijk actief, passief, vermijden etc.
Als je op een niet actieve werkplek bent ga je ook minder snel bewegen dus je gaat het niet doen.
3. gedrag in oplossing
Specifieke oefeningen noodzakelijk.
Gedragsverandering maar als je de sociale omgeving niet meehelpt werkt niet.
Je verandert disfunctioneel gedrag in functioneel gedrag.
Het biopsychosociaal model bestaat uit meerdere factoren, namelijk:
Voorbeschikkende factoren -> vanaf je geboorte aanwezig (genen, gezin, sociaaleconomische status)
, Onderhoudende factoren -> factoren die klachten in stand houden (overtuigingen, wat vinden
anderen, gedachten, eet en leefgewoonten)
Sociale interacties hebben invloed op de klacht. Bijvoorbeeld je gaat je oefeningen niet doen omdat
anderen het raar vinden, maar als ze meedoen ga je het sneller doen.
Jij behoort ook tot de sociale omgeving van de patiënt
Ook in het ASE- model staat sociale invloed. Al deze factoren hebben invloed op je intentie. Dat leidt
weer tot gedrag. De factoren hebben niet meteen invloed op gedrag, want intentie zit ertussen.
Dit staat weer in het I-change model.
Sociale normen = wat doen de anderen.
Sociale modelling = een rolmodel. Je gaat je gedrag postief/negatief aanpassen
aan je voorbeeld.
Social support/pressure = hé ga je oefeningen doen of ga je mee naar de kroeg om
buiten te roken?
Je bent van invloed door anderen, maar je normen hebben ook veel invloed op jou.
Norm = sporten is belangrijk
Modelling = hoe vaak sporten andere?
Support/ pressure = iedereen beïnvloed elkaar.
Van je ouders/gezin krijg je al normen mee, bijvoorbeeld sportief of niet, maar ook klachten.
Ook je partner is belangrijk persoon in je sociale omgeving. Die laat je dus ook beïnvloeden.
Informele sociale steun is steun die wordt geleverd door familie, vrienden en kennissen.
- Emotionele steun -> arm om je heen begrafenis
- Instrumentele steun -> praktische steun dus door iemand naar ziekenhuis brengen
- Informationele steun -> advies geven
- taxatiesteun -> inschatten situatie, bijvoorbeeld inschatting maken belangrijke behandeling
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 123Tim. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.30. You're not tied to anything after your purchase.