Lecture 4 -- Human Development -- Endocrine System
Lecture 3 -- Human Development -- Female reproductive System
Lecture 2 -- Human Development -- Male reproductive System
All for this textbook (3)
Written for
Haagse Hogeschool (HHS)
Verpleegkunde / HBO-V
Medische Biologie (VPDTVBV20120)
All documents for this subject (84)
Seller
Follow
ymke99
Reviews received
Content preview
Medische biologie 2 (hoofdfase) – De Haagse Hogeschool
Zenuwstelsel
Een complex stelsel dat samen met het hormoonstelsel de activiteiten van alle orgaanstelsels om de
homeostase te handhaven coördineert. Waar het zenuwstelsel relatief snel maar kort reageert op
prikkels, reageert het hormoonstelsel trager, maar langer.
• Centraal zenuwstelsel (CZS): hersenen en ruggenmerg.
• Perifeer zenuwstelsel (PZS): uitlopers die in het lichaam lopen.
Een deel gebeurt bewust en een deel onbewust.
- Bewust → somatisch/animaal zenuwstelsel. Actief bewust kun je op prikkels handelen.
- Onbewust → autonoom/visceromoterisch zenuwstelsel en zelfstandig werkend mechanisme om
bijv. de hartspier, de bloedvaten en klieren aan te sturen.
Functioneel onderscheid zenuwstelsel:
• Afferente zenuwbanen (aanvoerend): sensorische informatie die buiten het zenuwstelsel door
zintuigen of receptoren wordt geregistreerd, wordt doorgegeven door het afferente gedeelte
van het PZS naar plaatsen in het CZS waar die informatie wordt verwerkt. De informatie wordt
geïntegreerd en omgezet naar bruikbare informatie.
• Efferente zenuwbanen: het CZS zendt motorische impulsen van het PZS naar spieren en klieren,
die effectoren worden genoemd.
o Somatische/animale zenuwstelsel: aansturing skeletspieren.
o Autonome/visceromotorisch zenuwstelsel: zorgt voor automatische, onwillekeurige
regulering van glad spierweefsel, hartspierweefsel, klierwerking en vetweefsel.
▪ Parasympatisch: treedt in werking in rust. Rest en digest. Respons in
rusttoestand en slaap.
▪ Sympathisch: in werking op het moment dat we in activiteit zijn of stress
hebben. Fight, flight or freeze. Je lichaam wordt klaargemaakt om in actie te
gaan. Er wordt ook meer adrenaline aangemaakt, waardoor je sneller kunt
handelen. Er is sprake van actie: hartslag omhoog, pupil verwijden.
Zintuig: registeren gewaarwordingen van binnen of buiten het lichaam.
1
,2
,In de hersenstam kruisen de zenuwen. Dit betekent dat de linkerhersenhelft het rechter deel van het
lichaam aanstuurt en de rechter hersenhelft het linker deel van het lichaam aanstuurt.
Centraal zenuwstelsel (CZS)
Het CZS dat bestaat uit het ruggenmerg en de hersenen is kwetsbaar, heeft een zeer hoge
stofwisselingssnelheid en heeft veel voedingsstoffen en een constante aanvoer van zuurstof nodig.
Tegelijkertijd moet het CZS worden geïsoleerd van verschillende stoffen in het bloed en moet het worden
beschermd tegen schadelijk contact met omringende beenderen.
3
, Meningen: drie lagen gespecialiseerde vliezen die de hersenen en het ruggenmerg omgeven. Het biedt
het CZS fysieke stabiliteit en absorbeert schokken.
▪ Dura mater: harde stevige, vezelige hersenvlies dat tegen de schedel aangeplakt zit. Het is de
buitenste deklaag van het CZS. De dura mater rond de hersenen bestaat uit twee vezelige lagen
(durale plooien en durale sinussen). De durale sinussen bestaan uit een netwerk van
dunwandige kanalen waar kleine venen in het zenuwstelsel van de hersenen uitmonden. Op
sommige plaatsen zijn de binnenste en buitenste laag vergroeid, maar op de meeste plaatsen
zijn de twee lagen gescheiden door een smalle ruimte die weefselvloeistof en bloedvaten bevat.
In de hersenen is de dura mater vergroeid met de schedel, maar bij het ruggenmerg is dat niet
het geval. Hierdoor ontstaat nog een extra ruimte tussen de dura mater en het bot, ofwel de
epidurale ruimte. Deze ruimte wordt gebruikt om bijv. een ruggenprik te zetten bij een bevalling.
▪ Arachnoidea: spinnenwebvlies. De arachnoidea wordt van de dura mater gescheiden door de
subdurale ruimte. Het bevat de vaten die de hersenen van bloed voorzien. Tussen arachnoidea
en pia mater bevindt zich liquor (cerebrospinale vloeistof) in de subarachnoideale ruimte die als
schokbreker werkt en opgeloste gassen, voedingsstoffen, chemische signaalstoffen en
afvalstoffen bevat.
▪ Pia mater: zacht hersenvlies dat stevig met het ondergelegen zenuwweefsel verbonden is. De pia
mater is sterk doorbloed en grote bloedvaten vertakken zich over het oppervlak van de
hersenen. Het volgt precies alle gyri en sulci van de hersenen.
Meningitis: ontsteking van de meningen. Er kunnen verschillende oorzaken voor zijn, maar de bekendste
wordt veroorzaakt door een bacteriegroep, streptokokken genaamd.
Zenuwweefsel
Zenuwweefsel bestaat uit twee type cellen:
• Exciteerbaar: prikkelbare cellen, ofwel neuronen = zenuwcellen. Zij ontvangen, geleiden en
brengen informatie over in de hersenen, het ruggenmerg, de perifere zenuwen en de zintuigen.
Neuronen delen zich bijna nooit en zijn afhankelijk van continue zuurstof en glucose toestroom.
Neuronen kunnen elektrische impulsen sturen die we actiepotentialen noemen.
• Niet-exciteerbaar: niet prikkelbare cellen. Het zijn ondersteunende cellen, ofwel de gliacellen. Ze
ondersteunen de neuronen.
o Astrocyten: verantwoordelijk voor het grootste deel van de structuur van het CZS en het
handhaven van de bloed-hersenbarrière. Het is belangrijk om de bloedbaan te scheiden
van het CZS, zodat schadelijke stoffen niet zomaar onze hersenen binnen kunnen
dringen. CO2, O2 en glucose kunnen er wel doorheen. Alcohol is een schadelijke stof die
er ook doorheen komt en waardoor we dronken worden. Andere voorbeelden die de
bloed-hersenbarrière kunnen passeren, zijn: cafeïne, nicotine en heroïne. Stoffen die de
barrière niet kunnen passeren, zijn kalium, magnesium, eiwitten en medicijnen. Bijv. bij
Parkinson moet je eigenlijk dopamine medicatie slikken die bij de hersenen uit moeten
komen. Echter kan dopamine de bloed-hersenbarrière niet passeren. Je slikt dan
levodopa wat een voorloper is van dopamine en dat wel de barrière kan passeren, zodat
de hersenen vervolgens zelf dopamine kunnen aanmaken.
o Oligodendrocyten/Schwanncellen: uitlopers vormen myelineschede rond axonen. In het
CZS worden het oligodendrocyten genoemd en in het PZS Schwanncellen. Hierdoor kan
een actiepotentiaal veel sneller worden overgedragen en zijn zenuwen beter
beschermd.
o Microglia: cellen van het immuunsysteem die zorgen voor afweer. Ze fagocyteren
‘slechte’ pathogene stoffen uit het zenuwstelsel. Ze zitten met name vlakbij de
bloedvaten. Microglia hebben ook een litteken vormende werking.
o Ependymocyten/ependymcellen: het zorgt voor bekleding van epitheelcellen en dan
met name in het ruggenmerg en ventrikels van de hersenen. Zij maken liquor.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ymke99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.03. You're not tied to anything after your purchase.