Summary
Samenvatting Tentamenvoorbereiding strafrechtelijke aansprakelijkheid, mijn eindcijfer 9
- Course
- Institution
Ik heb voor elk stuk theorie een uitwerking in betoogvorm geschreven. Ik had een 9 voor mijn tentamen
[Show more]
Seller
Followdaniruijten
Content preview
Maak hiervoor gebruik van het Word-sjabloondat u op Canvas aantreft onder ‘Modules’ en zet dat bestand zelf om naar een
pdf-bestand als je uitwerking klaar is.
10. De tekst van ieder antwoord dient te zijn getypt met lettertype Times New
Roman, puntgrootte 12 op regelafstand 1,5.
Upload antwoorden: Sla de uitwerking van de antwoorden op de zes open
vragen op als één enkel pdf-bestand, geef het de juiste naam (zie hierna) en
lever het op tijd op Canvas onder ‘Assignments’ in. De naam van het
document moet als volgt zijn opgebouwd: achternaamtentamenSA2021>.pdf.
Gebruik hierbij geen tussenvoegsels en geen spaties! Dus bijvoorbeeld voor
Saskia van de Vogel: ‘vogeltentamenSA2021’.
Elementen strafbaarheid:
- Wederrechtelijkheid (2e materiele vraag)
- Verwijtbaarheid (3e materiele vraag)
4 rechtsvragen:
- Kan het ten laste gelegde worden bewezen?
- Is het bewezen feit strafbaar?
- Is de dader strafbaar?
- Welke straf moet worden opgelegd?
Beantwoording:
- Relevante theorie over het leerstuk
- Relevante feiten uit de casus
- Feiten toetsen aan de theorie
- Conclusie
- Alle onderdelen van de vraag beantwoorden
Rechtsmacht
Als de gedraging niet wederrechtelijk is, betekent dit dat de gedraging ook niet strafbaar is.
Wanneer een strafbaar feit ontbreekt, kan er ook geen sprake zijn van rechtsmacht.
Territorialiteitsbeginsel
Of Nederland rechtsmacht heeft kan o.a. worden beoordeeld op basis van het
territorialiteitsbeginsel. Dit houdt in dat het strafbare feit zich op Nederlands grondgebied
,heeft voorgedaan: de locus delicti. Nederland heeft dan rechtsmacht op grond van art 2 Sr.
Ook op basis van het vlagbeginsel, art 3 Sr, kan rechtsmacht worden aangenomen. Het
strafbare feit moet van zijn gepleegd aan boord van een Nederlands vaartuig of luchtvaartuig.
Nationaliteitsbeginsel
Of Nederland rechtsmacht kan claimen kan o.a. worden beoordeeld op basis van het
nationaliteitsbeginsel, een vorm van extraterritoriale juridictie. Het passief
nationaliteitsbeginsel staat omschreven in art. 5 sr. Dit houdt in dat het slachtoffer de
Nederlandse nationaliteit heeft. Als dit het geval is, heeft Nederland rechtsmacht. Bij het
beperkte actieve nationaliteitsbeginsel, art 7 Sr., gaat het erom dat de dader de Nederlandse
nationaliteit bezit of een vreemdeling met een vaste woon- of verblijfsplaats in Nederland. Bij
dit laatste vereiste moet er ook sprake zijn van een dubbele strafbaarheid. Zowel in Nederland
als in het land waar het strafbare feit is gepleegd; de locus delicti, moet de gedraging strafbaar
zijn. In Nederland moet het gaan om een misdrijf. Voor het land van de plaats delict hoeft er
enkel sprake te zijn van enige strafbaarstelling.
(Schulduitsluitingsgronden spelen hierbij geen rol. Deze raken de strafbaarheid van het feit
niet. Rechtvaardigingsgronden kunnen wel een rol spelen, de strafbaarheid,
wederrechtelijkheid, van het feit vervalt dan namelijk1.)
Beperkt actief personaliteitsbeginsel
Het beperkt actief personaliteitsbeginsel
(In NL uitsluitend NL-wettelijk voorschrift: arrest Linquenda)
Overgangsrecht
Verandering delictsomschrijving
Als er na plegen van een strafbaar feit, maar vóór de vervolging, een verandering plaatsvindt
in de wet, moet je kijken of de verandering van invloed is volgens het legaliteitsbeginsel, art 1
Sr. Als het gaat om een verandering in de delictsomschrijving kijk je allereerst of het gaat om
een verandering in wetgeving, bijvoorbeeld een wet of APV. Vervolgens kijk je of er sprake
is van een verandering. Het moet namelijk gaan om een verandering die het gevolg is van een
gewijzigd inzicht van de wetgever2. In beginsel moet een verandering ten gunste van de
1
De Hullu, p. 151.
2
Arrest gewijzigde warenwetregels
, verdachte worden uitlegt3, met terugwerkende kracht, mits het gaat om een gewijzigd inzicht
van de wetgever4. Ten slotte moet worden beoordeeld of de wijziging gunstiger is voor de
verdachte. Wanneer een van vorenstaande punten met ja kan worden beantwoord, en de
gedraging daardoor niet meer binnen de delictsomschrijving valt, dient er OVAR te volgen.
Verandering in sanctie
Als er na plegen van een strafbaar feit, maar vóór de vervolging, een verandering plaatsvindt
in de wet, moet je kijken of de verandering van invloed is volgens het legaliteitsbeginsel, art 1
Sr. Als het gaat om een verandering in sanctie kijk je allereerst of er daadwerkelijk sprake is
van een wijziging in de sanctie. Vervolgens ga je na of deze wijziging gunstiger is voor de
verdachte. Indien dit zo is moet de gunstigere wijziging met terugwerkende kracht worden
toegepast5.
WEEK 2
Causaliteit
Causaliteit
De heersende leer om tot een causaal verband te komen is de redelijke toerekening. Het
gevolg moet redelijkerwijs worden toegerekend aan de gedraging(en) van de verdachte6.
(Ook bij nalaten kan het gevolg naar redelijkheid worden toegerekend aan de verdachte7.)
(Ook een zeer kleine kans dat de gedraging de oorzaak van het gevolg is kan voldoende zijn
om de causaliteit aan te nemen8.)
Bouwstenen
Om de beoordeling of er sprake is van causaliteit te versterken gebruik je de eerste en derde
bouwsteen van De Hullu9. Bij de eerste bouwsteen wordt er gekeken naar het gedrag van de
verdachte en de causale keten. Het gedrag van de verdachte moet aan het begin van de keten
staan. Bij de derde bouwsteen kijk je naar de andere causaliteitscriteria om te kijken of er
sprake van zijn van redelijke toerekening. Allereerst de conditio sine qua non is het geheel
aan voorwaarden zonder welke het gevolg niet zou zijn ingetreden. Het gaat om een
3
Arrest incest
4
Arrest Lex Mitior
5
Arrest Lex Mitior
6
De Hullu, P. 173-175 en arresten: Letale longembolie
7
Arrest causaliteit bij nalaten.
8
Arrest bloedvergiftiging
9
De Hullu, P. 181-182.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniruijten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.58. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
78600 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now