In dit document vind je een uitgebreide samenvatting van alle te leren artikelen voor het tentamen (week 1-7) voor de cursus Communicatie, Media en Interactie van de studie CIW aan de UU. Met deze samenvatting heb ik een 8,9 gehaald voor het tentamen!
Communicatie, Media En Interactie (CI3V14303)
All documents for this subject (22)
6
reviews
By: meganmichellevanewijk • 1 year ago
By: studental • 1 year ago
By: sophiafenjegoede • 1 year ago
By: annabelwelsing • 2 year ago
By: freekvanwissen • 2 year ago
By: romeevanwalsem • 2 year ago
Seller
Follow
nienkeeg
Reviews received
Content preview
Samenvatting Tentamenstof CMI
Inhoudsopgave
Week 1: Media Fit Modellen 2
Media, Tasks and Communication Processes: A Theory of Media Synchronicity - Dennis
et al. (2008) 2
Grounding in Communication - Clark & Brennan (1991) 9
The Effects of Media and Task on User Performance: A Test of the Task-Media Fit
hypothesis - Mennecke, Valacich & Wheeler (2000) 12
Week 2: Affordances 18
Explicating Affordances: A Conceptual Framework for Understanding Affordances in
Communication Research - Evans et al. 18
An affordance perspective of team collaboration and enforced working from home during
COVID-10 - Waizenegger et al. (2020) 20
The Dialectical Nature of Impression Management in Knowledge Work: Unpacking
Tension in Media Use Between Managers and Subordinates - Erhardt & Gibbs (2014) 22
Social Media Use in Organizations: Exploring the Affordances of Visibility, Editability,
Persistence and Association - Treem & Leonardi (2013) 25
Week 3: Sociale factoren + gemedieerd samenwerken 28
Exploring the Dominant Media: How Does Media Use Reflect Organizational Norms and
Affect Performance? - Turner et al. 28
Media Use in Virtual Teams of Varying Levels of Coordination - Aritz et al. (2018) 32
Teaming: Are two communication modes better than one? - Parlamis & Dible (2019) 35
Virtual Team Work: Group Decision Making in 3D Virtual Environments - Schouten, Van
den Hooff & Feldberg (2013) 38
Week 5: Gemedieerd elkaar leren kennen 42
Interpersonal and Hyperpersonal Dimensions of Computer-Mediated Communication -
Walther et al. (2015) 42
Reageren op een e-consult: De ontwikkeling en validering van een protocol voor de arts -
Sterk et al. (2020) 45
The hyperpersonal effect in online dating: effects of text-based CMC vs.
videoconferencing before meeting face-to-face - Antheunis, Schouten & Walther (2020) 47
Egocentrism over E-Mail: Can We Communicate as Well as We Think? - Kruger, Epley,
Parker & Zhin-Wen Ng (2005) 50
Initial interactions online-text, online-audio, online-video or face-to-face: Effects of modality
on liking, closeness, and other interpersonal outcomes - Sprecher (2014) 54
Week 6: Gemedieerd leren 56
Learning Science in Immersive Virtual Reality - Parong & Mayer (2018) 56
Strategic Tooling: Technology for Constructing a Community of Inquiry - Thompson,
Vogler & Xiu 61
, A Virtual Agent as Vocabulary Trainer: Iconic Gestures Help to Improve Learners’ Memory
Performance - Bergmann & Macedonia (2013) 63
Comparing immersive Virtual Reality to mobile applications in foreign language learning in
higher education: a quasi-experiment - Nicolaidou, Pissas & Boglou (2020) 64
Second language acquisition of Manderin Chinese vocabulary: context of learning effects -
Lan et al. (2015) 67
Week 7: Human-Machine Interaction 70
Creating Humanlike Chatbots: What Chatbot Developers Could Learn From Webcare
Employees In Adopting A Conversational Human Voice - Liebrecht & Hooijdonk (2019) 70
Artificial intelligence and communication: A Human-Machine Communication research
agenda - Guzman & Lewis (2019) 73
Chatbots for Customer Service: User Experience and Motivation - Følstad & Skjuve (2019)
75
1
,Week 1: Media Fit Modellen
Media fit modellen = als de fit/match tussen een medium en een taak beter zijn, kan een
taak beter worden uitgevoerd.
1. Media Richness Theory van Daft & Lengel = relatie tussen media en taak vanuit een
organisatiekundig perspectief: hoe richt je een organisatie zo in dat de juiste
informatie op de juiste plek terecht komt? Organisaties hebben behoefte aan twee
soorten informatie, afhankelijk van het soort moet je een andere medium kiezen.
2. Media Synchronicity Theory van Dennis et al. = relatie bekeken vanuit
communicatieprocessen: waar bestaat communicatie uit en hoe kun je daar vanuit
een medium zo goed mogelijk op inspelen? Er zijn een vijftal eigenschappen van
media, waardoor het ene medium geschikter is voor de ene dan voor de andere taak.
3. Grounding van Clark & Brennan = taalkundig perspectief. Een belangrijk doel van
communicatie is om common ground te vinden met de andere persoon. Het proces
van grounding verandert als het doel van communicatie anders wordt (moet je het
globaal uitleggen of heel precies weten) én als je een ander medium gebruikt
verandert de manier waarop je common ground vindt ook (bij de weg uitleggen
maakt het uit of je iemand alleen kunt horen of ook kunt zien (handgebaren)).
4. Mennecke et al. = een experiment van media fit voorspellingen. De verwachting is
dat als je deelnemers een taak laat uitvoeren met het juiste of niet het juist medium,
een taak uitvoering met het juiste medium beter gaat. Niet alle voorspellingen komen
uit. Figuur 1 en de hypothese moet je goed kunnen uitleggen! Kijk kritisch naar de
taken die deelnemers moesten uitvoeren, kijk naar of de hypotheses worden
ondersteund en naar het tip-model als mogelijke verklaring in de discussie (figuur 2).
Media, Tasks and Communication Processes: A Theory of Media Synchronicity -
Dennis et al. (2008)
Na het lezen van het artikel moet je de volgende termen uit het artikel kunnen uitleggen en
toepassen: conveyance, convergence, information transmission, information processing,
synchronicity en de 5 media capabilities. Begrijpen wat wordt weergegeven in figuur 3.
Een van de meest gebruikte mediatheorieën is de Media Richness Theory (MRT) die stelt
dat de uitvoering van een taak verbeterd als de informatiebehoefte voor deze taak gematcht
is met de informatierijkheid van een medium. Volgens Dennis et al. is deze theorie niet goed
toepasbaar op nieuwe media. Daarom komen zij met een nieuwe theorie: Theory of Media
Synchronicity. Deze theorie verschilt op zes punten van eerdere mediatheorieën:
1. Taken worden geconceptualiseerd als de set van communicatieprocessen nodig om
gedeeld begrip te bereiken. Communicatie bestaat uit twee primaire processen:
a. Conveyance of information
b. Convergence of meaning
2. Conveyance en convergence hebben beide interpersoonlijke en cognitieve aspecten.
Om de processen uit te voeren moet een individu individuele processen uitvoeren:
a. Information transmission = voorbereiden voor verzending, verzenden via
een medium en het ontvangen van informatie via een medium. Vaak hoger bij
convergence.
2
, b. Information processing = de betekenis van informatie begrijpen en
integreren in een mentaal model. Inpassen bij wat je al weet. Vaak hoger bij
conveyance.
3. Fysieke media capaciteiten beïnvloeden via hun toe-eigening en gebruik hoe
individuen een boodschap kunnen verzenden (transmit) en verwerken (process).
4. Omdat media zo snel nieuwe mogelijkheden toevoegen is het niet meer passend om
te verwijzen naar een specifiek medium maar moeten we verwijzen naar een set van
kenmerken dat het medium biedt.
5. De manier waarop individuen media gebruiken beïnvloedt hun communicatie
prestaties. Convergentie processen hebben baat bij het gebruiken van media die
synchroniciteit faciliteren, terwijl conveyance processen dit minder nodig hebben.
Synchronicity = het vermogen om individuen te ondersteunen die tegelijkertijd
samenwerken met een gedeeld patroon van gecoördineerd gedrag.
6. Dennis et al. stellen niet dat het ene medium beter is dan het anderen, maar
beargumenteren dat de meeste taken bestaan uit meerdere communicatieprocessen
die verschillende media capaciteiten nodig hebben.
Media Richness Theory gaat in op twee vragen: (1) waarom hebben organisaties
informatie nodig? en (2) hoe kun je een organisatie zo inrichten dat de juist informatie op de
juiste plek komt? Waarvoor gebruiken organisaties informatie? 2 soorten situaties:
1. Verminderen van uncertainty (onzekerheid). Met onzekerheid wordt het gebrek van
informatie bedoeld. Voorbeeld: bij het “wie ben ik”-spel stel je steeds vragen om
meer zekerheid te krijgen over wie je bent OF “hoeveel vrouwelijke klanten hebben
we?”. Oplossing: meer informatie verzamelen.
2. Verminderen van equivocality (ambiguïteit). Er is geen gebrek aan informatie, maar
aan duidelijke antwoorden. Er zijn verschillende interpretaties mogelijk. Voorbeeld:
“welke richting kan ik het beste op met mijn studie?” OF “is het strategisch gezien
een goed idee om nu een ander bedrijf over te nemen?” (je kunt cijfers verzamelen,
maar een strategische vraag kan tot verschillende interpretaties leiden). Oplossing:
informatie/probleem bespreken en tot een gezamenlijke interpretatie komen.
Behoefte aan rijke informatie.
Deze twee typen taken vragen om verschillende soorten informatie: bij uncertainty is de
oplossing informatie verzamelen, bij equivocality is het het probleem bespreken en tot
gezamenlijke interpretatie komen.
Voorbeeld: “welke richting kan ik het beste op met mijn studie?” kan je niet goed
beantwoorden met arme informatie (bijv. numerieke data). Bij arme informatie duurt het lang
om tot gezamenlijk begrip te komen of is er geen mogelijkheid tot overbrugging. Je hebt rijke
informatie nodig: waarmee je snel/efficiënt meningsverschillen kunt overbruggen of gedeeld
begrip kweken (bijv. adviesgesprek met een studieadviseur).
Wat maakt een medium rijk?
1. De mogelijkheid tot feedback
- Directe (synchrone) vs. vertraagde (asynchrone) feedback
Face-to-face gesprek vs. e-mail
2. Meer cues en kanalen
- Lichaamstaal, toon van de stem
3. Mogelijkheid tot personalisatie (= communicatie afstemmen op de ontvanger)
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nienkeeg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.11. You're not tied to anything after your purchase.