Aristoteles: volgens Aristoteles bestaat de ideale staat uit rechtvaardigheid en deugd (deugdethiek)
Cathetix: datgene wat op dat moment voor mij het belangrijkste is, krijgt de aandacht (Freud)
Consensusopvatting van de waarheid: waarheid is onderlinge overeenstemming over wat feiten zijn
Correspondentieopvatting van de waarheid: we gaan er vanuit dat wat we zien het geval is en dus de
waarheid is
David Pinto: volgens hem ligt de noodzaak in het sociaal werk om je te verdiepen in verschillende
culturen en etnische aspecten, om misverstanden te voorkomen
Deugdethiek: geeft richtlijnen om met onszelf en de ander onze weg te vinden en onze kwaliteiten te
ontwikkelen
Edwin Hoffman: volgens Hoffman gaan sociaal werkers op basis van behoeften vergelijkingen maken
tussen de Nederlandse culturen en andere culturen, maar hierdoor ontstaan net zo goed
misverstanden
Ethiek: morele filosofie die zich bezighoudt met hoe juist te handelen
Ethisch relativisme: of moreel relativisme – is het niet aanvaarden van voor iedereen geldende
waarden, omdat die worden gezien als cultureel persoonsgebonden
Existentialisme: stroming die individuele vrijheid, verantwoordelijkheid en subjectiviteit voorop stelt
Freeridersprobleem: sociale dilemma dat mensen gebruik kunnen maken van een dienst zonder
ervoor te betalen of bij te dragen aan het in stand houden ervan (alleen bij collectieve goederen)
Geldigheidsclaims: 1 waarachtigheidsclaim (de ander is oprecht en meent wat hij zegt) –
2 waarheidsclaim (de ander claimt dat wat hij zegt waar is) – normatieve claim (de ander claimt dat het
juist is om dat van mij te vragen)
Habermas: onderscheidt twee vormen van menselijk handelen; strategisch handelen en
communicatief handelen – staat recht tegenover Lyotard
Immanuel Kant: handel altijd volgens categorisch imperatief (zoals je wil dat anderen ook zouden
handelen)
Instrumentele rationaliteit: bedenken welke middelen je het best in kunt zetten wat betreft strategisch
handelen
Jean-Francois Lyotard: volgens Lyotard zijn er verschillen in regels wat betreft de taalspelen en
moeten we deze strijdigheid accepteren zoals die is. het heeft ook geen zin om naar metaregels te
streven
Jeremy Bentham: pleitte voor individuele en economische vrijheid, gelijke rechten voor iedereen en
vrije handel
John Locke: volgens Locke heeft de samenleving onderling een sociaal contract gesloten op basis van
gelijkwaardigheid
John Rawls: “sluier van onwetendheid” – vanuit de originele positie, zou iedereen kiezen vanuit
principes
, John Stuart Mill: probeerde een balans te vinden tussen utilisme en liberalisme – iets brengt zoveel
mogelijk geluk op als iets voor de grootste groep geluk brengt
Karl Marx: volgens Marx moest de proletariaat in opstand komen om de macht weer bij het volk te
brengen – klasseloze samenleving
Klassieke empirische opvattingen: een waarneming bestaat uit het passief ontvangen van zintuigelijke
prikkels
Michel Foucault: achterdochtig over professionalisering zorgt dit voor problemen of voor
modelburgers? – zoekt naar vooronderstellingen die het paradigma dragen. Hij onderzoekt
verschillende domeinen van het leven en wat er verandert in het denken binnen die domeinen.
Natuurrecht: voor iedereen geldende rechten
Nihilisme: begrip dat ontkenning van waarde aanduidt; betekent letterlijk “niets”
Paradigma: geheel aan opvattingen, theorieën en methoden dat dominant is in een bepaald tijdvak
Paternalistisch: iemands vrijheid beperken
Robert Nozick: alles moet van iedereen kunnen zijn, tenzij je het op een rechtmatige manier hebt
verkregen, dan mag het alleen worden afgepakt door de daarvoor bestemde autoriteiten
Scrupuleus handelen: kieskeurig/ gewetensvol
Strategisch handelen: als je uit eigenbelang wil handelen en het je niet uitmaakt wat de ander doet of
zegt, zolang hij maar doet wat jij zegt
Systeemtheoretische benadering (Hoffman): gaat er vanuit dat een mens pas begrepen kan worden in
de context van zijn relaties; ieder mens gedraagt zich anders in verschillende contexten
Waarnemingstheorie: wat er waargenomen wordt is de werkelijkheid en deze werkelijkheid kan door
ons objectief worden vastgesteld of gemeten
Zorgethiek: zorgzaam is een deugd, maar deze voldoet niet om een zorgrelatie tot stand te brengen.
Er spelen ook andere deugden een cruciale rol
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sennetheelen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.96. You're not tied to anything after your purchase.