100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding tot het recht $7.60   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding tot het recht

 28 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is vooral een samenvatting die op de lessen is gebaseerd (en dus niet op de cursus die er bij wordt gekocht). Ik ben een persoon die heel uitgebreid samenvat, maar ik heb gemerkt dat mijn samenvatting van dit vak, het minste aantal pagina's telt en ik had een 16/20 door enkel gebruik te maken v...

[Show more]

Preview 4 out of 36  pages

  • No
  • De lessen dat ik niet aanwezig was, heb ik uit het boek gehaald
  • February 1, 2022
  • 36
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Inleiding recht

I. Wat is recht?

1. Kenmerken en definitie van het recht
Kenmerken van het recht
- Samenleving ordenen
- Samenleving bepaalt regels
- Naleving kan worden afgedwongen

Soorten regels
- Gedragsregel: hoe je je moet gedragen BV: niet door rood (SUBJECTIEF RECHT)
- Toepassingsregels- en structuren: over toepassing van recht BV: rechtbanken en hoven
- Regels voor maken en wijzigen van het recht

Definitie
Recht = het geheel van afdwingbare regels, afgesproken door een samenleving, teneinde het
menselijk handelen in die samenleving te ordenen.

Objectief recht vs subjectief recht
Objectief recht: een geheel van gedragsregels/normen die aan individu wordt opgelegd door
overheid
- Alle rechtsregels die bestaan BV: art. 1382 BW
- Abstract & algemeen BV: stoppen bij rood

à verleent:

Subjectief recht: een concrete aanspraak die individu kan hebben op een gedraging van anderen
op bepaalde middelen
- Concreet, toegepaste recht BV: andere heeft groen dus mag doorrijden
à subjectief recht op schadevergoeding voor andere partij als je toch door rood rijdt en
schade aanricht

Verbintenis (p274)
= algemeen verbindend bevel waaruit verplichtingen voortvloeien voor individu
= rechtsband waarbij één/meerdere personen jegens één/meerdere personen gehouden zijn,
ofwel – iets te geven (BV: loon) – doen – laten (niet concurreren)

à vloeit voort uit overeenkomst

Overeenkomst = contract tussen twee of meer bedrijven, waarbij wederzijdse verbintenissen zijn.
BV: werkgever: loon – werknemer: werken
à de wilsovereenstemming = tussen partijen met de wil tot het doel ontstaan, wijzigen, uitdoven
van verbintenissen.

Geldigheidsvoorwaarden;
1. Geldig voorwerp BV: drugs of kinderen NIET geldig
2. Geoorloofde oorzaak: beweegreden waarom je overeenkomst aangaat
3. Bekwaamheid: rechtsbekwaam -> je hebt rechten en plichten
- handelingsbekwaam -> je kan rechten en plichten uitvoeren (art. 1108 BW)
4. Overeenstemming tussen partijen

Soorten overeenkomsten (p284)
Eénzijdig: verbintenis voor één partij BV: schenking/kosteloze bewaargeving (vestiaire)

,Wederkerige: beide partijen verbintenissen op zich BV: koop

Consensuele (=vormvrij): door wilsovereenstemming BV: koop, huur

Plechtige (=vormelijke, solemnele): naar notaris, rechter BV: scheiding

Zakelijke: geldig vanaf afgifte van zaak BV: bewaargeving vestiaire: ovk onstaat wanneer je je jas
al geeft

Onderhandse akte: akte tussen twee partijen, zonder derden
Authentieke akte: opgesteld door ambtenaar van burgerlijke stand BV: notaris, burgemeester

Rechtssubject vs rechtsobject
Rechtssubject (p38)
= houder van subjectieve rechten BV: vrijheid van meningsuiting, recht voorrang bij groen
- Natuurlijke personen: mensen van vlees en bloed
- Rechtspersoon: fictie van het recht, een groepering met eigen rechten, plichten en
vermogen BV: Action, Albert Heijn

Rechtsobject
= zaken/rechten waarover subjectieve rechten gelden.


Onrechtmatige daad (p299)
= buitencontractuele aansprakelijkheid, Aquiliaanse aansprakelijkheid, foutaansprakelijkheid

Art. 1382 BW:
Voorwaarden:
- Fout: schending van rechtsregel
Schending van zorgvuldigheidsplicht
- Schade
- Oorzakelijk verband (tussen fout en schade)


Rechtsfeit en rechtshandeling
Rechtsfeit = feit waaraan het objectief recht, rechtsgevolgen verbindt
à Geen menselijke wil, gebeurd gewoon

à rechtsgevolgen: doen ontstaan, wijzigen, doen verdwijnen
BV: auto-ongeluk, corona, 18j stemrecht, geboorte, sterfte, moord


Rechtshandeling = handeling die wordt gesteld met als doel, rechtsgevolgen te doen ontstaan à
OVK
à wilsautonomie

BV: autokopen à verzekering, boek kopen à koopcontract (eigendomsrecht)

Rechtshandeling is steeds een rechtsfeit met de wil om rechtsgevolgen te doen ontstaan
Rechtsfeit is niet een rechtshandeling, want de wil ontbreekt.

Soorten rechtshandelingen:
- Publiekrechtelijke RH: gesteld door openbaar orgaan, ambtenaar of magistraat
1. Normerende: bv parlement maakt en stemt wetten

, 2. Individuele: bv politie die u boete oplegt OF onteigening
3. Gerechtelijke: bv vonnis/arrest
- Privaatrechtelijke RH: niet gesteld door overheid BV: erkenning van kind

- Éénzijdige RH: wilsuiting één persoon BV: erkenning kind
- Meerzijdige RH: wilsuiting meerdere personen BV: arbeidscontract

- Vestigende RH: ontstaan van nieuwe rechten BV: huwelijk
- Overdragende RH: draagt bestaand recht over op nieuwe titularis BV: koop à
eigendomsrecht, huur à genotsrecht
- Aanwijzende RH: bevestigd juridisch statuut van bepaalde persoon, zaak of situatie.
Zonder nieuwe rechten toe te kennen BV: nalatenschap, schriftelijke bevestiging van
mondelinge uitspraak

- Vormelijke/plechtige/solemnele: BV: huwelijk, adoptie
- Vormvrij/consensueel: BV: koop

P187 NIET kennen 1.1.4.


Rechtsmisbruik
= in op het eerste gezicht rechtmatige handelswijze worden gezien als misbruik van het recht.
à eerste zicht lijkt rechtmatig, maar is TOCH misbruik van recht

Schoorsteenarrest (ARB)
2 buren, één buur laat schoorsteen zetten zonder reden, om zonlicht tegen te houden voor de
andere buur
à rechtspraak: eerste zicht niks verkeerd, maar je misbruikt recht
- Bedoeling om te schaden
- Afwezigheid van belang
- Kennelijk onredelijk

Geluidsinstallatie om koeien niet meer te horen

Sanctie
- Herstel in oorspronkelijke toestand, anders:
- Schadevergoeding op basis van art. 1382 BW


2. Soorten subjectieve rechten
Politieke rechten: rechten die burger tegenover overheid kan uitoefenen en opeisen
- Politieke vrijheden: onaantastbare vrijheid, dus overheid heeft plicht om geen
wetgevende, administratieve of feitelijke handelingen te stellen die deze vrijheid aantast.
(BV: vrije meningsuiting, vrijheid van onderwijs)
- Participatierechten = politieke rechten in enge zin: mogelijkheid om deel te nemen aan
overheidsbeleid. (BV: kiesrecht, passief: recht kandidaatstelling verkiezingen EN actief:
stemrecht)
- Sociaal-economische rechten: recht om van de overheid financiële tegemoetkomingen of
bepaalde diensten te vragen. (BV: steun aan behoeftigen en gratis onderwijs)
à onrechtstreeks via belastingen gefinancierd door burger zelf of door andere burgers
(herverdeling van de vermogens)

Burgerlijke rechten/civiele rechten: rechten die een burger tegenover zijn medeburgers kan
uitoefenen. Soms overheid ook medeburger (als overheid geen gebruik maakt van machtspositie)

, Extra-patrimoniale rechten: geen financiële waarden, kunnen niet verkocht worden en eindigt bij
de dood van de titularis
- Persoonlijkheidsrechten: het recht op eigen lichaam, ook tot na de dood, het recht op
zedelijke integriteit wat betreft naam, eer, privacy.
- Familierechten: rechten die voortvloeien uit huwelijk, afstamming, ouderschap, voogdij
à deze rechten hebben betrekking op de beschikking over de eigen persoon (fysieke en
psychische integriteit) EN op de staat van de persoon binnen de familie

Patrimoniale rechten/vermogensrechten: betrekking op economische, in geld waardeerbare
goederen, die verhandelbaar zijn. De titularis mag erover beschikken, ze overdragen en afstand
doen ervan.
- Zakelijke rechten: heerschappij over een goed. Volledig (eigendom) of gedeeltelijk
(vruchtgebruik, erfdienstbaarheid)
- Vorderingsrechten: bevoegdheid om van iemand anders de uitvoering van een
verbintenis te eisen om iets te doen, geven of laten.
- Intellectuele rechten: exclusieve heerschappij over een intellectuele creatie BV:
auteursrecht, octrooi/patent (= eigendomsrecht op uitvinding van technisch product of
proces), merkenrecht.

Extra: patrimonium/vermogen = de som van de patrimoniale rechten verminderd met zijn
patrimoniale verplichtingen (schulden)
Vermogen is ook het geheel van rechten en plichten van een persoon.

Zakenrecht:
- Eigendomsrecht, art. 3.50 nieuw BW
- Vruchtgebruik, art. 3.117 nieuw BW
- Erfdienstbaarheid
- Opstalrecht, art. 3.117 nieuw BW à als je wil afwijken van jouw grondgebied, kan je
opstalrecht krijgen gedurende periode van max. 50 jaar.


3. Het objectief recht ingedeeld
Privaat recht: verhouding tussen burgers onderling
Publiek recht: verhouding tussen burgers en overheid, overheden onderling en de interne
organisatie van de overheid

Nationaal recht: recht dat enkel binnen grenzen van een staat geld
Internationaalrecht: grensoverschrijdend recht

Nationaal privaat recht,
Nationaal publiek recht,
Internationaal privaat recht (IPR)
Internationaal publiek recht (volkenrecht)
Europees recht = internationaal privaat- en publiek recht

(Nationaal) Privaatrecht
Principe: contactsvrijheid = bevoegdheid om vrij over zijn middelen te beschikken, vrij op te
bepalen welke afspraken er tussen hen gelden

Aanvullend/suppletief recht vs. Dwingend/imperatief recht
Aanvullend recht
- Partijen zijn zelf vrij om te kiezen hoe ze OVK regelen = wilsautonomie
- Als partijen vergeten iets af te spreken à bepaalt overheid regeling
- Regeling is dus modelregeling in het wetboek
BV: secundair huwelijksstelsel, wetgeving rond koopcontract

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 50fifty. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.60. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.60
  • (0)
  Add to cart