H2 Taalhandelingen
Speech act theory (taalhandelingtheorie) van Austin en Searle:
Austin: ‘How to do things with words” – we gebruiken zinnen om beloftes te doen,
complimenten te geven, mensen af te wijzen, etc.
Constatieven: uitspraken over de werkelijkheid
VB. Het regent
Performatieve werkwoorden: werkwoorden die aanduiden welke handelingen sprekers
uitvoeren als ze iets zeggen
VB. Ik beloof je dat ik morgen kom (handeling: beloven)
Door iets te zeggen voeren we drie soorten handelingen uit
- Locutionaire handeling (locutie): betekenis van combinatie van woorden, de uiting
zelf
- Illocutionaire handeling (illocutie): de intentie of communicatieve strekking van de
uiting, bedoeling van de spreker
- Perlocutionaire handeling (perlocutie): bewerkstelligen van iets bij de hoorder, het
gewenste effect dat de spreker voor ogen heeft
VB. ‘Joris, jij zit naast de deur.
Met het uitvoeren van een locutionaire of een illocutionaire handeling wordt tevens een
perlocutionaire handeling uitgevoerd.
Directe perlocutie: een perlocutie die direct voortvloeit uit de illocutie
Indirecte perlocutie: een perlocutie als effect van een locutie (zonder tussenkomst
van een illocutie) onbedoelde actie
VB. Hoorder schrikt omdat de spreker zijn naam zegt, het was niet de bedoeling van
de spreker om de hoorder te laten schrikken
Geassocieerde perlocutie: een perlocutie die tot stand wordt gebracht d.m.v. de
illocutie waar hij me geassocieerd kan worden.
VB. Waarschuwen – alarmeren
bedreigen – intimideren
Niet-geassocieerde perlocutie: als de perlocutie niet geassocieerd kan worden met
de illocutie
VB. Prijzen – beledigd voelen
Twee typen regels
- Constituerende regels: regels die iets ‘constitueren’. Deze regels bepalen hoe het
vorm gegeven moet worden en wanneer iets gedefinieerd kan worden als
bijvoorbeeld een groet.
VB. Bekijken welke soort uiting, onder welke condities geproduceerd, als
bijvoorbeeld een vraag of een groet geldt.
, - Regulerende regels: gaat over het kiezen van een passende aanspreekvorm. Ze
hebben dus betrekking op hoe een bepaald ‘spel’ wordt gespeeld door de spelers.
VB. Je kunt iemand begroeten door hoi te zeggen, maar je kunt er ook voor kiezen
om hallo te zeggen.
Classificaties van taalhandelingen van Searle
Gebaseerd op 3 criteria:
1. Het doel van de taalhandeling
2. De correspondentierichting (tussen woorden en de wereld)
Van woorden naar wereld: met woorden of een actie iets veranderen in de
wereld
VB. Dopen van een kind
Van wereld naar woorden: uiting van een beschrijving van iets in de wereld
VB. Het regent
3. De verschillen in de uitgedrukte geestesgesteldheid. Betreft de verschillen in
oprechtheidsvoorwaarden.
VB. Verontschuldigen geeft uitdrukking van iemands spijt. Beloven geeft intentie
waarmee iemand het wil uitvoeren.
Searle’s classificatie
- Assertieven: beweerders, je zegt iets over iemand
VB. Jij ziet er moe uit, het sneeuwt
- Expressieven: uitdrukkers, je geeft uitdrukking aan je geestesgesteldheid m.b.t. de
stand van zaken
VB. Bedankt voor het cadeau, dat betreur ik
- Directieven: stuurders, een poging de hoorder iets te laten doen. De spreker wil dat
de hoorder een bepaalde actie uitvoert
VB. Kom je naar het feest?, hoe laat is het?
- Comissieven: binders, de spreker legt zich vast iets te zullen doen
VB. Ik beloof dat ik...
- Declaratieven: verklaarder, je verandert iets in de wereld d.m.v. de uitspraak
VB. Ik doop hierbij dit kind het kind is gedoopt
U bent hierbij ontslagen werknemer is ontslagen
Commisieve directieven (Hancher): vragen om completering in de vorm van een respons
van de hoorder. Dit zijn meteen coöperatieve taalhandelingen. Ze bestaan uit een
commissief directief van de spreker en als gevolg een declaratief van de hoorder.
VB. wil je wijn? Het is een aanbod met de belofte dat de persoon de wijn aan zal geven
Primaire taalhandelingen: de strekkingen die de sprekers in feite bedoelen (de letterlijke
actie).
VB. Uitnodiging en acceptatie
Secundaire taalhandelingen: de manier waarop je deze strekkingen ter woord brengt en uit.
VB. H zou het leuk vinden als K op de borrel kwam, K reageert met ‘oh leuk zeg, ik ben er bij’.
,Analyse model van Searle om tot de uiteindelijke interpretatie te komen. Gaat uit van 3
elementen:
1. Taalhandelingstheorie
2. Het coöperatieprincipe (= sprekers opereren doelgericht)
3. Spreker en hoorder delen bepaalde achtergrondinformatie en gaan hiervan uit in het
gesprek.
Dus, context is essentieel, evenals gedeelde achtergrondkennis
- P 38.: “taalhandelingstheorie is primair een filosofische verhandeling over taal en niet
een theorie of benadering of gesprekken mee te analyseren”
- Dus een uiting als: ‘Het is alweer 6 uur!’ Kan allerlei verschillende dingen betekenen
HC1 Aanvullende informatie
Pragmatiek: de studie van taal in gebruik – betekenis in interactionele context – het gebruik
van taal in sociale contexten
Basis voor kennis over gesprekken
- Aangrenzende paren (hallo – hey, hoe is het – alles goed)
- Verwachtingspatroon/contextuele relevantie
- Handelingen/acties (groeten, oma aan de lijn krijgen)
H3 Conversationele implicatuur
Coöperatieprincipe: ‘Maak je bijdrage aan het gesprek dusdanig dat het is afgestemd op
hetgeen in het huidige stadium van het gesprek nodig is voor het beoogde doel of voor de
richting van het gesprek.’
Er wordt vanuit gegaan bij de interpretatie van uitingen dat de ander zich coöperatief
gedraagt, tot het tegendeel blijkt.
Conversationele maximes van Grice (algemeen geformuleerde principes):
- Kwantiteit: zeg niet meer dan nodig is, maak je bijdrage zo informatief mogelijk
- Kwaliteit: zeg niets waarvan je denkt dat het niet waar is, of waarvoor je geen
evidentie hebt
- Wijze: vermijd onduidelijkheden en dubbelzinnigheid, wees kort en ordelijk
- Relatie: wees relevant
Conversationele implicatuur:
- De hoorder geeft betekenis aan een uiting op basis van talige informatie en omdat
we ervan uit gaan dat we handelen volgens het coöperatieprincipe.
- Als een spreker iets zegt wat in strijd lijkt te zijn met een van de maximes of het
coöperatieprincipe, dan gaat de hoorder er desalniettemin vanuit dat de sprekers het
coöperatieprincipe volgen. Je kan er dus wel een overschrijden als je een andere
graag wil handhaven, mensen begrijpen je alsnog.
- “Het begrip implicatuur geeft aan dat de betekenis op indirecte wijze tot stand wordt
gebracht.” Al onze uitingen zijn conversationele implicaturen, bijna niks kan letterlijk
genomen worden. Toch kunnen we de betekenis achterhalen omdat mensen ervan
uit gaan dat we ons houden aan het coöperatieprincipe. De context is hierin ook erg
belangrijk.
, Deze implicaturen worden tot stand gebracht door:
- Gevallen waarbij een maxime lijkt te worden geschonden
VB. Ga je mee naar de bios? Oh sorry, ik moet een opdracht maken
- Gevallen waarbij er een conflict is tussen maximes
VB. Waar is de bios precies? Oude gracht nog wat, de persoon die de vraag
beantwoord geeft niet alle informatie maar wil geen antwoord geven waar hij geen
bewijs voor heeft.
- Gevallen waarbij een maxime is uitgebuit
VB. Ik heb je wel 100 keer gebeld (dit is niet de waarheid)
Hoe was je vakantie? Goed (niet alle informatie gegeven)
H4 Beleefdheid
Face-keeping (Goffman): het verschijnsel dat mensen hun eigen gezicht en dat van anderen
proberen te bewaren.
- We laten een bepaald image zien aan anderen
- Dit image (verandert in verschillende situaties) noemen we face (gezicht)
- We kunnen sociale interacties het beste bestuderen vanuit de aanname dat
deelnemers hun gezicht niet mogen verliezen. We gaan ervan uit dat men hun face
wil beschermen, en niet wil verliezen. Hierom wordt er rekening gehouden met
beleefdheidsregels.
Positive face: de behoefte van mensen om te worden gewaardeerd en gerespecteerd
Negative face: de behoefte aan privacy, autonomie en handelingsvrijheid
VB. Aantekeningen overnemen van een hoorcollege
Beleefdheidstheorie (Brown & Levinson)
Face-threathening act: een gezichtsbedreigende handeling
Bepaalde taalhandelingen kunnen bedreigend zijn voor face. Bijvoorbeeld door iemand te
corrigeren, iemand afwijzen, een uitnodiging afslaan, maar ook iemand uitnodigen.
Geprefereerde beurtvorm: als de acceptatie (reactie) meteen volgt op de uitnodiging en
direct geformuleerd wordt.
VB. Heel graag
Gedisprefereerde beurtvorm: deze volgt met enige vertraging op de vorige uiting, en het
wordt ingeleid met een demonstratie van waardering
VB. Nou, ik was erg graag gekomen, maar ik heb het vreselijk druk
Beleefheidsstrategieën: (FTA= Face threathening act)
- Bold on the record (FTA)
VB. Mag ik je aantekeningen
- On record (afgezwakte FTA)
VB. Hey, vind je het misschien erg om je aantekeningen met mij te delen?
- Off record (onderhands)
VB. ik was ziek bij hoorcollege en ik heb de aantekeningen niet
- FTA niet uitvoeren
VB. Het niet vragen omdat de afstand tussen je klasgenoot en jou te groot is
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jessiedebont. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.38. You're not tied to anything after your purchase.