Samenvatting gedragswetenschappen (2)
Emotioneel welbevinden
- Levenstevredenheid: het gevoel van tevredenheid, vrede en voldoening; je
wensen en behoeften verschillen weinig van hetgeen je bereikt en
presteert
- Positieve gevoelens: gevoelens hebben van enthousiasme, plezier en geluk
in het leven.
Psychologisch welbevinden (eigen persoon tot volle bloei te brengen):
- Zelfacceptatie: een positieve houding ten opzichte van jezelf, de
verschillende aspecten van je zelf erkennen en accepteren en je positief
voelen over je leven in het verleden.
- Persoonlijke groei: het gevoel hebben van continue ontwikkeling en
mogelijkheden, open staan voor nieuwe ervaringen en een gevoel van
steeds meer begrip hebben en effectief zijn.
- Doel in het leven: doelen en een gevoel van richting hebben in het leven,
het verleden als zinvol ervaren en overtuigingen hebben die het leven
richting geven.
- Omgevingsbeheersing: je competent voelen en in staat om met een
complexe omgeving om te gaan en een omgeving kiezen of creëren die bij
je persoon past.
- Autonomie: zelfbepalend, onafhankelijk zijn, jezelf van binnenuit bepalen,
weerstand bieden aan sociale druk om op een bepaalde manier te denken
en te doen en jezelf evalueren met je eigen persoonlijke standaarden.
- Positieve relaties met anderen: warme, bevredigende en vertrouwelijke
relaties hebben, geïnteresseerd zijn in het welzijn van anderen, in staat zijn
tot sterke empathie, affectie en intimiteit en begrip hebben voor geven en
nemen in menselijke relaties.
Sociaal welbevinden:
- Sociale acceptatie: positieve houdingen hebben ten opzichte van mensen,
anderen erkennen en in het algemeen mensen accepteren, ondanks het
soms moeilijke en lastige gedrag van anderen. (aanvaarden van de aard
van de mens)
- Sociale actualisatie: ervoor zorgen en geloven dat de maatschappij zich op
een positieve manier ontwikkelt, geloven dat de maatschappij de
mogelijkheid heeft positief te groeien en geloven dat de maatschappij
mogelijkheden realiseert (het gevoel dat de maatschappij zich positief
ontwikkelt)
- Sociale bijdrage: gevoel dat je iets waardevols te geven hebt aan de
maatschappij en denken dat dagelijkse activiteiten gewaardeerd worden in
de gemeenschap. (het leveren van een bijdrage aan de maatschappij)
- Sociale coherentie (samenhang): een sociale wereld zien die te begrijpen,
logisch en voorspelbaar is, zorgen voor en geïnteresseerd zijn in de
samenleving en de omgeving. (begrijpen van de sociale wereld)
- Sociale integratie: je een deel voelen van een gemeenschap, geloven dat
je behoort bij, ondersteund wordt door en dingen deelt met de
gemeenschap. (het gevoel deel te zijn van de maatschappij)
, Flourishing: zich goed ontwikkelen, of goed presteren, tot bloei komen binnen een
optimaal bereik van het menselijk functioneren , een die goedheid,
generativiteit , groei en veerkracht impliceert. (goede geestelijke gezondheid)
Languishing: kwijnen , smachten, slepend, verslappen (slechte geestelijke
gezondheid)
De groep tussenin heeft een matige geestelijke gezondheid. Deze groep heeft de
beste werkproductiviteit, de minste fysieke problemen en het beste
psychologische functioneren.
Aspecten waarop ouderen verschillen van mensen van jongere leeftijd:
Ouderen ervaren minder positieve gevoelens, maar ongeveer evenveel negatieve
gevoelens. De gevoelsbalans bij ouderen is daarom iets negatiever als bij
jongeren. Ouderen ervaren ook meer autonomie en omgevingsbeheersing en
meer sociale acceptatie en integratie. Ze lijken dus meer grip te hebben op de
wereld en zich daarin meer op hun plaats te voelen. Op andere aspecten doen
ouderen het juist minder goed. Ze ervaren minder persoonlijke groei en
doelgerichtheid, sociale coherentie en sociale contributie. Deze resultaten laten
zien dat het voor hen moeilijker is een richting te vinden in het leven een bijdrage
te leveren aan de maatschappij. Mensen van verschillende leeftijden ervaren
ongeveer evenveel levenstevredenheid, zelfacceptatie en positieve relaties met
anderen. Op sommige aspecten scoren ze dus hoge en op anderen lager…. Als je
rekening houdt met een aantal levensomstandigheden waar ouderen slechter op
scoren dan jongeren, floreren ouderen zelfs het meest. Daarnaast is het van
belang om bij ouder worden altijd rekening te houden met zowel de
ontwikkelingen die een mens doormaakt als met hun achtergrond, de tijd waar ze
uit voortkomen.
Nu is bekend dat een betere gezondheid, hogere opleiding, een beter inkomen en
het hebben van een partner en een baan ook met welbevinden samenhangen.
Ouderen doen het op deze punten meestal minder goed dan jongeren.
Twee verklaringen waarom leeftijdsgroepen van elkaar verschillen:
- Ontwikkeling: ouderen waren vroeger net zo als jongeren nu, maar zijn als
gevolg van alles wat ze hebben meegemaakt in de loop van hun leven
veranderd. Door het naderende levenseinde en door een gebrek aan
zinvolle maatschappelijke rollen voor ouderen zouden zij bijv. gebrek aan
doelen, persoonlijke groei en maatschappelijke bijdrage kunnen ervaren.
- Cohorteffect: ouderen waren vroeger al anders dan jongeren nu en zijn ze
dat nog steeds. De tijd waarin de ouderen opgroeiden was heel anders dan
de tijd waarin de jongeren nu opgroeien. Toen de ouderen jong waren
kampte men met economische crisis en oorlog. Er was minder
mogelijkheid om je leven vorm te geven en ook op latere leeftijd zou er
daarom minder doelgerichtheid, persoonlijke groei en maatschappelijke
bijdrage kunnen ervaren.
Aanpassingsstrategieën:
* de Duitse psychologen Paul en Magret Baltes omschrijven het proces van ouder
worden als een proces van Selectie, Optimalisatie en Compensatie (soc-model).
Gedurende het hele leven moet je selecteren waar je de aandacht op richt en in
welke gebieden je jezelf wil ontwikkelen, omdat het levenseinde in zicht is en de
kans op verlies van vitaliteit en energie afneemt, waardoor niet alles meer te
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentjeee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.