Hoofdstuk 14: organisaties
Zes belangrijke verschillende benaderingen van de organisatietheorie:
1. Scientific management (1900):
Efficiency voorop: tijdsstudies, standaardisatie taken, specialisatie van taken, ook van
managers. Mens niet belangrijk, productie wel. Er zijn objectieve productienormen
Aannames:
De mens is een homo economicus.
Geld is voornaamste drijfveer werknemers (“Theory X”)
2. Algemene managementtheorie (1900)
Fayol’s managementtheorie verschilt van Taylor door de organisatie als geheel als
uitgangspunt te nemen. Het gaat over leiding geven van bovenaf. En niet om de
arbeiders
Richtlijnen van leiding geven:
1. Vooruitzien en plannen,
2. Organiseren
3. Eenheid van bevel
4. Coördineren
5. Controleren
3. Human relations-beweging (1930)
theorie die aandacht schonk aan de menselijke kant van arbeid en de factoren die
prestaties van werknemers beïnvloeden. Aandacht voor werknemers ging een
grotere rol spelen. Als mensen weten dat ze bestudeerd worden gaan ze harder
werken. Homo economicus wordt homo sociologicus.
4. Revisionisme (1960)
Een combinatie van de wetenschappelijke (sctf management, managementtheorie)
en de sociale stroming (human relations). Meer humanisering en democratisering
Samenvattend: geef medewerkers zeggenschap, voorzie ze in opleidingen en geef ze
de ruimte om werkzaamheden naar eigen inzicht in te vullen. Stel als management
wel duidelijke doelen en kaders.
- Linking-pin principe: managementstructuur waarbij de manager lid is van de hogere
én lagere managementlaag.
, 5. Systeemtheorie (nu)
Beschouwen van organisaties als open systemen die een wisselwerking met de omgeving
hebben. Aandacht op externe omgeving, zoals bijvoorbeeld klanten en leverancier.
6. Contigentiebenadering (nu)
De contigentiebenadering houdt in dat een organisatie een open systeem is en dat de
onderneming afhankelijk is van de omgeving waarin de organisatie opereert. De
onderneming staat dus niet op zichzelf
7.2
Organigram: overzicht van de organisatiestructuur
Lijnorganisatie
Voordelen: Nadelen:
Duidelijk en eenvoudig - snel bureaucratie( iets vergeten van informatie)
Taken duidelijk verdeeld - Afdelingen werken niet zo goed samen
Duidelijk wie de baas is - Specialisatie niet zo goed mogelijk
Beslissingen gaan snel - weinig flexibiliteit
Voordelen ten opzichte van lijnorganisatie:
Specialisten worden ingeschakeld
Samenwerking loopt beter
Managers hoeven minder veel verschillende taken te doen
Nadelen ten opzichte van lijnorganisatie:
Staf kijkt niet naar wat afdelingen echt nodig hebben
Staf krijgt teveel macht
Tussen de staf- en lijnafdelingen is te weinig contact
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller si2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.