Samenvatting van de balans, resultatatenrekening, liquiditeit en solvabiliteit, formules uitleg uit het boek basisboek bedrijfseconomie voorbeeldopgaven
Samenvatting Financieel management
Week 1 & 2
Een balans is een overzicht van je bezit en financiering van je bezit
(momentopname)
Activa = bezit
Debiteuren = ontvangt
Voorraden = dat wat je verkoopt
Bank en kas = Liquide middelen
Passiva = financiering van eigen vermogen en vreemd vermogen
Agio reserve = (winst) op aandelen
Alle reserves = zijn eigen vermogen
Tantiemes = uitkering aan je personeel
Rekening courant (credit) = betaalrekening
Belastingdienst = als eerst geld bij faillissement
Vermogensbehoefte = alle activa
Vermogensvoorziening = passiva
Hypotheek gever = geld nemer
Hypotheek nemer = geld gever
wat het langst aanwezig is zetten we bovenaan (vaste activa)
voorraden, debiteuren, bank en kas (vlottende activa)
Vaste activa: bewijzen gedurende langere tijd (meer dan een jaar) hun diensten
aan de onderneming. Bedrijfsgebouwen hebben een levensduur van tientallen
jaren, transportmiddelen gaan meestal tussen de vijf en tien jaar mee. Sommige
activa hebben een in principe onbeperkte levensduur, bijvoorbeeld
bedrijfsterrein.
Vlottende activa: ontstaan en gaan teniet binnen een jaar. De tijd die verstrijkt
tussen de inkoop en het verbruik van de voorraad zal meestal niet meer dan
enkele maanden beslaan. Onder de vlottende activa vallen ook de vorderingen
op afnemers aan wie al wel geleverd is, maar die nog niet betaald hebben.
(debiteuren)
De activa: dienen gefinancierd te worden; er verstrijkt tijd tussen het moment
van aanschaf van het productiemiddel en het moment dat- door de inzet ervan in
het bedrijfsproces- ontvangsten ontstaan uit hoofde van de verkoop van de door
de onderneming geproduceerde goederen of diensten. Bij vaste activa duurt dit
meerder jaren, bij de vlottende activa minder dan een jaar.
Financiering kan geschieden met eigen vermogen of vreemd vermogen(vvl
+vvk):
Eigen vermogen: is te beschikking gesteld door de eigenaren van de
onderneming. Het gaat dan bijvoorbeeld om spaargeld dat door een startende
ondernemer voor de zaak wordt gebruikt, of om stortingen door aandeelhouders
ter verkrijging van nieuwe aandelen in een nv of bv. (zie paragraaf 1.4)
Aangezien eigenvermogen ter beschikking wordt gesteld door eigenaren, zijn er
aan de verstrekking zeggenschapsrechten in de onderneming gekoppeld.
Kenmerkend voor eigenvermogen is dat het voor onbepaalde tijd ter beschikking
van de onderneming is gesteld; voor onbepaalde tijd’ wil niet zeggen dat eigen
vermogen terug betaald kan worden, maar dat er niet van tevoren afspraken zijn
, gemaakt over het moment van terugbetaling. Aangezien de grootte van de winst
afhankelijk is van allerlei onzekerheden die gepaard gaan met het opereren ‘in de
markt’ wordt eigenvermogen ook wel risicodragend vermogen genoemd.
Vreemd vermogen: is ter beschikking gesteld door schuldeisers. Er zijn dus geen
formele zeggenschapsrechten aan verbonden. Vreemd vermogen is tijdelijk
vermogen, in die zin dat er van tevoren afspraken zijn gemaakt over de
terugbetaling. Normaliter wordt op leningen een vaste rente vergoed,
onafhankelijk van het presenteren van de onderneming. Vandaar dat vreemd
vermogen ook wel wordt gekenschetst als risicomijdend vermogen; risicoloos is
het verstrekken van vreemd vermogen uiteraard nooit, want het kan zijn dat de
onderneming haar rente- en aflossingsverplichtingen niet nakomt. In geval van
faillissement worden de vreemd vermogensverschaffers in ieder geval voldaan
voordat de eigen vermogensverschaffers aan bod komen.
Resultaatrekening: Een overzicht van de veranderingen van eigenvermogen.
Zoals bezittingen/omzet/ontvangsten en kosten/de herkomst van
middelen/uitgaven van een bedrijf over een heel jaar/ op een gegeven moment/
op maandbasis.
- Gaat over omzet en kosten
- Gaat over rijker/armer worden
- Heeft niets te maken met betalen
- Kosten staat altijd op de resultatenrekening
Liquiditeitsoverzicht: Een overzicht van veranderingen van liquide middelen.
- Ontvangsten en uitgaven
- Niets te maken met rijker en armer worden
- Heeft alles te maken met betalen
Een investering: wel LO niet RR
Een afschrijving: wel RR niet LO
Een aflossing van een lening: wel LO niet RR
Een investering op krediet: niet LO niet RR
Afschrijvingen zijn waarde verminderingen van de vaste activa
Afschrijvingen betaal je niet, je wordt niet armer
IWO: inkoopwaarde van de omzet
(LO = liquiditeitsoverzicht)
(RR = resultatenrekening)
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller theboysvaninholland. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.