100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting HBO Verpleegkunde jaar 2 EBP RCT $5.93   Add to cart

Summary

Samenvatting HBO Verpleegkunde jaar 2 EBP RCT

2 reviews
 126 views  16 purchases
  • Course
  • Institution

De begrippen van EBP RCT op een rijtje gezet. Alle aantekeningen van de les en een samenvatting van de leerstof staan beschreven. Er staan voorbeelden bij. Alle stof voor de toets staat er in beschreven! Ik heb zelf met deze samenvatting een 8,4 gehaald!

Preview 2 out of 8  pages

  • February 3, 2022
  • 8
  • 2021/2022
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: evaverver • 10 months ago

review-writer-avatar

By: deborakroon • 10 months ago

avatar-seller
RCT
- Dichotome uitkomstmaten= een nominale variabele die slechts twee waarden kan
aannemen. Bijvoorbeeld: ja of nee, geslacht (man of vrouw) of een testresultaat (positief of
negatief).
- Continue uitkomstmaten: elke waarde binnen een bepaald continuüm is mogelijk (gewicht
uitgedrukt in aantal kg)
- Ordinale uitkomstmaten: er zijn enkele categorieën uitkomsten in logische rangorde (bijv.
“aangekomen” – “gelijk gebleven” – “afgevallen”)
- Nominale uitkomstmaten: er zijn enkele categorieën uitkomsten zonder logische volgorde
(bijv. geslacht of bloedgroep)
- Continu= aanhoudend
- Bias= vertekening in een steekproef, vertekening in het resultaat van een steekproef.
- Valide= de maten waarin de resultaten geldig zijn en overeenkomen met de werkelijkheid.
(randomisatie, blindering)
- Randomisatie= toewijzing door middel van randomisatie betekend dat iedere aan het
onderzoek deelnemende persoon evenveel kans heeft om in 1 van de onderzoeksgroepen
terecht te komen.
- Blindering= niet op de hoogte zijn van bepaalde aspecten van het onderzoek. Bij een RCT
moeten de effectbeoordelaars geblindeerd zijn. Anders is het onderzoek niet valide.
Patiënten en behandelaars kunnen vaak niet geblindeerd worden.
- RR= relatief risico (verhouding van 2 absolute risico’s)
- Puntschatting= hoe het effect zich uit
- Effectmaat= N, R, Min different, is een manier hoe je een resultaat uit
- ARD= absolute risk difference (de verhouding van het aantal keren dat iets voorvalt in een
groep en het totale aantal van die groep)
- Betrouwbaarheidsinterval= wordt gebruikt om aan te geven hoe zeker je bent van een
geschatte waarde.
- Statistisch significant= Uitspraak, op grond van statistische toetsing, over de kans dat de
experimentele interventie effectiever is dan de controle-interventie
- Allocation concealment= geblindeerde toewijzing, betekent dat degene die bepaald of
patiënten deelnemen aan het onderzoek niet weet in welke groep de volgende patiënt komt.
Arts en patiënt mogen voorafgaand aan het besluit om deel te nemen aan het onderzoek
niet weten of de patiënt de behandeling of de placebo krijgt. Dat zou de keuze om deel te
nemen (on)bewust kunnen beïnvloeden, wat kan leiden tot verschillen in de prognose van de
patiënten in de 2 te vergelijken groepen, doorwerkend in de uitkomsten van het onderzoek.
- Performance bias= treedt op wanneer de patiënten en behandelaars niet goed geblindeerd
zijn
- Detection bias= treedt op wanneer de effectbeoordelaars niet geblindeerd zijn en beïnvloed
kunnen worden.
- Ascertainment bias= treedt op als de resultaten of de conclusies van een RCT vertekend zijn
door de kennis over welke interventie elke onderzoeks- deelnemer krijgt of heeft gekregen.
Dat kan gebeuren bij het ontbreken van blindering, maar ook bij het doorbreken van
blindering.
- Interventie groep= deelnemers die bijvoorbeeld een geneesmiddel nemen. De effecten van
de interventie worden vergeleken met de controle groep
- Controle groep= groep die het geneesmiddel niet inneemt

, - Attrition bias= een systematische fout die kan optreden wanneer selectief personen uitvallen
of worden geëxcludeerd of uitvallen na randomisatie. Bijvoorbeeld het selectief uitvallen van
patiënten wegens ongewenste effecten (dropout), onvolledige gegevens of om onbekende
redenen (lost to follow-up)
- Loss to follow-up= personen van wie (om welke reden dan ook) aan het einde van het
onderzoek de te onderzoeken uitkomsten niet bekend zijn en voor wie men geen reden voor
uitval heeft kunnen registreren.
- Selectieve uitval= aantal personen die om welke reden dan ook een onderzoek verlaten voor
het einde ervan. De ene groep meet meer uitval dan de andere. Groepen zijn niet meer
vergelijkbaar, mag niet meer dan 20% verschil zijn.
- Intention to treat= analyseer alle mensen in de groepen waarin ze gerandomiseerd zijn en
vul alle missende data in, ook al is er niet aan de interventie gehouden.
- Generaliseerbaarheid= De mate waarin de resultaten die in de steekproef van een
onderzoek gevonden zijn ook gelden voor individuen die niet aan het onderzoek hebben
deelgenomen
- Selectie criteria= eisen waaraan de patiënten moeten voldoen om mee te doen met het
onderzoek
- Uitvoerbaarheid= is het mogelijk om de interventie daadwerkelijk uit te voeren
- Toepasbaarheid= De mate waarin een (effectief bevonden) interventie in de eigen praktijk
(en bij een specifieke patiënt) uitgevoerd kan worden



Randomisatie is belangrijk omdat:

- goede randomisatie zorgt ervoor dat de interventie- en de controlegroep met elkaar
vergelijkbaar zijn
- op bekende én onbekende variabelen
- zodat het aannemelijk is dat de interventie het enige verschil tussen beide groepen is,
- waardoor de verschillen in outcomes na afloop van de RCT ook alleen aan de interventie toe
te schrijven zijn.

Goede manieren om te randomiseren:

Via de computer:

- random sequence generation
- random number tables

Via ondoorzichtige (opaque) enveloppen

Als er wordt gerandomiseerd bijvoorbeeld op geboortedatum of op volgorde van binnenkomst is er
niet goed gerandomiseerd, omdat degene die de patiënten includeert kan voorzien in welke groep de
patiënt terecht komt.

Block randomisation: randomisatie wordt per blok van bijvoorbeeld 4 of 6 personen gedaan.

Voordelen zijn dat de groepen even groot worden, nadeel is dat het deels voorspelbaar wordt bij
kleine blokken

Cluster randomisation: Niet de individuen worden gerandomiseerd, maar (bijvoorbeeld)
ziekenhuisafdelingen, of huisartspraktijken. Er is dat bijvoorbeeld 1 hele afdeling die de controle
groep doet en 1 hele afdeling die de interventie krijgt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esmeehva. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.93  16x  sold
  • (2)
  Add to cart