Behandelt de meest belangrijke dingen van de onderwerpen: celschade, inflammatie, genetische afwijkingen, bloedstolling, trombose, atherosclerose, wondgenezing en oncologie.
Grotendeels gebaseerd op Rubin's Pathology en colleges van het Radboudumc.
Celschade en veroudering
Kan ontstaan door externe, interne (DNAschade, foute eiwitvouwing, mitochondriële lekkage) en
gebreksfactoren. ROS kan weglekken uit mitochondriën, detoxificatie door SOD/catalase/GPX. Veroudering is
cumulatieve DNAschade en daarom vooral in langzaam delende weefsels. OH· splitst bij lipiden H 2O af,
waardoor je een slechter lipide met een radicaal overhoudt (lipide peroxidatie). Bij eiwitten beschadigen S-
bruggen. Schade kan je wegnemen (detox/afweer) of herstellen (afbraak/DNArepair, cell cycle-spindle
checkpoint/de novo synthese). Myocytolyse: stukgaan hartspiercellen, vloeistofopname. Andere vormen van
schade:
Reversibel
Hydropische zwelling Verdunning, ion onbalans Hart
Steatose Accumulatie TG, storingen metabolisme Lever (algemeen: vervetting)
Blebbing
Irreversibel
Necrose Te weinig E, zwelling en lekkage, Ca2+ influx, Meestal coagulatie, Liquefactief is
celmetabolisme stopt, gevolgd door eiwitstukjes, Vet in borst/pancreas,
verlittekening, toxinen. I.t.t. tot apoptose wel Verkazend is korrelig en TBC,
ontsteking. Firbrinoïde is vaatwand,
Gangreen is massaal,
extremiteiten, met infectie
Apoptose Fragmentatie, fagocytose, receptoren P53 herkent DNA schade
Adaptie
Dysplasie (irr) Onregelmatige chaos Voorstadium kanker
Atrofie Afname omvang/functie, minder Spier
voeding/vraagstimuli (hormonen), persischade
Hypertrofie Toename, ook grote kern Hart
Hyperplasie Meer cellen (delingsvermogen) Prostaat
Metaplasie Differentiatieverandering Barret Slokdarm (reflux)
Stapeling Vet/ijzer/lipofuscine/calcificatie
Amyloïdose: extracellulaire eiwitophoping, B pleated sheet, door ontsteking/plasmacytomatumor
Cirrose: fibrose + regeneratie
Dystrofische verkalking: afzetting calciumzouten in beschadigd (necrotisch) weefsel
Metastatische verkalking: hypercalcemie door veranderd Ca-metabolisme (nierfalen/vit. C intoxicatie)
Meer gespecialiseerd weefsel heeft minder aanpassingscapaciteit.
Opties voor kern: karyolyse (oplossen door enzymen, necrose), karyorhexis (fragmentatie, apoptose) en
pyknose (verschrompelen, kleine donkere kern).
Eiwit ubiquinatie degradatie in proteasoom polypeptiden binden aan MHC presentatie als
lichaamsvreemd. Lipofuscine (minder vloeibaar, onregelmatig/niet delende cellen) kan lastig zijn voor
proteasoom.
DMT-1 (jejenum/duodenum) neemt ijzer en metalen op, ferroportine laat vrijkomen in bloedbaan, bindt dan
aan transferrine. 10-20% van geabsorbeerd ijzer wordt opgeslagen als hemosiderine ( 3++ferritine). 3+2+ door
ferric reductase/CytB voor opname, na opname weer 3+. Organisch ‘heem-ijzer’ wordt beter opgenomen,
citraat en vit. C verhogen de absorptie. Na accumulatie wordt meestal extra opslag geblokkeerd door de
mucosacellen. Lever vol + hepcidine (bindt en promoot degradatie) - ferroportine. Testjes zijn serum
ijzergehalte, transferrine saturatie, leverbiopt en evt serum ferritine gehalte (is ook een acute fase eiwit).
Saturatienorm ong. 20-45%, vrouw 2 g, man 6g. Fentonreactie: Fe 2+ (uit Fe3++OH·) met H2O2 levert OH·, is dus
gevaarlijk.
, Hemochromatose: autosomaal recessief, mutatie op HFEgen (ch6, C282Y/H63A): HFEeiwit bindt slecht aan
transferrinereceptor en kan zo de affiniteit niet verlagen, zorgt ook voor minder hepcidine. Accumulatie 0,5-1
g/jaar, symptomen na 20g. Cirrose, hartfalen, pigmentatie, diabetes.
Na hepatectomie: LPS uit darmflora in bloed Kupffercel IL-6 en TNFa delende hepatocyt, geen
nieuwvorming lobulaire structuren. Stimulering hepcidine: TfR2, hemojuveline, HFE, IL-6. Proximale tubulus
degradeert het, bij nierfalen dus teveel hepcidine.
Ontsteking
Lokale reactie van microcirculatie op weefselschade, om te lokaliseren en elimineren. Rubor en calor
(hyperaemie pre), tumor (oedeem) en dolor (oedeem/nociceptor stimulatie door bradykinine/serotonine,
gevoeliger door prostaglandine). Weefselmacrofagen en mestcellen (mechanisch/thermisch/allergeen)
initiëren ontsteking en maken de mediatoren: vasoactieve permeabel (post), dilatatie, lekkage
hyperaemie/oedeem, chemotactische leiden leukocyten naar ontsteking door gradiënt infiltraat. Stoffen
uit bloedbaan worden pas actief na lekraken vat. Amplificatie. Acute ontsteking geeft weefselschade:
lipidenperoxidatie, DNA schade, S-H eiwitoxidatie, degradatie ECM.
Exsudaatvorming door permeabele vaatwand en verhoogde hydrostatische en oncotische druk (bijv.
fibrinopeptiden), functies zijn verdunning, lokalisatie (fibrine) en amplificatie (de in exsudaat aanwezige
plasma-eiwitten/antilichamen worden chemische mediatoren die ook fagocytose bevorderen en micro-
organismen doden). Daarna volgt het infiltraat (bloedvat eerst nog permeabeler/wijder): marginatie
(selectines, rolling) - adherentie (integrines, endotheelkleven) - transmigratie (proteasen uit leukocyten
interstitium in) - chemotaxis (beweging door gradiënt). Fagocytose: herkenning/opsonisatie (coaten,
C3b-IgG/Fc-IgM receptoren) - internalisatie (endocytose, fagosoom ) - digestie (fagolysosoom, afbraak door
ROS en lysosomale enzymen). Indien digestie mislukt
granulomateuze ontsteking (zie verder).
Complementsysteem: door plasmine, chemotaxis, vaso, gaten in
celmembranen, permeabel, trekt neutrofielen/macrofagen aan,
doodt via MAC, ionkanalen, en fagocytose. Kininesysteem:
Bradykinine, dilatatie/permeabiliteit. Fibrinolytisch: afbraak fibrine
door plasmine, peptiden vaso/chemo. Stollingssysteem:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mastermaster. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.00. You're not tied to anything after your purchase.