Groepsdynamica
1 Groepen en teams
1.1 Inleiding
Groep:
Gebruiken we dagelijks bv. Karel zit in klasgroep B12, Emilie zit in een voetbalgroep, Ineke zit in
een scoutsgroep
Iedereen behoort op elk moment in zijn leven tot verschillende groepen (verandert gedurende je
leven) bv. als student behoor je tot een klasgroep maar na je studies behoor je plots tot een
team
1.2 Wat is een groep?
Losse verzameling:
Verschillende individuen
Op hetzelfde moment
Vormen geen eenheid en geen interactie
Groepen:
Overal
Invloed op individuen
Positief als negatief
Hoge cohesie (samenhang)
Goede teamgeest en sterk wij-gevoel
Drie factoren cohesie:
Druk van buitenaf bv. in een oorlogssituatie meer nationalisme
Taak succesvol afronden bv. tv-programma zorgt in één week voor hechte groepen
Moeilijk verkregen mandaat bv. veel mensen willen tot groepjes BV’s behoren
Kenmerken van een groep:
Een groep is een verzameling mensen die gezamenlijk een bepaald doel willen bereiken (doel)
Een groep is een verzameling individuen die op een bepaalde manier van elkaar afhankelijk zijn
(afhankelijkheid)
Een groep is een verzameling individuen die directe contacten met elkaar onderhouden
(interactie)
Een groep is een sociale eenheid die uit twee of meer personen bestaat die zichzelf als lid van
een groep beschouwen (sociale eenheid)
Een groep is een verzameling individuen die elkaar beïnvloeden (wederzijdse beïnvloeding)
Conclusie:
Niet alle ‘groepen’ zijn een groep, soms is dit een menigte of een verzameling van mensen bv.
festivalgangers zijn gewoon losse individuen
Cliëntengroep of een begeleidingsgroep = een groep cliënten die je begeleidt
o Een leefgroep in een residentiële voorziening
o Een groep dagbesteding in een woonzorgcentrum
o Een dagcentrum
o Cliënten die samenleven zoals een groep kinderen op een internaat
o Een groep asielzoekers in een asielcentrum
,1.3 Wat is een team?
Team = twee of meer leden die in onderlinge afhankelijkheid en door onderling overleg de uit te
voeren taken verdelen en coördineren, met het oog op, of in functie van een gezamenlijk doel,
binnen een breder organisatorisch verband
Kenmerken van een team:
Twee of meer leden
Vervullen van een taak
o Taken moeten verdeeld worden
o Functionele samenwerkingsrelatie
Het gezamenlijk doel
o Samenwerking is geen doel maar een middel om het doel te bekomen
o Doel = welzijn van de cliënt
Het organisatorisch verband
o Team en organisatie beïnvloeden mekaar wederzijds
Een team heeft gedeelde normen en waarden
1.4 Wat is groepsdynamica?
Groepsdynamica = een wetenschappelijk onderzoek domein dat zich richt op het vermeerderen van
inzicht in het functioneren van groepen
Binnen groepsdynamica kijkt men naar:
Het gedrag van groepsleden binnen groepen
De ontwikkeling van groepen
De interacties tussen groepsleden, andere groepen en organisaties
De structuur van groepen
Als je een groep cliënten begeleidt zijn er drie actoren waar je rekening mee moet houden:
De groep: wie is je doelgroep? Wat is hun leeftijd? Wat zijn hun mogelijkheden? Welke
ondersteuningsnoden hebben ze? Hoe zijn de onderlinge verhoudingen in de groep? Welke
waarden/normen leven er in de groep?...
Je team met de verschillende rollen die er in je team zijn, de verschillende persoonlijkheden, de
mate van werkervaring, de stijl van communiceren,…
Jezelf: je kennis en vaardigheden om in te spelen op een groepsdynamiek, met je waarden en
normen die je gedrag sturen, en met je eigen voorkeurstijlen op vlak van communicatie en
begeleiding
Bij het begeleiden van een groep moet je steeds rekening houden dat elke groep tegelijkertijd op
twee niveaus functioneert:
Het taakniveau: verwijst naar de inhoud (de activiteiten, spelvormen en opdrachten binnen een
groep)
Het sociaal-emotioneel niveau: verwijst naar de verbondenheid tussen de groepsleden
Structureel niveau = verwijst naar het organiseren van de werking
Relationeel niveau = verwijst naar de wijze waarop men met elkaar omgaat tijdens het
groepsgebeuren
,2 Groepsontwikkeling volgens Tuckman
Tuckman stelt dat groepen zich in elke fase met andere thema’s bezighouden en dat dit het
gedrag van de groep beïnvloedt
, Fase 1: Forming = de vorming van de groep
Leden kennen elkaar nog niet
Onwennig, angst, onzekerheid
Veel aandacht naar begeleider: Omdat er nog geen onderlinge verbondenheid of intimiteit is, is
de aandacht vooral gericht op de centrale persoon: de groeps- of teamleider. Dit is de fase
waarin de teamleider zijn rol als leider neerzet. In deze fase is het cruciaal dat hij de autoriteit
uitstraalt die de leden van hem verwachten
Duidelijk leiderschap is nodig
“Hoe kan ik bij de groep horen en toch mezelf blijven?” = elkaar aftasten of uitproberen. Wat
voor vlees zit er in de kuip? En hoe moeten we ons gedragen?
Wat is de opdracht? Wat gaan we hier doen? Wat is ons doel? Heb ik iets aan die groep? Fase 1 is
voltooid als leden zichzelf zien als onderdeel van de groep.
Fase 1 is voltooid als leden zichzelf zien als onderdeel van de groep
Fase 2: Storming = de eerste ‘gevechten’
Rollen worden duidelijk gemaakt
In deze tweede fase moet de groep een aantal beslissingen nemen; de verschillende rollen en
functies moeten afgebakend worden. Onvermijdelijk treden dan onenigheden aan het daglicht
("Wie is hier nu de baas?"). Wanneer ze niet van in het begin worden uitgesproken, duiken ze
later telkens opnieuw op
Er zijn irritaties en conflicten
Men komt op voor zijn eigen belangen.
o Het 'ik'-gevoel is in deze fase veel sterker aanwezig dan het 'wij'-gevoel. Dat leidt soms
tot openlijke conflicten en meningsverschillen
o Coalitievorming in de groep om bepaalde opvattingen en belangen te verdedigen
o Opdoemen van conflicten tussen personen en coalities
o Grenzen uittesten (hoever kan ik gaan, welke invloed kan ik zelf uitoefenen, invloed op
groepsdoelen , op interactiepatronen
o Zich verzetten tegen invloed van groep, tegen uitvoeren van taken en/of leiderschap
Einde van fase 3: er bestaat een (in)-formele hiërarchie
Fase 3: Norming = groepsintegratie
Men maakt duidelijke afspraken en men denkt na over hoe men effectief kan werken
Er worden ook procedures opgesteld om met deviant gedrag om te gaan
Groepsbinding komt op gang: de betrokkenheid neemt toe want de teamleden zien in dat ze
elkaar nodig hebben om het doel te bereiken
Het werk op zich wordt vlot afgehandeld
Het gevaar van groepsdenken treedt op: loyaliteit wordt een belangrijke groepsnorm; men
neemt een voldane houding aan
De leden beschouwen zichzelf als een groep
Er ontstaat een 'wij-gevoel'
Fase 3 is voltooid als de groep duidelijke normen vastlegt en er een cohesie in de groep
aanwezig is
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daphnevanpamel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.