100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Basisboek Bedrijfseconomie, H1, H2, H3, H4, H6, H7, H8, H9. $6.91
Add to cart

Summary

Samenvatting Basisboek Bedrijfseconomie, H1, H2, H3, H4, H6, H7, H8, H9.

 0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek 'Basisboek Bedrijfseconomie' H1, H2, H3, H4, H6, H7, H8, H9.

Preview 3 out of 23  pages

  • No
  • H1, h2, h3, h4, h6, h7, h8, h9
  • February 3, 2022
  • 23
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
1.1
Micro-economie -> behoort o.a. de theorie van de marktvormen: hoe komt de prijsvorming
op een bepaalde markt tot stand?
Macro-economie -> houdt zich bezig met economische problemen van de maatschappij als
geheel.
Bedrijfseconomie -> richt zich op het economisch handelen binnen de productieorganisaties.

Een productieorganisatie, een samenwerkingsverband van de productiefactoren arbeid en
kapitaal, opereert tussen twee markten:
1. Op de verkoopmarkt worden de productiemiddelen verkregen
2. Op de verkoopmarkt worden de geproduceerde goederen of diensten verkocht

Het winstcijfer is het saldo van de omzet en de kosten.

1.2
Onder non-profitorganisaties kan onderscheid worden gemaakt tussen:
- De overheidssector (public sector): levert vooral collectieve goederen en diensten
- Particuliere non-profitinstellingen: vormen een rijke schakering aan organisaties.
Organisaties in non-profitsector verschillen in de volgende opzichten van ondernemingen:
- Non-profitorganisaties hebben als doel om bepaalde voorzieningen tot stand te
brengen.
- Non-profitorganisaties kunnen normaliter niet voortbestaan door zakelijke
marktransacties uit te voeren, en zijn dus economisch niet zelfstandig.
- De beoordeling van de effectiviteit is bij non-profitinstellingen veel moeilijker dan bij
ondernemingen.

1.3
We kunnen een globale indeling van bedrijven maken naar de aard van het
omzettingsproces:
- Land- en mijnbouw: typerend voor deze onderneming is dat ze gebruik maken van de
‘rijkdommen van de natuur’.
- Industrie: industriële onderneming creëren een fysiek, tastbaar product, dat voor de
productie in die vorm nog niet bestond.
- Handel: handelsondernemingen produceren geen nieuwe producten
- Dienstverlening: ondernemingen die zich bezighouden met dienstverlening,
verrichten prestaties voor hun kanten zonder dat zij een nieuw concreet goed
vervaardigen.

1.4
Een onderneming heeft een rechtsvorm. Door de keuze van de rechtsvorm wordt vastgelegd
hoe de juridisch relaties binnen de onderneming en tussen de onderneming en de
buitenwereld in elkaar zitten.
Onderneming -> rechtspersoon, wordt zij zelf als partij beschouwd in de juridische
overeenkomsten die het zakendoen met zich meebrengt.
Onderneming -> zonder rechtspersoonlijkheid en eigendom is van een persoon is een
eenmanszaak

,Onderneming -> meerdere eigenaren zonder sprake van rechtspersoonlijkheid, is er een
vennootschap onder firma of een maatschap.

Consequenties van verschillende rechtsvormen:
- Eenmanszaak: ondernemingsvorm waarbij leiding en eigendom berusten bij 1
persoon. In een eenmanszaak kunnen meerdere personen werkzaam zijn, maar die
anderen zijn dan personeelsleden.
- Vennootschap onder firma en maatschap: als twee of meer personen besluiten om
samen een onderneming te gaan exploiteren, dan heeft die de rechtsvorm
vennootschap onder firma of maatschap.
- Kapitaalvennootschap: kan de vorm aannemen van een besloten vennootschap met
beperkte aansprakelijkheid of een naamloze vennootschap; dit zijn rechtspersonen.

Geenschappelijke kenmerken:
• Vermogen is verdeeld in aandelen
• Dagelijkse leiding in de hanen van de directie
• Ze betalen vennootschapsbetaling over de ondernemingswinst

Hoofdsystemen met betrekking tot de vennootschapsbelasting:
• Klassieke systeem: de onderneming betaalt de vennootschapsbelasting over
uitgekeerd dividend.
• Verzekeringssysteem: wordt de door de onderneming betaalde
vennootschapsbelasting beschouwd als een voorheffing namens de aandeelhouders.

Drie belangrijke verschilpunten tussen beide kapitaalvennootschapsvormen:
1. Bv’s kennen alleen aandelen op naam
2. In de statuten van een bv kan een blokkeringsclausule worden opgenomen
3. Voor de oprichting van een nv is een minimum beginkapitaal van 45.000 vereist
- Coöperatie: een coöperatie oefent een bedrijf uit ten behoeve van haar leden. De
aard van zakendoen kan verschillend zijn:
1. Bij een productiecoöperatie zijn de leden leverancier van grondstoffen voor het
productieproces.
2. Bij een inkoopcoöperatie nemen de leden producten van de coöperatie af
3. Bij coöperatieve bank lenen de leden geld aan en van de bank

1.5
Omzetbelasting: belasting geheven van ondernemers over de verkoopopbrengst; wordt
doorberekend aan de afnemer. Ondernemers kunnen de aan hen doorberekende belasting
terugvorderen.

Bijzondere situaties in de omzetbelasting:
- Vrijstelling, heeft twee gevolgen
1. De ondernemer is over de betreffende levering of dienst heeft omzetbelasting
verschuldigd.
2. De ondernemer kan de aan hem door leveranciers doorberekende
omzetbelasting niet terugvorderen

, - Export
Over goederen die vanuit NL verkocht worden naar het buitenland is NL geen
omzetbelasting verschuldigd, maar wel in het bestemmingsland.

1.6
Ondernemingen kunnen in meerdere of minderen mate gaan samenwerken met andere
ondernemingen. Vormen van samenwerking:
- Fusie en overname, overname wordt normaliter gerealiseerd doordat een
onderneming de aandelen van een ander bedrijf opkoopt. De term fusie wordt
gebruikt in de situatie dat er geen sprake is van een overname.
- Franchising, de formule waarbij een zelfstandig ondernemer zich aansluit bij een
keten en daardoor gebruikmaakt van bepaalde faciliteiten. Een franchisenemer runt
zijn bedrijf als zelfstandig ondernemer, maar treedt naar buiten toe als filiaalhouder
van een grotere keten.
- Kartelvorming, worden zelfstandige producenten afgesproken, die de vrije
concurrentie beperken.

2.1
Het vakgebied ondernemingsfinanciering houdt zich bezig met de vraag hoe de
productiemiddelen van de onderneming gefinancierd dienen te worden, maar ook met de
vraag in welke productiemiddelen het beste geïnvesteerd kan worden.
Een onderneming investeert in productiemiddelen om daarmee, door het
transformatieproces, waarde te creëren.
Bij het maken van een keuze welk alternatief voor een investering wordt genomen, zal er
een schatting gemaakt worden van de extra omzet die uit de investering voortvloeit van de
bedragen die als lopende bedrijfskosten gedurende de looptijd van het project voldaan
moeten worden.
Als een keuze gemaakt is, ten aan zien van de te verrichten investering, dient de bijpassende
financiering gezocht te worden.
Het vakgebied accounting houdt zich bezig met het verschaffen van informatie betreffende
de onderneming. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen:
- Management accounting: betreft de informatieverschaffing aan de
ondernemingsleiding.
- Financial accounting: is de externe verslaggeving, de informatieverstrekking door de
ondernemingsleiding aan de andere belanghebbenden bij de onderneming.

2.2
Bij kleine organisaties kan het zijn dat er een financiële verantwoordelijke is, die alle
werkzaamheden verricht die bedrijfseconomisch van karakter zijn.
Bij grotere organisaties vindt er een bepaalde mate van specialisatie op bedrijfseconomisch
gebied plaats:
- Administrateur: houdt zich bezig met de boekhoudkundige verwerkingen van aan-
en verkopen, salarissen, afschrijvingen etc.
- Interne accountant: controleert of het boekhoudkundig systeem naar behoren
functioneert.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eva62. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.91. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

68175 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.91
  • (0)
Add to cart
Added