Hoorcolleges 1-2-3-4-5-7-8
Werkcolleges 1-2-3-4-5-8
Week 6 en 7 is er geen WC gegeven
Hoorcollege 6 heb ik niet getypt
Hoorcollege 5 heb ik alleen eerste helft getypt
Verder is het volledig netjes en overzichtelijk
Week 1 Aanvragen en gronden van faillissement (procedure en rechtsmiddelen);
Gevolgen van het faillissement (goederenrechtelijke gevolgen, derdenbescherming,
lopende procedures);
Surseance van betaling (summier);
Insolventieverordening, alleen hoofdbeginsel.
Week 2 Schuldeisers en zekerheden;
Boedelschulden, preferente schuldeisers, stil pandrecht op zaken en vorderingen,
pandlijsten, executie, bodemvoorrecht, bodemverhuurconstructie, retentierecht,
voorrechten, reclamerecht en eigendomsvoorbehoud.
Week 8 Algemeen thema: de kredietovereenkomst & het goederenrecht.
Belang van zekerheden i.v.m. kredietfinanciering;
De Loan Market Association, de rol en betekenis;
Parallel debt constructie (Nederlands recht);
Trust (buitenlands recht);
Bankhypotheek/bankpandrecht;
Overwaardearrangement.
, Hoorcollege 3 Breederveld Dinsdag 14 april 2015
(Eerste paar minuten gemist..)
We hadden de leverancier die onder eigendomsvoorbehoud heeft geleverd. Dan heb je het recht om het
goed op te eisen indien nog niet is betaald. Dat is een belangrijke zekerheid van de leverancier. Dat kan
toch weer doorkruist worden doordat er een periode is waarin opeisen toch niet kan plaatsvinden omdat er
sprake is van een afkoelingsperiode. ( artikel 63a Faillisementswet)
Nog een ander voorbeeld: de bank heeft een pandrecht op een aantal vrachtauto’s. De bank is niet betaald.
De bank wil van zijn pandrecht gebruik maken. Kan de bank dat doen als er sprake is van een
afkoelingsperiode? Nee. Want het uitoefenen van dat recht is ontzegt, ten minste voor een periode van 2
maanden. Tenzij met machtiging van de rechter-commissaris. Dan moet je eerst naar de rechter-
commissaris toe als pandhouder. De pandhouder moet zeggen dat hij een belang heeft bij het opeisen van
goederen als pandhouder en dat belang weegt niet op tegen het belang van de curator om de
afkoelingsperiode is stand te houden en hij moet vragen om de machtiging om toch zijn recht uit te
kunnen oefenen. Zonder machtiging kan je dus niet daarover beschikken en hoeft de curator dat ook niet
toe te staan.
Laatste voorbeeld: er zijn ongelofelijk veel zaken die in lease gegeven worden. Dus dat er een
leasecontract is en dat er maandelijks moet worden betaald. De eigenaar is de leasemaatschappij. Dat
betekent dat als er sprake is van een afkoelingsperiode, dat je niet je goed kan opeisen omdat de betaling
achterwege blijft van het leasecontract. De zaak blijft in de boedel voor ten minste 2 maanden tenzij je
naar de rechter-commissaris gaat.
Kortom, als we kijken naar het goederenrecht in relatie tot het faillissementsrecht. Een beperking van het
recht tot revindicatie. Waar is dat voor bedoelt? Waar richt de afkoelingsperiode zich op? Inbreuk van het
recht van de schuldeiser (rechthebbende tot verhaal) en revindicatie. Dat is dus de grondslag daarvan. Het
is dus een inbreuk op het goederenrecht.
Wat is het doel daarvan? Vlak voor het faillissement komen er allerlei schuldeisers hun spullen ophalen.
Voor het faillissement kun je er eigenlijk niks aan doen want als je eigenaar bent kun je dat revindiceren,
verhaalsbeslag leggen (dus gewoon terug krijgen) maar dat belemmert vaak de voortzetting van de
onderneming. De curator moet eerst, om te kunnen inventariseren, kunnen nakijken wat er allemaal
aanwezig is en wat voor mogelijkheden er zijn om de onderneming eventueel te verkopen.
Ik had u eerder vertelt dat een belangrijke machine die geleaset was voor het bedrijf en dat die machine
vlak voor het faillissement weggehaald werd en het bedrijf eigenlijk niets meer waard was. Zo een
afkoelingsperiode is er voor bedoelt dat alles even in stand blijft, wat zich allemaal in de boedel van het
faillissement bevindt. Zodat de curator kan bekijken wat voor onderdelen het bedrijf heeft, de curator
moet de mogelijkheid kunnen krijgen om alles in zijn totaliteit te kunnen verkopen. En om in zijn
totaliteit verkopen betekent ook dat je dan beschikt over andermans goederen.
De leasemachine is geen eigendom van de boedel, in goederenrechtelijk opzicht heeft de curator daar
niets over te zeggen maar die leasemachine kan uitermate belangrijk zijn voor het productieproces. Dus
dat kan betekenen dat de curator die leasemachine mee wil betrekken bij de totale deal bij een eventuele
overneming. Dan ga je de leasemaatschappij spreken en de eventuele koper en daar een oplossing in
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller advocaat. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.65. You're not tied to anything after your purchase.