Volledige samenvatting van psychologie en psychomotoriek (LA fase 2) 21-22
46 views 7 purchases
Course
Psychologie en psychomotoriek
Institution
Thomas More Hogeschool (tmhs)
Dit is een uitgebreide samenvatting van psychologie en psychomotoriek. De powerpoints en de hoorcolleges werden geïntegreerd in één document. Vele dingen worden geïllustreerd met afbeeldingen of voorbeelden uit de les (of andere voorbeelden die het extra duidelijk maken) zodat je het beter kan ...
Hoofdstuk 1: psychologie
Definities
Menselijke geest:
Splitsen we op in gedachten, gevoelens en gedrag. De
gedachten veroorzaken de gevoelens (vb. joepie studeren ->
blij gevoel). Later bepalen de gedachten dan ook je gedrag (-
> goed studeren).
Psychologie:
De wetenschappelijke studie naar hoe de menselijke geest werkt (individu!) en hoe deze gedrag
beïnvloedt.
Psychologie is een wetenschap
Een wetenschappelijke methode stelt drie eisen:
- Controleerbaar: de methode moet duidelijk beschreven worden zodat anderen
kunnen controleren
- Herhaalbaar: het moet kunnen overgedaan worden -> zelfde resultaten!
- Testbaar: de hypothese moet zo geformuleerd worden dat ze kan getest worden (->
zodanig dat men instrument kan kiezen, een set -> niet mogelijk bij te algemeen)
Korte geschiedenis van de psychologie
Doorheen de eeuwen hebben mensen verklaringen gezocht voor het gedrag, gevoelens en
denken van henzelf en anderen (bevolking, filosofen, religieuzen…).
De psychologie als studie vd menselijke geest en gedrag is oud (van in 390 v.Chr.), maar de
psychologie als wetenschappelijke studie is jong:
Denk aan de studie van: de gevoelswereld door Freud, de cognitieve ontwikkeling van het kind
door Piaget en van het gedrag door Skinner.
De positieve invloed van de psychologie:
Het heeft een positieve invloed op veel gebieden van het leven. Vb: waarneming van
verkeerssituaties, motiveren tot veilig gedrag (vb. borden voor niet op gsm te kijken: tik tik dood) ,
preventie/behandeling van psychische en lichamelijke aandoeningen (vb. als je je focust op pijn ->
nog erger), winkelen (vb. goedkope producten onderaan -> slim want mensen bukken zich niet graag & dure
producten vooraan in winkel -> slim want dan nog veel geld)…
Enkele soorten psychologie: specialisaties
Cognitieve psychologie:
Is de wetenschappelijke studie van mentale processen zoals taal, aandacht, geheugen,
waarneming en denken. Cognitieve processen stellen ons in staat om de wereld rondom en
onszelf te ervaren (vb. bekende gezichten herkennen, emoties ervaren en ze ons te herinneren, problemen
oplossen).
,Ontwikkelingspsychologie:
De studie van de normale ontwikkeling van de mens over het leven van pasgeborene tot
oudere op het vlak van de taal, psychomotoriek, het denken, geweten en emoties.
Nuttig om: afwijkingen te detecteren waardoor tijdig kan ingegrepen worden -> zo de
achterstand beperken + de beperking in dagelijks functioneren zo klein mogelijk te houden.
Sociale psychologie:
De studie van het gedrag van mensen in interactie met anderen, en dus de individuele mens
als sociaal wezen! Ze verschilt van de sociologie die het gedrag van groepen bestudeert.
Klinische psychologie:
Ze bestudeert het voelen/denken/gedrag van mensen die in een bepaalde periode van hun
leven afwijken in bepaalde aspecten van hun voelen/denken/gedrag. Ze is gericht op de
“kliniek” en vindt dus toepassingen in de preventie en behandeling van aandoeningen zoals
depressie, ADHD…
De sport en prestatie psychologie:
De focus ligt op presteren, zowel bij het beoefenen van sport als in het dagelijks leven.
Pseudopsychologie
Psychologie (EEN wetenschap) is gekenmerkt door:
- Gebruik van de rede en logica
- De systematische wijze waarop kennis wordt opgebouwd
- De empirische toetsing van veronderstellingen
- Falsifiëren: weerleggen van veronderstellingen adhv bewijs
- Het inzicht dat correlatie geen causaliteit is (samenhang ≠ oorzakelijk verband – ‘ik krijg bruine
huid en mijn gras wordt rot’ heeft een grote correlatie -> dit is geen oorzakelijk verband, maar er is wel
een correlatie. De derde factor die hier speelt en zorgt voor causaliteit is de zon. Dus het een is niet
altijd de oorzaak van het ander!)
- Herhaalbaarheid (vb. bij peer-review = kijken bij anderen voor je zelf gaat nadoen)
- Extreem bewijs!
- Occam’s scheermes: ga voor de simpelste verklaring
Pseudopsychologie (GEEN wetenschap):
Niet onderbouwde psychologische aannamen die zich wel als waarheid voordoen (=buikgevoel).
➔ Astrologie en horoscopen: verzamelnaam voor ideeën over het verband tussen het lot
van mensen en gebeurtenissen op aarde en de stand van de hemellichamen.
➔ Waarzeggerij: is de poging om inzicht te krijgen in een vraag/situatie dmv een ritueel
➔ Grafologie: is de studie van handschriften in relatie tot de menselijke psychologie.
➔ Homeopathie en acupuntuur: geen bewijs van een positieve werking.
➔ Exorcisme/duiveluitbanning: is een bezwering gericht tegen slechte geesten, met de
bedoeling deze uit een voorwerp/lichaam/plaats te verdrijven.
,Waarom is pseudowetenschap populair?
- Mensen willen orde creëren uit chaos: mensen willen de wereld begrijpen en
controleren - dit beschermt tegen angst.
- Apophenia: spontane waarneming van verbanden bij niet-verwante fenomenen (vb.
reeks zoeken in getrokken lotto cijfers)
- Pareidolia: betekenisvolle waarnemingen zien in betekenisloze stimuli
- Motivatie tot geloven
Welke denkfouten worden hierbij gemaakt? (fallacy = misvatting)
- Emotional reasoning fallacy: je door je gevoelens laten leiden voor het evalueren van
een bewering (‘het zou toch erg zijn dat’, ‘ik kan niet geloven dat’)
- Bandwagon fallacy: omdat veel mensen het geloven, geloof je dat het waar moet zijn
De 5 kritische vragen bij nieuwe ideeën: (examenvraag!)
1. Wat is de bron? (Heeft de pers kennis? Is de bron deskundig in vakgebied? Heeft de pers iets te
winnen? -> vb. een nieuw pilletje dat je zou helpen afvallen)
2. Is de bewering redelijk of extreem? (let op voor beweringen die zich voordoen als ‘doorbraak’ -
marketing of wetenschap? (wilt die persoon mij niet eerder iets verkopen?))
3. Wat is het bewijsmateriaal? (kijk goed: hoe verzamelt, uitgewerkt, beschreven)
4. Wordt de conclusie door een vooroordeel beïnvloed?
o Emotionele bias: de neiging om oordelen te vellen gebaseerd op gevoelens ipv
op bewijsmateriaal
o Conformation bias: de neiging om info die niet bij je opvatting aansluit te negeren
of bekritiseren en info te zoeken waar je het wel mee eens bent
5. Worden er denkfouten gemaakt? (generaliseren, zwart-witdenken, magisch denken (los v logica))
Kenmerken van pseudowetenschappelijke therapie: (examenvraag!)
- Verklaringen achteraf bij negatieve resultaten (‘maar dat komt door’)
- Afwezigheid van zelfkritiek en zelfcorrectie
- Geen peer-review: het ontwijken vh herzien v gebruikte methoden door anderen
- Ze zoeken naar bevestiging v hypotheses ipv deze te weerleggen
- Weinig samenhang met andere disciplines
- Te veel vertrouwen in uitkomsten van gevalstudies
- Gebruik van onduidelijk en onnodig technisch taalgebruik
- Afwezigheid van grenscondities (uitspraken lijken altijd geldig)
- Negatieve resultaten kunnen enkel adhv aannames verklaard worden
Gevaren van pseudowetenschappelijke therapie:
- Directe schade (iemand ondergaat iets wat niet goed is voor hem -> vb. te veel knuffels)
- Opportunity cost: iets geven dat niet werkt en hiermee iets ontzeggen dat wel werkt
Voorbeelden examenvragen (examenvragen zijn steeds open vragen!)
1. Leg uit wat men bedoelt met “correlatie is geen causaliteit”. Illustreer ook met jouw eigen voorbeeld.
2. Welke vijf kritische vragen dient men zich te stellen wanneer men met nieuwe ideeën geconfronteerd wordt?
, Hoofdstuk 2: bewustzijn
Inleiding
Historisch – Freud (19de eeuw):
Hij was de grondlegger van de psychoanalyse. Hij gaf aandacht aan wat de patiënt
vertelde en ging de psyche/geest analyseren. Hij zag het menselijk bewustzijn als
het topje van de ijsberg. Maar er zit ook een deel onder – onderscheid in:
voorbewust (dingen die we makkelijk kunnen activeren: eerste kus, hoofdstad Eurpoa) en
onbewuste (kan tot bewuste getild worden tijdens therapie). Bij hem gaat het om
emotionele factoren.
Cognitieve psychologie stelt:
- Bewustzijn en aandacht zijn twee verschillende zaken:
• Niet-aandachtig & onbewust: zombie-gedrag
• Niet-aandachtig & bewust: pop-out (je ziet direct rode blok ->)
• Aandachtig & onbewust: inattentional blindness
(=je bent zo druk bezig dat je u niet bewust wordt van dingen die
toch goed zichtbaar zijn -> zo druk praten en bordje ‘puurs’ zien
maar niet bewust worden van moeten afstappen)
• Aandachtig & bewust: werkgeheugen
- Nadruk op niveaus van bewustzijn: bewuste, voorbewuste, onbewuste (cognitieve
psychologie: automatische processen – bij Freud: processen waar je je niet bewust van bent énkel dmv
therapie), niet-bewuste (fysiologische processen in hersenen).
Wat is bewustzijn?
Bewustzijn: is wat het is om iets te voelen.
Meten van bewustzijn
Gedragsmatig
Belangrijkste criterium van bewustzijn is accurate rapportering –
je kan dit nagaan met:
1. Glasgow Coma Scale
2. Mini-Mental State Examination (screeningtest dementie) -> als
mensen op deze vragen kunnen antwoorden, zijn ze wel
bewust.
Rouge test - rood stipje op voorhoofd: jonge kids zullen rode stip van spiegel proberen vegen -
> later hebben ze door dat deze op eigen hoofd staat en kunnen ze de link leggen met wat ze
zien in de spiegel!
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femke111. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.18. You're not tied to anything after your purchase.